Uitgebrachte externe adviezen
Het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos dd. 27 oktober 2023 is voorwaardelijk gunstig. ANB meldt dat de natuurwaarden niet geschaad worden. Wel duidt ANB op de bescherming van in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen en hun nesten.
Het advies van Provincie Antwerpen, Dienst Integraal Waterbeleid dd. 17 november 2023 is voorwaardelijk gunstig. DIW wijst op de naleving van de verordening hemelwater en het decreet Integraal Waterbeleid enerzijds en op de verplichting om een machtiging aan te vragen bij werken aan waterlopen van 2e categorie anderzijds. De eerste bemerking zal verder in dit besluit getoetst worden (zie deel watertoets – waaruit zal blijken dat aan beide voldaan wordt). Het tweede punt is in dit dossier niet van toepassing. Geen van deze voorwaarden dient dan ook weerhouden te worden.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om beide adviezen op bovenstaande wijze bij te treden, maar enkel de voorwaarden uit het advies van ANB te bekrachtigen.
Openbaar onderzoek
Tijdens het openbaar onderzoek van 12 oktober 2023 tot en met 10 november 2023 werd 1 bezwaarschrift ingediend. Dit bezwaarschrift handelt over de volgende bezwaarpunten:
1/ Men ziet geen meerwaarde in de aanleg van de voetpaden, gezien het geen druk bewandelde zones zijn en wandelaars gebruik kunnen maken van een brede, propere berm.
2/ Men begrijpt dit niet in tijden van ontharding.
3/ Op het gevaarlijkste stuk (cfr. van de Tielendijk), in de haakse bocht bij het bos waar geen zicht is en de berm smal, oneffen en onbewandelbaar is, wordt geen voetpad voorzien, terwijl het net daar gevaarlijk is en juist zou moeten gebeuren.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om met betrekking tot deze bezwaarpunten de volgende standpunten in te nemen:
1/ Het uitgangspunt van de voorliggende aanvragen was om voor het projectgebied komaf de versnipperde stukken voetpad en voor alle woningen de nodige voetpaden te voorzien. Daar waar er recent nog voetpaden aangelegd waren (en waar de voetpaden nog voldoen), kunnen die behouden worden. Op andere plekken dienen bestaande voetpaden vervangen te worden door nieuwe voetpaden of dienen er voor het eerst voetpaden aangelegd te worden. Op deze wijze ontstaat een aanééngesloten systeem van voetpaden.
Mogelijk zullen deze voetpaden niet het drukst bewandeld worden (in vergelijking met andere wijken in Turnhout). Het is echter wel aangewezen om een apart voetpad te voorzien. Enerzijds kent de Tielendijk een aanzienlijke hoeveelheid doorgaand verkeer, waardoor het met het oog op verkeersveiligheid aangewezen is om voetgangers te scheiden van de rijbaan. Anderzijds is wandelen in een brede, propere (onverharde) berm ook niet te allen tijde en voor iedereen mogelijk. In slechtere weeromstandigheden ontstaan er immers plassen en slijk in de bermen en voor personen met een verminderde mobiliteit is een gesloten verharde ondergrond wel een vereiste om zich te kunnen verplaatsen. Het bezwaarpunt wordt om deze redenen verworpen.
2/ Er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen nutteloze en functionele verhardingen. De voorgestelde voetpaden behoren tot de 2de categorie (zo blijkt uit de behandeling van punt 1). Bovendien wordt naast de verharding een komvormige groenzone voorzien (op de meeste plaatsen minstens even breed of breder dan het voetpad zelf). In dat opzicht is zo’n verharding vanuit stedenbouwkundig oogpunt wel aanvaardbaar. Het bezwaarpunt wordt niet bijgetreden.
3/ Rond de aangehaalde zone (bos noordwestelijk hoek) worden inderdaad geen voetpaden voorzien. Deze zone is bestemd als parkgebied (volgens het gewestplan). Hier staan geen huizen en zullen er (onder de geldende bestemming) ook geen komen. Het heeft dan ook geen zin om hier voetpaden te voorzien. Het klopt dat er hier een onderbreking is tussen de noordelijke en westelijke voetpaden, maar dit hoeft echter geen probleem te zijn. Voetgangers kunnen immers op een veilige wijze dwars door Zevendonk wandelen via verschillende dwarsstraten en fiets- en wandeldoorsteken (om aan de oostzijde van Zevendonk te geraken). Het bezwaarpunt wordt dan ook niet bijgetreden.
Watertoets
Overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid wordt de aanvraag onderworpen aan de watertoets. Het voorliggende project heeft een omvangrijke oppervlakte en ligt niet in fluviaal overstromingsgevoelig gebied en zeer beperkte in pluviaal overstromingsgebied met een kleine overstromingskans bij klimaatverandering.
Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 20 juli 2006 en latere wijzigingen. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de geldende gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd.
Bij de voorliggende aanvraag kan opgemerkt worden dat het hemelwater dat op de nieuwe voetpaden terechtkomt in de aanpalende groenzones in de bodem kan infiltreren. Bovendien heeft de aanvraag betrekking op bestaand openbaar domein. Conform artikel 4, 2° & artikel 4, 4° van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater is de aanvraag vrijgesteld van de bepalingen van deze gewestelijke stedenbouwkundige verordening. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen en beginselen van artikels 1.2.2., 1.2.3., en 1.2.4 van de gecoördineerde decreten betreffende het integraal waterbeleid.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om het bovenstaande vast te stellen m.b.t. watertoets.
Verordening wegen voor voetgangersverkeer
De verordening inzake wegen voor voetgangersverkeer dd. 29 april 1997 is in het voorliggende dossier van kracht. Er wordt aan de bepalingen van de verordening voldaan.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het bovenstaande standpunt in te nemen m.b.t. de verordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
Project-MER-screening
Het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening is van kracht sinds 29 april 2013 (publicatie in het Belgisch Staatsblad). Die nieuwe regelgeving was nodig nadat het Hof van Justitie in een arrest van 24 maart 2011 oordeelde dat de Vlaamse regelgeving niet in overeenstemming was met de project-m.e.r.-richtlijn. Wanneer een project onder één van de rubrieken van bijlage III van het project-m.e.r.-besluit valt kan de initiatiefnemer ervoor opteren om ofwel een project-MER op te maken, ofwel de project-m.e.r.-screeningsprocedure te doorlopen. Het voorliggende project valt niet onder één van de rubrieken van bijlage III van het project-m.e.r.-besluit, zodat de project-m.e.r.-screeningsprocedure niet doorlopen moet worden.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om het bovenstaande te besluiten m.b.t. de project-m.e.r.-screening.
Archeologienota
De regelgeving inzake onroerend erfgoed verplicht de aanvrager van een omgevingsvergunning om in bepaalde gevallen een bekrachtigde archeologienota bij de vergunningsaanvraag te voegen. Gezien de totale oppervlakte werf van de aangevraagde handelingen meer dan 3000m² en de geplande bodemingreep meer dan 1000m² bedraagt, is dit in het voorliggende dossier het geval.
Bij de voorliggende aanvraag werd een archeologienota (ID26946) gevoegd, opgesteld door Pertinax. De studie stelt voor om geen verder onderzoek te verrichten. Van de bevindingen uit deze nota werd stilzwijgend aktegenomen door het schepencollege van Stad Turnhout (erkend als Onroerenderfgoedgemeente).
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om de bevindingen en de conclusie uit de archeologienota (ID26946) bij te treden.
Natuurtoets
Artikel 16 van het Natuurdecreet stelt dat de bevoegde overheid er zorg voor moet dragen dat er geen vermijdbare schade aan de natuur kan ontstaan door een vergunning af te leveren. Indien nodig kan de overheid ook redelijkerwijze voorwaarden opleggen om de schade te voorkomen, te beperken of, indien dit niet mogelijk is, te herstellen. Bij elke vergunningsaanvraag moet daarom de natuurtoets doorlopen worden om mogelijke (vermijdbare) natuurschade in kaart te brengen. Het uitgangspunt van de natuurtoets is het stand-still principe, dat inhoudt dat de natuur in geen geval achteruit mag gaan. Indien er toch schade ontstaat, dient deze gecompenseerd te worden.
Het voorliggende project heeft geen noemenswaardige impact op de aanwezige natuurwaarden. In haar advies dd. 27 oktober 2023 komt ANB eveneens tot de conclusie dat de natuurwaarden niet geschaad worden. Er kan dan ook gesteld worden dat de voorliggende aanvraag geen onherstelbare schade veroorzaakt aan de natuur.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om het bovenstaande te concluderen m.b.t. de natuurtoets.
Stedenbouwkundige beoordeling
De aanvraag omvat het aanleggen en heraanleggen van voetpaden (en enkele verhoogde plateau’s) langs de Tielendijk. De inrichting en aanpassing van deze gemeenteweg vormt het onderwerp van het voorliggende dossier. Bij de beoordeling hiervan dient rekening gehouden te worden met de boordelingsgronden uit artikel 4 van het decreet gemeentewegen enerzijds en artikel 4.3.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) anderzijds.
Zo kan gesteld worden dat de voorliggende aanvraag (cfr. het aanleggen van voetpaden) ten dienste staat van het algemene belang. Het algemene opzet van de aanvraag is tevens dat een toegankelijker en verkeersveiliger openbaar domein ontstaat. Verder heeft de voorliggende aanvraag geen gevolgen voor de ontsluiting van aanpalende eigendommen. Een aanpassing van het gemeentelijke wegennet vormt tevens een uitzonderingsmaatregel. Een bewijs hiervan is het gegeven dat de gemeenteraad hiervoor bevoegd is, terwijl de verantwoordelijkheid bij een klassieke vergunningsaanvraag bij het schepencollege ligt. Verder is het de taak van de overheid om ervoor te zorgen dat haar wegennet beantwoordt aan alle vereisten noden en tegemoetkomt aan de noden van de bevolking. Om deze reden worden de voorliggende werken aangevraagd.
Wat de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening betreft, kan gesteld worden dat de aanvraag het gebruiksgenot, de gezondheid / veiligheid en de mobiliteit (van burgers) in het algemeen ten goede komt. Op visueel-vormelijk en functioneel vlak en naar ruimtegebruik en schaal kan gesteld worden dat de voorgestelde verhardingen aanvaardbaar zijn en het algemeen belang ten goede komen. Verder worden er geen bemerkingen gemaakt bij de overige aspecten die de goede ruimtelijke ordening (conform artikel 4.3.1. van de VCRO) bepalen. Er worden dan ook geen bemerkingen gemaakt.
Op de bovenstaande wijze en onder de voorwaarden uit het advies van ANB is de voorliggende aanvraag stedenbouwkundig aanvaardbaar en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening. Aan de gemeenteraad wordt dan ook voorgesteld om de (her)aanleg van de voetpaden langs de Tielendijk op de bovenstaande wijze gunstig te beoordelen.
Conclusie
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om de voorgestelde aanleg van voetpaden en verhoogde plateau’s langs de Tielendijk goed te keuren mits aan de volgende voorwaarden voldaan wordt.
VOORWAARDEN:
Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen
Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening
Het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014
Het decreet Integraal Waterbeleid van 18 juli 2003 en latere wijzigingen en het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets.
Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
Besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997 houdende vaststelling van een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer
Artikelen 2 en 42 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Reglement voor het waarborgen van stedenbouwkundige lasten in omgevingsvergunningen (gemeenteraadsbeslissing 2 september 2022)
De gemeenteraad stemde met 28 stemmen op 34 stemmers nl. de heer Peter Segers, Voorzitter, de heer Paul Van Miert, burgemeester; de heer Francis Stijnen, schepen; de heer Jan Van Otten, schepen; de heer Luc Op de Beeck, schepen; mevrouw Astrid Wittebolle, schepen; de heer Marc Boogers, schepen; de heer Stijn Adriaensens, schepen; mevrouw Kelly Verheyen, schepen; de heer Eric Vos; de heer Luc Debondt; de heer Hannes Anaf; mevrouw Annemie Der Kinderen; mevrouw Katleen De Coninck; de heer Peter Roes; de heer Bart Voordeckers; de heer Wout Schafraet; de heer Koen De Busser; mevrouw Savannah van Dongen; de heer Achraf El Yakhloufi; de heer Ludwig Nietvelt; de heer Rudy Elst; de heer Kurt Persegael; de heer Jeff Dierckx; mevrouw Pauline Ceusters; de heer Wilfried Sylverans; mevrouw Cathy Devolder; de heer Guy Van der Stuyft - raadsleden
Er waren 6 onthoudingen nl. de heer Reccino Van Lommel; de heer Kevin Janssen; de heer Jan van Steenbergen; de heer Dieter De Quick; de heer Mario Geys; mevrouw Vicky Waterschoot – raadsleden
De gemeenteraad keurt de aanleg en inrichting van het openbaar domein bij de bij de aanvraag tot omgevingsvergunning OMV 2023 327 (het aanleggen van voetpaden langs de Tielendijk) goed, mits aan de onderstaande voorwaarden voldaan wordt.
De gemeenteraad legt de onderstaande voorwaarden op.
VOORWAARDEN: