Inmiddels is het project Linieplein en de heraanleg van de Goedendagstraat gerealiseerd en zijn de infrastructuurwerken opgeleverd. De gemeenteraad kan dus overgaan tot aanvaarding van de wegenis- en infrastructuurwerken om op te nemen in het openbaar domein van de stad.
Het gaat om volgende percelen:
Lot 1 met een oppervlakte van 2 697,72 m², lot 2 met een oppervlakte van 893 m² en lot 3 met een oppervlakte van 23,38 m², opgemeten door landmeter-expert Jolanda Cardoen op 10 september 2018 en op metingsplan aangeduid in gele kleur. De totale over te dragen oppervlakte naar het openbaar domein bedraagt 3614,1 m².
Lot 1 omvat perceel, kadastraal gekend als sectie C, nummer 1052 L2, in eigendom van DE ARK, nummer 1067 T/deel, in privaat eigendom van Stad Turnhout en nummer 1057 H, waarvan de stad naakte eigenaar is en DE ARK erfpachter.
Loten 2 en 3 maken allebei deel uit van perceel, kadastraal gekend als sectie C, nummer 1075 N, welk in volle eigendom is van DE ARK.
De overdracht van de percelen en het beëindigen van het lopende erfpacht over het deel waarop de openbare wegenis rust, gebeurt voor algemeen nut en is kosteloos voor de stad.
De akte zal verleden worden door de Vlaamse Commissaris van de dienst Vastgoedtransacties, krachtens:
De gemeenteraad wordt daarbij gevraagd om de Vlaamse Commissaris te machtigen om de akte te ondertekenen.
Decreet van het lokaal bestuur van 22/12/2017, B.S.15/02/2018, art. 2 en 41 ev met betrekking tot de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de ontwerpakte, houdende:
De gemeenteraad machtigt de Vlaamse commissaris bij de afdeling Vastgoedtransacties, als instrumenterend ambtenaar, de stad Turnhout te vertegenwoordigen en uitdrukkelijk volmacht te verlenen om het bevoegde kantoor van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie te ontslagen enige ambtshalve inschrijving te nemen, om gelijk welke reden, bij de overschrijving van een uitgifte van de akte.
Volgende raadsleden deden een tussenkomst: Bart Voordeckers, Jan Van Steenbergen en Paul Van Miert.
Voor de werking van de Lokale Politie is een vaste standplaats zeer centraal in de binnenstad noodzakelijk. Enerzijds is het wenselijk dat de politiepost een duidelijke zichtlocatie heeft in het centrum van de stad. Daarnaast is er ook een noodzaak om in het levendige stadshart snel ter plaatse te kunnen zijn bij evenementen en interventies. De Lokale Politie heeft op dat vlak een prominente rol te spelen in het centrum van de stad. Om die reden is er dan ook een duidelijke beleidskeuze gemaakt om de lokale politiepost in de nabije omgeving van de Grote Markt te blijven voorzien. Een nieuwe accommodatie, aangepast aan de hedendaags normen en veiligheidsmaatregelen, kan ook een bijkomende troef zijn om nieuwe politieagenten aan te trekken.
Binnen het project Turnova wordt een ruimte casco te koop aangeboden. Het betreft een deel van de nog beschikbare ruimte op de 1ste verdieping aan het P.J Brepolsplein, in kavel 14 winkelstrip, unit 42/deel, 43 en 44 en dit voor een totale oppervlakte van 773,3 m² (bruto vloeroppervlakte). Hiertoe werd een opmetingsplan opgemaakt door landmeter Marc Hennau op 8 september 2022. Bij wijze van haalbaarheidsstudie werd een eerste inrichtingsschets gemaakt ifv de noden van de Lokale Politie.
De beschikbare ruimte is uitermate geschikt om te verwerven en de lokale politiepost in onder te brengen:
- Centrale ligging in het stadshart, naast de Grote Markt
- Zichtlocatie binnen het nieuwe Turnova complex, centraal aan het P.J. Brepolsplein
- Vanuit de locatie is er een algemeen over- en uitzicht over het centrum
- Zeer goede en duidelijke bereikbaarheid voor eigen diensten en burgers. De verdiepingsruimte paalt niet rechtstreeks aan de openbare weg maar voetgangers hebben voortdurend toegang via de trappen en liften in het atrium van de Turnovatoren. Bezoekers met fiets of auto kunnen hun voortuig stallen op de voorziene fietsstallingen en de bezoekersparking in Turnova. Dienstauto’s en -fietsen kunnen enkel gestald worden via de fietsstalling en de bezoekersparking van Turnova.
- Het te verwerven eigendom paalt (op de verdieping) aan het stadseigendom in Turnova (Kunstencampus op de kavels 13,12 en 10), waardoor deze een samenhangend stadspatrimonium vormen. Zo is ook op lange termijn een eventuele herbestemming als andere gemeenschapsvoorziening mogelijk en zinvol.
De eigendom staat casco te koop. Om de ruimte te kunnen gebruiken als lokale politiepost zijn er nog enkele fundamentele wijzigingen nodig:
- Binnen de huidige verkavelingsvoorschriften kunnen de vooropgestelde ruimtes ingevuld worden met als bestemming als retail, horeca en kantoren. Een politiekantoor valt echter expliciet onder de bestemming als gemeenschapsvoorziening. Hiertoe dient een aanvulling te gebeuren.
- De ruimte is casco ingedeeld als retailruimte. Er zijn op vandaag te weinig vensters aan de noordzijde om als volwaardige kantoor- en werkruimtes te fungeren. Er dienen nieuwe, bijkomende ramen geplaatst in de noordgevel, die paalt aan het stadseigendom in Turnova (kavel 13, buitenruimte kunstateliers). Qua nabuurschap vormt dit geen probleem.
- Daarnaast zijn er nog enkele technische aanpassingen nodig ifv de vooropgestelde bestemming die begrepen worden onder casco-verkoop.
Door de eigenaar werd op 7 juli 2022 een voorstel overgemaakt, waarbij duidelijk wordt gemaakt dat kan worden voldaan aan deze vereisten door en op verantwoordelijkheid van de verkoper.
Voor de aankoop van de ruimte en de uit te voeren werken werd een lastenboek opgemaakt en een prijsvoorstel gedaan. Voor de objectieve waardebepaling van onroerende transacties is een lokaal bestuur bij iedere overdracht gebonden aan een geldig en recent schattingsverslag. Hiertoe werd door landmeter-expert Jan Koyen een verslag opgemaakt dd. 29/08/2022, welk verslag bevestigt dat de voorgestelde koopprijs marktconform is.
De voorwaarden werden daarna verwerkt in een overeenkomst houdende een tijdelijke verkoop/aankoopbelofte opgemaakt door notaris Coppens. Hierin is ondermeer opgenomen dat de stad slechts zal overgaan tot aankoop nadat voornoemde functiewijziging werd gerealiseerd, en de stad bijgevolg zeker is om de bestemming als politiekantoor te kunnen realiseren, Daarnaast zijn ook termijnen voor de uitvoering van werken door de verkoper (gevelwerken, plaatsing nieuwe vensters en casco aanpassingen) opgenomen. Als eigenaar van een ruimte binnen het Shopping Center evenwel zonder retailfunctie, werden de Algemene Voorwaarden herwerkt en aangepast. Daarbij wordt ook verwezen, voor zover van toepassing, naar het binnenhuisreglement en het lastenkohier.
Om de ruimte verder af te werken en in te richten als politiekantoor, aangepast aan alle voorschriften, zal in de toekomst een afzonderlijke openbare aanbesteding worden gevoerd. Hiertoe werden reeds de nodige budgetten ingeschreven in de meerjarenplanning.
De Lokale Politie heeft voor haar werking ook nood aan bergruimte, fietsenstallingen en autostaanplaatsen, welke ruimtes – gelet op de veiligheid – degelijk afgesloten moeten kunnen worden. Zowel fietsen als politiecombi’s dienen, onder meer met het zicht op dringende interventies, zo efficiënt mogelijk en binnen zeer korte tijdsspanne bereikbaar en toegankelijk te zijn. Om die reden werd als locatie verdieping -1 (de rotatieparking) beoogd.
Binnen het Turnova complex is het echter niet mogelijk om parkeerplaatsen in de rotatieparking te privatiseren. Om die reden worden de vooropgestelde plaatsen en ruimtes via een langdurige huurovereenkomst voor exclusief gebruik aangeboden. Om deze ruimtes bruikbaar te maken en te laten voldoen aan de voorwaarden vanuit politiediensten, dient er een aantal aanpassingen doorgevoerd, zoals ook opgenomen in het voorstel van 7 juli 2022.
Er werd vervolgens een ontwerp van huurovereenkomst voor onbepaalde duur opgemaakt, welk notarieel zal worden verleden. De stad wordt voor de eerste acht jaar van de overeenkomst vrijgesteld van het betalen van de voorgestelde huurprijs, waartoe een schattingsverslag werd opgevraagd, opgemaakt door Jan Koyen op 30/08/2022. De huurovereenkomst zal slechts worden ondertekend nadat aan alle uitvoeringsvoorwaarden werd voldaan.
Voorliggend voorstel werd besproken met de Lokale Politie Turnhout en goedgekeurd door het politiecollege in zitting van 19 september 2022. De contractuele voorwaarden tussen stad en Lokale Politie voor het gebruik en de prijszetting voor de kantoren, zullen worden vastgelegd conform de algemene huurovereenkomsten die de Zoneraad afsluit met de verschillende gemeentes. De exacte prijs daarbij zal worden bepaald in functie van de opdeling in bureelruimte en logistieke ruimte en is dus afhankelijk van het finale inrichtingsvoorstel. Voor het gebruik van de ondergrondse ruimtes is de eerste acht jaar geen huurprijs verschuldigd.
In functie van de notariële vastlegging van de verbintenissen opgenomen in dit besluit wordt voor de stad Pact Notarissen aangesteld.
Decreet over het lokaal bestuur van 22/12/2017, B.S. 15/02/2018, Art 2 en Art 41, 11° met betrekking tot de bevoegdheden van de gemeenteraad
Zowel de bestemming als de situering ondersteunen Turnova als stedelijk multifunctioneel project. Mits de inrichting gebruik maakt van de bestaande grote ramen om een positieve relatie op te bouwen met het PJBrepolsplein en het atrium van de Turnovatoren is het een meerwaarde voor het stadscentrum. De bereikbaarheid voor zowel bezoekers als politie zelf kan volledig gebeuren via de publieke ruimte, fietsstallingen en parkeerplaatsen die in Turnova voorzien zijn.
In kader van de herlocalisatie van de lokale politiepost Turnhout hecht de gemeenteraad goedkeuring aan de onderhandse aankoop voor algemeen nut van de casco ruimte gelegen op de eerste verdieping aan het P.J. Brepolsplein in Turnova, met een oppervlakte van 750m² bruto vloeroppervlakte, zoals de ruimte voorkomt op het metingsplan opgemaakt door landmeter Marc Hennau op 8 september 2022. De gemeenteraad hecht daarbij goedkeuring aan het ontwerp van overeenkomst houdende een tijdelijke verkoop/aankoopbelofte waarin tevens de voorwaarden van de overeenkomst gestipuleerd zijn, in het bijzonder de opschortende voorwaarden.
De gemeenteraad hecht tevens goedkeuring aan het aangaan van huurovereenkomst voor algemeen nut, voor de ondergrondse ruimtes op de -1 verdieping in het Turnova complex, dit in functie van berging, fietsenstalling en autostalling, zoals opgenomen in het ontwerp van overeenkomst.
De gemeenteraad neemt kennis van de beslissing van het politiecollege met betrekking tot de voorwaarden voor het gebruik van deze ruimtes door de lokale politiepost in de vorm van een langdurige huurovereenkomst welke zal worden afgesloten met de lokale politiepost.
In functie van de notariële vastlegging van de verbintenissen opgenomen in dit besluit wordt voor de stad Pact Notarissen aangesteld. Het college wordt gemandateerd om de akte en overeenkomst administratief af te handelen.
In het kader van de opdracht “vrachtwagen met containerhaaksysteem en afgesloten container” werd een bestek met nr. 2022696 opgesteld door Facility Management.
Deze opdracht is opgedeeld in volgende percelen:
De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 185 950,41 euro excl. btw of 225 000 euro incl. 21% btw.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
De gemeenteraad keurt het bestek met nr. 2022696 en de raming voor de opdracht “vrachtwagen met containerhaaksysteem en afgesloten container”, opgesteld door Facility Management, goed. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 185 950,41 euro excl. btw of 225 000 euro incl. 21% btw.
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld, goedgekeurd en bekendgemaakt op nationaal niveau.
Volgende raadsleden deden een tussenkomst: Bart Voordeckers en Francis Stijnen.
Het Vlaams EnergieBedrijf (VEB) heeft een bestek opgemaakt voor de opdracht 'KWO installatie van Kunstencampus Turnova' deelopdracht 20225657 - met projectnummer Stad Turnhout PRJ0204. De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 999 902,62 euro excl. btw of 1 059 896,77 euro incl. 6% btw. Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van een Mini-Competitie Aanneming HVAC/SWW - deelopdracht onder de Raamovereenkomst Aanneming – HVAC/SWW EE_2019_0_010 – perceel 13.
De kostendekkende vergoeding voor VEB bedraagt 3% van de gegunde offerte, exclusief BTW. Op basis van de raming is dit 29 997,08 euro.
De steunmaatregelen van het relance-fonds voor deze opdracht , volgens de raming, bedraagt 30%, zijnde 299 970,79 euro.
• Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
• De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
• Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
• Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
• De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
• De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikelen 2, 6° en 47 §2 die de aanbestedende overheden vrijstelt van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren wanneer ze een beroep doen op een aankoopcentrale en artikel 43..
• Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
• Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
De selectievereisten zoals opgenomen in het bestek voor de opdracht “VEB - Raamovereenkomst Aanneming HVAC/SWW EE_2019_0_010, percelen 13 - KWO installatie van Kunstencampus Turnova”, opgesteld door de ontwerper, Vlaams EnergieBedrijf (VEB) NV, Havenlaan 86C, bus 301 te 1000 Brussel worden goedgekeurd.
Eveneens wordt de raming voor een bedrag van 999 902,62 euro excl. btw of 1 059 896,77 euro incl. 6% btw, goedgekeurd.
De opdracht wordt gegund bij wijze van een Mini-Competitie Aanneming HVAC/SWW - deelopdracht onder de Raamovereenkomst Aanneming – HVAC/SWW EE_2019_0_010 – perceel 13.
Het Vlaams EnergieBedrijf (VEB) heeft een bestek opgemaakt voor de opdracht 'KWO installatie van Campos (stedelijke sport- en handelsschool)' met projectnummer Stad Turnhout PRJ0204. De installatie is zo gedimensioneerd dat het nieuwe sportcomplex met klaslokalen eveneens aangesloten zal worden op deze installatie. De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 818.922,00 euro excl. btw of 868.057,32 euro incl. 6% btw. Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van een Mini-Competitie Aanneming HVAC/SWW - deelopdracht onder de Raamovereenkomst Aanneming – HVAC/SWW EE_2019_0_010 – perceel 13.
De kostendekkende vergoeding voor VEB bedraagt 3% van de gegunde offerte, exclusief BTW. Op basis van de raming is dit 24 567,66 euro.
De steunmaatregelen van het relance-fonds voor deze opdracht , volgens de raming, bedraagt 30%, zijnde 245 676,6 euro.
• Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
• De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
• Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
• Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
• De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
• De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikelen 2, 6° en 47 §2 die de aanbestedende overheden vrijstelt van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren wanneer ze een beroep doen op een aankoopcentrale en artikel 43..
• Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
• Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
De selectievereisten zoals opgenomen in het bestek voor de opdracht “VEB - Raamovereenkomst Aanneming HVAC/SWW EE_2019_0_010, percelen 9-14 - KWO installatie van Campos (stedelijke sport- en handelsschool) ”, opgesteld door de ontwerper, Vlaams EnergieBedrijf (VEB) NV, Havenlaan 86C, bus 301 te 1000 Brussel worden goedgekeurd.
Eveneens wordt de raming voor een bedrag van 818.922,00 euro excl. btw of 868.057,32 euro incl. 6% btw, goedgekeurd.
De opdracht wordt gegund bij wijze van een Mini-Competitie Aanneming HVAC/SWW - deelopdracht onder de Raamovereenkomst Aanneming – HVAC/SWW EE_2019_0_010 – perceel 13.
Het werkingsverslag en de jaarrekening 2021 - alsook de controle van de jaarrekening - worden toegevoegd als bijlage.
De gemeenteraad neemt kennis van het werkingsverslag 2021 en van de jaarrekening 2021 van de ILV Sportregio Noorderkempen en keurt deze goed.
Volgende raadsleden deden een tussenkomst: Jan Van Steenbergen, Eric Vos en Jan Van Otten,
Naast de stedelijke sportinfrastructuur wordt het merendeel van de sportactiviteiten beoefend in privésportinfrastructuren, school- of verenigingsaccommodaties. Deze faciliteiten betekenen een welgekomen aanvulling op de stedelijke sportinfrastructuur. Bovendien dient het stadsbestuur op deze wijze niet in te staan voor bouw-, onderhouds- en werkingskosten. Voor het stadsbestuur is het immers onmogelijk om alle vragen en verenigingen onder te brengen in stedelijke infrastructuren. In de gewestplannen is beperkte recreatieve ruimte voorzien en bouwgrond is voor de meeste sportverenigingen te duur om hun voorzieningen uit te bouwen. Door het ter beschikking stellen van de grond kunnen bepaalde vormen van medegebruik vastgelegd worden bijvoorbeeld de realisatie van een gezamenlijk sportcomplex door verschillende sportverenigingen zoals eerder gerealiseerd op lot 10 van domein Frac.
Procedure
Stad Turnhout lanceert een oproep voor erfpacht van gronden ten behoeve van sportaccommodatie aan alle erkende Turnhoutse sportverenigingen.
Na de oproep kunnen geïnteresseerde sportverenigingen een kandidatuur of aanvraag tot deelneming indienen. Indien aan alle selectievoorwaarden is voldaan kan de kandidaat deelnemen aan de volgende fase (de gespreksronde).
Nadat de deelnemende sportverenigingen zijn geselecteerd heeft Stad Turnhout de mogelijkheid om deze kandidaten uit te nodigen voor deelname aan een gespreksronde. De doelstelling van deze gesprekken is om te onderzoeken welke samenwerkingsverbanden er op welke percelen wellicht kunnen worden aangegaan tussen verschillende kandidaten.
Na het afsluiten van de gespreksronde kunnen geïnteresseerde verenigingen een concrete kandidatuur indienen. In deze fase kunnen alleen de geselecteerde kandidaten die hebben deelgenomen aan de gespreksronde een voorstel indienen.
Hierna worden de kandidaturen beoordeeld door de jury, die samengesteld is uit een consulent sport, de projectleider FRAC, een consulent dienst ruimtelijke ordening en een consulent patrimonium.
Vervolgens wordt het voorstel van de jury ter goedkeuring voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen, waarna de toewijzing kenbaar wordt gemaakt. Er wordt naar gestreefd om de toewijzing in februari 2023 bekend te maken aan de kandidaten.
Selectievoorwaarden (=Waaraan moet je voldoen om mee te doen)
Beoordelingscriteria (op 100 punten)
Erfpachtvoorwaarden
Stad Turnhout zal de gronden in erfpacht geven, gekoppeld aan de verplichting tot realisatie door de erfpachter van sportaccommodatie conform de geldende stedenbouwkundige richtlijnen, voorschriften en de randvoorwaarden. De erfpachtakte, welke zal worden opgemaakt door PACT Notarissen, zal pas worden ondertekend nadat door de kandidaat de nodige definitieve en uitvoerbare omgevingsvergunningen werden bekomen.
Gelijkaardig aan de eerdere overeenkomsten die de stad afsloot met verenigingen op het domein Frac, zullen volgende voorwaarden worden opgenomen in de erfpachtakte:
Extra voorwaarden voor de bebouwbare loten:
9. Voltooiingswaarborg
Er dient een voltooiingswaarborg voor het casco gebouw plus 10% voor onvoorziene meerkost gestort op een voor de erfpachtnemers geblokkeerde rekening. Aan de hand van maandelijkse vorderingsstaten die aan de dienst facility management worden bezorgd door de architect, wordt dat gedeelte vrijgegeven waarvoor werken werden uitgevoerd. Bij de voltooiing van het casco gebouw wordt het volledige restant van de waarborg vrijgegeven. Er dienen werfverslagen en een postinterventiedossier te worden aangeleverd bij facility management.
10. Bouwverplichting en sancties bij niet naleven
De werken dienen binnen de 12 maanden na het bekomen van de omgevingsvergunning te worden aangevat en dienen volledig gerealiseerd binnen de 3 jaar na de start van de werken;
Als de werken binnen 12 maanden na het bekomen van de definitieve en uitvoerbare vergunningen niet werden aangevat door de erfpachter of wanneer de werken niet volledig zijn gerealiseerd binnen een termijn van 3 jaar na de start der werken, kan Stad Turnhout op elk moment een einde maken aan de erfpacht, mits aangetekende ingebrekestelling met recht van antwoord, en zonder hiervoor een gerechtelijke procedure te moeten voeren
Indicatieve timing
10/10/2022 Goedkeuring oproep procedure en voorwaarden door de gemeenteraad
12/10/2022 Bekendmaking
in de week 22 tm 29/10 Infosessie
14/11/2022 Laatste dag indienen kandidatuur
Vanaf 21/11/2022 Gesprekken met de kandidaten
16/01/2023 Laatste dag indienen finaal voorstel
02/02/2023 Toewijzingsbeslissing door het college
Decreet lokaal bestuur van 22/12/2017, B.S. 15/02/2017, art. 2 en art 41 ev met betrekking tot de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De gemeenteraad stemde met 27 stemmen op 33 stemmers nl. van de heer Peter Segers - Voorzitter, de heer Paul Van Miert – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Jan Van Otten, de heer Luc Op de Beeck, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Marc Boogers, de heer Stijn Adriaensens, mevrouw Kelly Verheyen - schepenen; de heer Eric Vos, de heer Luc Debondt, de heer Hannes Anaf, mevrouw Annemie Der Kinderen, de heer Paul Moelans, de heer Peter Roes, de heer Bart Voordeckers, de heer Wout Schafraet, de heer Koen De Busser, mevrouw Savannah van Dongen, de heer Achraf El Yakhloufi, de heer Ludwig Nietvelt, de heer Rudy Elst, de heer Kurt Persegael, de heer Jeff Dierckx, mevrouw Pauline Ceusters, de heer Wilfried Sylverans, mevrouw Cathy Devolder - raadsleden
Er waren 6 onthouding, nl van de heer Kevin Janssen, de heer Jan van Steenbergen, de heer Dieter De Quick, de heer Peter Janssens, de heer Mario Geys en mevrouw Vicky Waterschoot.
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan het opstarten van een oproep bij alle erkende Turnhoutse sportverenigingen met als doel een recht van erfpacht toe te kennen voor beschikbare percelen grond voor sportrecreatie op het domein FRAC aan de Slachthuisstraat en aan de Steenweg op Tielen in samenwerking met Sportclub Taxandria vzw.
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de procedure, de selectievoorwaarden en beoordelingscriteria en machtigt het college voor de administratieve afhandeling van de marktbevraging en de toekenning van de erfpacht.
Volgende raadsleden deden een tussenkomst: Bart Voordeckers en Astrid Wittebolle.
De stad uitte reeds eerder haar ambitie om een groot deel van de stad te verwarmen op basis van diepe geothermie. Het benutten van aangetoond potentieel hiervan is maatschappelijk pionierswerk binnen Vlaanderen en zet de stad ver vooruit in het systematisch en effectief behalen van de vooropgestelde klimaatdoelstellingen.
Om een eerste diepe geothermische bron te realiseren is er nood aan het consolideren/bundelen van de warmtevraag d.m.v. de aanleg van en koppeling aan stadsbrede warmte-infrastructuur.
Gebiedsgericht werken a.d.h.v. de uitrol van warmte-eilanden of -clusters is noodzakelijk om deze gradueel uit te bouwen in de komende jaren en decennia. Voorbeelden van huidige realisaties zijn Niefhout en Heizijdse Velden, fase 1. Aansluitend zijn er ook 2 trajecten in planning voor de eerstvolgende jaren, nl. Parkwijk en Binnenstad (incl. aansluiting aan Stationsbuurt).
Daarnaast zijn er verschillende nieuwbouwprojecten in ontwikkeling of in aanvraag, alsook (grootschalige) renovatieprojecten die als potentiële warmtevragers naar voren komen en waarbij we als stad antwoord willen kunnen geven m.b.t. mogelijkheid tot aansluiting en timing van de uitrol van het stadsbrede warmtenet.
In tussentijd verkreeg ook bronontwikkelaar Hita een opsporingsvergunning om de eerste diepe geothermiebron te beginnen ontwikkelen en wordt de volgende fase, de omgevingsvergunning ter inplanting en opstart boringen, ingezet.
De samenloop van omstandigheden waarop aangestuurd is, maakt dat we nu op een moment zijn toegekomen om de engagementen van belangrijke partners op een uitgesproken manier te onderlijnen a.d.h.v. deze intentieovereenkomst.
Verder markeert deze overeenkomst op zichzelf ook weer een volgende stap in het ontwikkelingsproces tot de uiteindelijke realisatie van een stadsbreed warmtenet op basis van diepe geothermie. Het zal als basis dienen om tot een uiteindelijke samenwerkingsovereenkomst te kunnen komen, waarbij concrete fasering, inplanning, prijsafspraken, rol- en taakverdeling e.d. verder kunnen worden vastgelegd.
De gemeenteraad geeft goedkeuring aan de 'intentieovereenkomst omtrent de ontwikkeling van diepe geothermie en een stadsbreed warmtenet' tussen de stad Turnhout, Fluvius en Hita.
Volgende raadsleden deden een tussenkomst: Jan Van Steenbergen, Astrid Wittebolle en Francis Stijnen.
Het betreft de kennisname van de eindresultaten van de opdracht omschreven in de convenant van 27 september 2021 gesloten tussen Stad Turnhout en Erfgoed Noorderkempen "met betrekking tot het opstellen van een beleids- en beheersplan voor kapellen en nissen, inclusief een subsidiereglement".
Kennis wordt genomen van het beleids- en beheersplan voor de kapellen en gevelnissen in Turnhout en van het inventarisatiebestand, opgesteld in het kader van de convenant tussen Stad Turnhout en Erfgoed Noorderkempen van 27 september 2021
Kennis wordt genomen van de aanbevelingen voor een lokaal eerstelijnsloket erfgoed, opgesteld in het kader van de convenant tussen Stad Turnhout en Erfgoed Noorderkempen van 27 september 2021
Als documentatiecentrum van de geschiedenis van de stad en de regio verzamelt en ontsluit Archief Turnhout interessante archieven en collecties van verenigingen, bedrijven, personen en families.
Omdat de erven Boone beschikken over het auteursrecht met betrekking tot de fotocollecties van François Boone en André Boone is het noodzakelijk om de exploitatierechten contractueel vast te leggen
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 41, 12°: de volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd: 12° het definitief aanvaarden van schenkingen en het aanvaarden van legaten.
Goedkeuring wordt verleend aan de schenking door de erven Boone van de fotocollecties van François Boone (1918-2008) en van André Boone (1910-1974) aan de Stad Turnhout. De fotocollecties zullen bewaard worden in het archiefdepot van Archief Turnhout.
Goedkeuring wordt verleend aan de licentiecontracten tussen de heer Boudewijn Boone, die zich sterk maakt voor de erven Boone, en de Stad Turnhout waarbij de voorwaarden en de modaliteiten worden vastgelegd waaronder Stad Turnhout de fotocollecties van François Boone (1918-2008) en van André Boone (1910-1974) mag exploiteren. De voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur worden gemachtigd om het licentiecontract namens Stad Turnhout te ondertekenen.
Volgende raadsleden deden een tussenkomst: Bart Voordeckers en Marc Boogers.
In het kader van de opdracht "Sanering Meirgorenloop: Oude Beersebaan / Stoktsestraat" werd een bestek met nr. TUR3028 opgesteld door de ontwerper, Studiebureau Sweco Belgium NV, Posthofbrug 2-4 bus 1, 2600 Antwerpen.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 1.195.890,12 euro exclusief btw. De opdracht is een gecombineerde opdracht waarbij een gedeelte ten laste is van Aquafin, een gedeelte ten laste is van Stad Turnhout en een gedeelte ten laste is van het Agentschap Binnenlands Bestuur. (voor de verdeling -> zie raming)
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien onder:
Aquafin is bouwheer. Er zal door Aquafin aan de Stad Turnhout gefactureerd worden en niet rechtstreeks door de aannemer.
Het bestek met nr. TUR3028 en de raming voor de opdracht "Sanering Meirgorenloop: Oude Beersebaan / Stoktsestraat" opgesteld door de ontwerper, Sweco Belgium nv, Posthofbrug 2-4 bus 1 te 2600 Antwerpen, worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgelegd zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 1.195.890,12 euro exclusief btw.
De opdracht "Sanering Meirgorenloop - Oude Beersebaan / Stoktsestraat" wordt gegund bij wijze van de openbare procedure.
Volgende raadsleden deden een tussenkomst: Wout Schafraet, Marc Boogers en Stijn Adriaensens.
Uitgebrachte externe adviezen
Gezien de gemeenteraad enkel bevoegd is voor de geplande handelingen op het toekomstig openbaar domein, worden in dit besluit enkel de ontvangen adviezen vermeld die geheel of gedeeltelijke betrekking hebben op het geplande openbaar domein. Zo hebben de adviezen van het Directoraat-Generaal van de Luchtvaart, de ASTRID-veiligheidscommissie en Inter - Toegankelijk Vlaanderen enkel betrekking op de aangevraagde gebouwen.
Het advies van Brandweer zone Taxandria dd. 29 juni 2022 is voorwaardelijk gunstig. De brandweer maakt in het brandpreventieverslag (naast bemerkingen over de gebouwen) ook opmerkingen op de technische uitvoeringen van het openbaar domein (bereikbaarheid en toegankelijkheid tot gebouw in functie van evacuatie/interventie, plaatsing hydranten etc.).
In haar advies dd. 30 mei 2022 geeft Infrabel aan geen bezwaar te hebben tegen de ganse aanvraag.
Het advies van Fluvius dd. 7 juni 2022 is voorwaardelijk gunstig. De adviesinstantie legt de randvoorwaarden vast waaraan voldaan moet worden om het project aan te sluiten op het elektriciteits- en warmtenet en van openbare verlichting te voorzien.
Het advies van Telenet dd. 27 mei 2022 is voorwaardelijk gunstig. De adviesinstantie meldt dat er een netuitbreiding nodig is en dat de kosten hiervoor ten laste van de aanvrager zijn.
Het advies van Proximus dd. 16 juni 2022 is voorwaardelijk gunstig. Proximus geeft de randvoorwaarden om het project aan te sluiten op haar telecominfrastructuur. Ook Proximus meldt dat de kosten hiervoor ten laste van de aanvrager zijn.
Het advies van Pidpa 24 mei 2022 is voorwaardelijk gunstig. De nutsmaatschappij geeft de randvoorwaarden mee om het project van leidingwater te voorzien.
Het advies van de Dienst Integraal Waterbeleid van de Provincie Antwerpen wordt verder in dit besluit behandeld bij het gedeelte watertoets gezien het advies daarop volledig betrekking heeft.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om de vermelde adviezen, die betrekking hebben op het geplande openbaar domein, op de bovenstaande wijze bij te treden en de bijhorende voorwaarden uit de adviezen van de Brandweer zone Taxandria, Fluvius, Telenet, Proximus en Pidpa te bekrachtigen.
Uitgebrachte interne adviezen
Het advies van de dienst Patrimonium dd. 30 augustus 2022 is voorwaardelijk gunstig.
“(…)
In de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden VK 2021/05 werd volgend voorschrift opgenomen “Voor de zones binnen het vastgestelde rooilijnplan welke zich boven ondergrondse private constructies bevinden en na realisatie zullen toebehoren tot het openbaar domein, dient een eeuwigdurend recht van opstal of openbare erfdienstbaarheid gevestigd in het voordeel van de stad. De exacte modaliteiten dienen verder uitgewerkt bij de betreffende omgevingsvergunningen.”
Huidige aanvraag voorziet in ondergrondse private constructies onder toekomstig openbaar domein. De zones zijn weergegeven op de plannen en het rooilijnplan. De technische plannen zijn voldoende duidelijk om de concrete scheiding tussen boven- en ondergrond te omschrijven. Overdracht, recht van opstal of erfdienstbaarheden in functie van het openbaar domein zijn voorzien in het “Reglement voor het waarborgen en uitvoeren van stedenbouwkundige lasten in omgevingsvergunningen”. Er dient dus voldaan aan dit reglement.
(…)”
Conform het geldende voorschrift dient de horizontale scheiding tussen het openbaar domein en de private ondergrond vastgelegd te worden conform de bepalingen uit het bovenstaande reglement. Dit dient opgelegd te worden als last. Het reglement wordt verder in dit verslag nog besproken.
Het advies van de Mobiliteitsambtenaar dd. 1 september 2022 is voorwaardelijk gunstig.
“(…)
1/ Er mag in de definitieve eindsituatie geen autobeweging mogelijk zijn tussen de Bareelstraat en het plein rond de kantoorgebouwen. Daarom moeten er ook paaltjes voorzien worden aan de doorsteek onder het gebouw met de doktersparkeerplaatsen, aan de zijde van de Bareelstraat.
2/ De helling naar de ondergrondse parking is 24%. Dit is in orde voor deze stallingsparking voor eigen gebruik. Maar op lange termijn, als de parking ook als openbare bezoekers-parking gaat functioneren, mag de helling maar maximaal 16% zijn.
(…)”
Bij beide voorwaarden kan opgemerkt worden dat ze betrekking hebben op de lange termijn.
Zo heeft de bemerking omtrent de helling van de ondergrondse parking (punt 2) betrekking op de toekomstige rotatieparking. De helling moet dan langer en minder steil zijn. Conform de geldende verkavelingsvoorschriften en het goedgekeurde rooilijnplan moet de open, bovengrondse inname van de inrit de aangevraagde contouren respecteren. Mogelijk heeft een langere helling wel ondergrondse gevolgen (onvoldoende gronddekking) en moet de doorgang naar het aanpalende lot C van de verkaveling (perceel van de Ark) hiervoor verplaatst worden. Indien dit om technische redenen nodig is, dient de toegang tot lot C verplaatst te worden en dient de groenzone aan de oostkant van de open inrit verlengd te worden. De voorwaarde dient op deze wijze uitgebreid te worden.
Verder blijkt uit de nota (en de Mober) dat pas wanneer ontsluiting langs de noordzijde mogelijk is (en dit ook vergund en gerealiseerd is), de ontsluiting van vrachtverkeer en leveringen van het woonzorgcentrum losgekoppeld kunnen worden van de Bareelstraat. De opgelegde paaltjes (uit punt 1) aan de onderdoorrit van het gebouw evenals de aangevraagde paaltjes achter de 6 openbare parkeerplaatsen kunnen pas de doorgang blokkeren als er ontsloten kan worden via de noordzijde. Op beide plaatsen moeten de paaltjes (type wegzakkertjes) wel al voorzien worden, maar mogen ze tot dan nog in dichtgeklapte toestand blijven.
Punt 1 dient op deze wijze aangevuld te worden:
- Net als de de paaltjes achter de 6 openbare parkeerplaatsen dienen deze van het type wegzakkertje te zijn.
- De paaltjes op beide plaatsen mogen in dichtgeklapte toestand blijven tot er langs de noordzijde ontsloten kan worden, overeenkomstig de verschillende fasen van de ontsluiting van vrachtverkeer en leveringen (zoals voorgesteld in de nota omtrent het openbaar domein en in de MOBER).
Het advies van de dienst Milieu & Groen dd. 1 september 2022 is voorwaardelijk gunstig. Er worden verschillende bemerkingen gemaakt m.b.t. de groenaanleg.
Het advies van de dienst Wegen & Riolen dd. 1 september 2022 is voorwaardelijk gunstig. De dienst maakt bemerkingen m.b.t. de strikte naleving van de verordening hemelwater, de ondergrondse innames (onder openbaar domein), de verhardingen en de te behouden poort.
Het advies van de dienst Projectmanagement dd. 24 augustus 2022 is voorwaardelijk gunstig.
“(…)
- Bij de vormgeving van de ondergrondse parking dient er rekening gehouden te worden met de volgende fases en de uitbouw van een rotatieparking voor bezoekers/personeel en bewoners dat voorzien is onder het kantoorcomplex. Deze aanvraag mag dit niet onmogelijk maken.
- Het binnengebied tussen het woonzorgcentrum en de kantoren is enkel toegankelijk voor leveringen en ziekenvervoer. Hier mag geen doorgaande autorijbeweging gecreëerd worden. Hier dient bij de uitwerking voldoende aandacht voor te zijn.
(…)”
Net als bij het advies van de Mobiliteitsambtenaar heeft punt 1 betrekking op toekomstige aanvragen. Bovendien blijkt uit de aanvraag dat men de intentie heeft om de ondergrondse parking op termijn uit te (kunnen) breiden. Verder werd de andere bemerking (cfr. geen doorgaande autobeweging) reeds integraal opgevangen werd in het advies van de Mobiliteitsambtenaar en bij de aanvullingen op dit advies.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om de adviezen van de dienst Patrimonium, dienst Milieu & Groen, de dienst Wegen & Riolen en de dienst Projectmanagement op de bovenstaande bij te treden en de voorwaarden en lasten te bekrachtigen.
Aan de gemeenteraad wordt tevens voorgesteld om ook het advies van de Mobiliteitsambtenaar bij te treden en te bekrachtigen met dien verstande dat de voorwaarden uit het advies op de voorgestelde wijze aangevuld worden.
Openbaar onderzoek
Tijdens het openbaar onderzoek van 1 juni 2022 t.e.m. 30 juni werd 1 bezwaarschrift ontvangen. Gezien de gemeenteraad enkel bevoegd is voor de aanleg en inrichting van het openbaar domein in dit dossier worden in dit besluit enkel de bezwaarpunten behandeld, die hier rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking op hebben. De volgende bezwaarpunten dienen dan ook behandeld te worden:
1/ Buurtbebewoners zijn bezorgd om de parkeerdruk in de omgeving. Er zijn vandaag al parkeerproblemen in de wijk. Door het knippen van de Bareelstraat (cfr. aanleg Fanny Aubergeplein) verdwijnen er nog eens 25 openbare parkeerplaatsen. Als er dan nog een woonzorgcentrum en een project van de Ark bijkomen, zullen er te weinig openbare parkeerplaatsen zijn. Dat er verwezen wordt naar de stationsparking en het gegeven dat er op termijn een rotatieparking voorzien zal worden, vindt men niet correct. De huidige parkeerproblemen moeten nu opgelost worden. Niet in toekomstige fasen van het project (cfr. stadsvernieuwingsproject stationsomgeving) en niet op parkings op afstand.
2/ Buurtbebewoners maken bezwaar tegen het gegeven dat het kruispunt Bareelstraat – Diksmuidestraat geknipt wordt. Buurtbewoners zullen (om aan de Nieuwe Kaai te raken) moeten omrijden via de route de Merodelei – Prinsenstraat of via de route de Merodelei – Stationsstraat – Renier Sniedersstraat met bijhorende gevaarlijke kruispunten en verkeersproblemen.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om met betrekking tot deze bezwaarpunten de volgende standpunten in te nemen:
In eerste instantie kan opgemerkt dat verschillende bemerkingen omtrent parkeren geen betrekking hebben op de voorliggende aanvraag. Ze gaan immers over zones die buiten het projectgebied van de aanvraag vallen en geen betrekking hebben op de aangevraagde handelingen. Hierdoor is het onmogelijk om in het kader van een vergunningsaanvraag hieromtrent bepaalde zaken aan de vergunningsaanvrager op te leggen. De betrokken punten vallen immers buiten de aanvraag. Om deze reden alleen al kunnen verschillende bezwaarpunten niet bijgetreden worden in het kader van deze vergunningsaanvraag. Er wordt in de onderstaande uiteenzetting echter wel getracht om ook een inhoudelijk antwoord te formuleren op de bemerkingen.
1/ De voorliggende aanvraag omvat de bouw van een woonzorgcentrum met bijhorende ondergrondse parking en de aanleg van openbaar domein (en beperkt zich tot de contouren van de betrokken kavels). Op vlak van parkeren kan opgemerkt worden dat de plannen voorzien in een ondergrondse parking met voldoende parkeerplaatsen voor de bewoners, bezoekers en medewerkers van het woonzorgcentrum.
Ter hoogte van de inrit naar de ondergrondse parking, de toegang tot het nieuwe openbaar domein en de dienstinrit zullen er als gevolg van het voorliggende dossier beperkt enkele parkeerplaatsen verdwijnen. Beperkt, gezien we in deze zone de bestaande poorten van de voormalige Atelfond-fabriek terugvinden. Strikt genomen mag er ter hoogte van deze poorten zelfs niet geparkeerd worden. Desalniettemin worden ter compensatie 6 parkeerplaatsen op het nieuwe openbaar domein voorzien (tussen de inrit naar de ondergrondse parking en het woonzorgcentrum).
Op deze wijze kan gesteld worden dat de aanvraag op vlak van parkeren stedenbouwkundig aanvaardbaar is en dat de aanvraag dus geen onaanvaardbare parkeerdruk legt op de omgeving. In dat opzicht wordt het bezwaarpunt dan ook niet bijgetreden.
Verder moet tegengesproken worden dat er zo’n 25 parkeerplaatsen op het openbaar domein verdwijnen. Ten eerste werden de wijzigingen aan het kruispunt van de Bareelstraat – Diksmuidestraat (cfr. aanleg Fanny Aubergeplein) reeds vergund op 30 juli 2020 samen met het Pioniersgebouw (OMV/2019/410). Naast het Pioniersgebouw en het plein werd er in dat dossier ook een tijdelijke openbare parking met 44 parkeerplaatsen vergund. De eerlijkheid gebiedt wel te zeggen dat er momenteel ook een aanvraag lopende is om op die locatie een gebouw op te richten (OMV/2022/85). In dat dossier wordt er echter wel verwezen naar de ruime overcapaciteit van de stationsparking (zo’n 100 parkeerplaatsen). Bovendien verklaart de aanvrager dat deze parking met 35 parkeerplaatsen uitgebreid kan worden op terreinen (in zijn eigendom). De noodzaak hiertoe zou jaarlijks geëvolueerd worden.
Concreet dient dus gesteld te worden dat er geen vergunningen afgeleverd zijn waarbij er gewoonweg een 20-tal openbare parkeerpaatsen verdwijnen. Voor dossier OMV/2022/85 zal binnen dat dossier beoordeeld worden of het voorgestelde een aanvaardbare compensatie is. (Indien dit niet het geval blijkt te zijn, dient teruggevallen te worden op de vergunde tijdelijke parking van 44 parkeerplaatsen). Vanuit dit oogpunt wordt het bezwaarpunt niet bijgetreden.
Verder kan van een private ontwikkelaar niet verwacht worden dat die alle parkeerproblemen van de wijk zal oplossen. Zoals reeds gesteld voorziet de aanvraag in de eigen noden en vangt het de eigen impact op. Dit zal trouwens bij toekomstige aanvragen aangetoond moeten worden. Verder kan ook niet verwacht worden dat er per straat een grote openbare parking voorzien wordt. Logischerwijs wordt dit in een stedelijke omgeving gebundeld op centrale plekken. De parking aan het station ligt op een aanvaardbare wandelafstand (binnen de 500m) van de uiterste punten van de Bareelstraat en de Prinsessenstraat. In een stedelijke context is dit een aanvaardbare oplossing. Ook op deze wijze wordt het bezwaarpunt dus verworpen.
Tenslotte dienen de bezwaarindieners bijgetreden te worden dat parkeeroplossingen niet afhankelijk gemaakt mogen worden van toekomstige oplossingen. Het klopt dat de rotatieparking er nog niet is (en eveneens nog niet aangevraagd of vergund is), maar zoals reeds gesteld werd, zijn er geen vergunningen afgeleverd waarbij er geen alternatief vergund / opgelegd werd. Voor dossier OMV/2022/85 zal dit nog moeten blijken of dit het geval is, maar het is de visie van het stadsbestuur dat ook in tussenfasen aanvaardbare parkeeroplossingen aanwezig moeten zijn of aangeboden moeten worden. Het bezwaarpunt wordt op dat vlak bijgetreden. Het stadsbestuur past dit echter reeds toe in haar vergunningenbeleid.
2/ Het gegeven dat gemotoriseerd verkeer ter hoogte van het geplande plein “geknipt” wordt (cfr. doodlopend), is net om te voorkomen dat er (te veel) doorgaand verkeer over het plein en door de aanliggende straten zou rijden. Mogelijk vraagt deze wijziging voor buurtbewoners en bezoekers enige tijd om hieraan te wennen, maar het uiteindelijke opzet is dat het plein autovrij is en dat er door de aanliggende straten enkel bestemmingsverkeer rijdt. Dit laatste zal de (verkeers)leefbaarheid op het plein en in de aanliggende straten verhogen. Het gegeven dat er veel omgereden moet worden is in dat opzicht relatief. Het algemene opzet van de vooropgestelde verkeerscirculatie is dat doorgaand verkeer / sluipverkeer vermeden wordt en dat voornamelijk de belangrijkste verkeersassen in de stad aangesproken worden voor doorgaand verkeer terwijl in de “kleinere” straten enkel bestemmingsverkeer terechtkomt (en het daar dus rustiger is). Het stadsbestuur is er van overtuigd dat dit de buurtbewoners net ten goede zal komen. Het bezwaarpunt wordt dan ook niet bijgetreden.
Watertoets
Overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid wordt de aanvraag onderworpen aan de watertoets. Het voorliggende bouwproject heeft een omvangrijke oppervlakte en ligt niet in overstromingsgevoelig gebied. De (ondergrondse) constructie en de verharde oppervlakte hebben omvangrijke dimensies en geven aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 20 juli 2006 en latere wijzigingen. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater dd. 5 juli 2013 wordt nageleefd.
Op vlak van de verordening hemelwater wordt door de voorzieningen in en op het gebouw (hemelwaterput, herbruik hemelwater en groendak) zo’n 2/3e van de dakoppervlakte gecompenseerd. Gezien men door de ondergrondse parking geen mogelijkheid heeft om op de eigen kavel te infiltreren worden voor zo’n 450m² te compenseren dakoppervlakte de voorzieningen op het openbaar domein aangewend.
Wat het geplande openbaar domein betreft, wenst men de vergunde voorzieningen onder het Fanny Aubergeplein (uit dossier OMV/2019/410) uit te breiden en dit in functie van het geplande openbaar domein van de voorliggende aanvraag en de restoppervlakte van het woonzorgcentrum. Bijkomend wenst men ook voor de toekomstige aanvragen de binnentuin van de toekomstige kantoren en de heraanleg van de Diksmuidestraat in rekening te brengen. In het voorliggende dossier voorziet men zo voor de reeds vergunde fase 2, voor de voorliggende aanvraag en voor de aangehaalde toekomstige werken een systeem bestaande uit een infiltrerende RWA-riolering en een systeem van infiltratiekratten (50% infiltrerend en 50% bufferend) met een totaal volume van 251.600 liter en met een infiltratieoppervlakte van 354,65m². Het vergunde systeem uit dossier OMV/2019/410 met een volume van 91.250 liter en een infiltratieoppervlakte van 146m² wordt zo uitgebreid met een volume van 160.350 liter en een infiltratieoppervlakte van 208,65m².
In het kader van de watertoets werd advies gevraagd aan de Dienst Integraal Waterbeleid van de Provincie Antwerpen. Het advies dd. 13 juli 2022 is ongunstig. De volgende bemerkingen van DIW hebben betrekking op het geplande openbaar domein (of de voorzieningen op het openbaar domein)
“(…)
1/ De infiltratievoorzieningen moeten volledig boven de gemiddelde hoogste grondwaterstand worden gerealiseerd.
- Rekening houdend met de beschikbare info zijn de voorgestelde infiltratievoorzieningen niet functioneel en hebben deze een drainerend effect.
2/ Op basis van de aangeleverde gegevens moet er 100% op infiltratie worden ingezet en niet op een combinatie van infiltratie en buffering.
3/ De infiltratievoorziening dient correct gedimensioneerd te worden rekening houdend met de verstrengde norm (33 l/m² verharding) en de nuttige oppervlaktes en volumes.
(…)”
1/ Diepte van het grondwater
Het is onduidelijk waarop DIW zich baseert om te stellen dat de diepte van het grondwater op 0,27m t.o.v. het maaiveld zit. Bij het voorliggende dossier kan opgemerkt worden dat de gegevens (dd. januari 2019) omtrent grondwater weinig metingen bevat, maar uit het document blijkt dat op 4m diepte geen grondwater vastgesteld werd en pas op 5,2m grondwater waargenomen werd. Recentere metingen van februari 2022 (die de aanvrager de dienst Ruimtelijke Ordening bezorgde) bevestigen dit. Op verschillende punten werd geen grondwater aangetroffen. Enkel op 1 punt werd grondwater op 3,10m (24,41m TAW) waar genomen. Het gegeven dat het grondwater “diep” zit, werd ook door medewerkers, betrokken bij de uitvoering van de werken aan het Pioniersgebouw, verklaard / bevestigd.
Er kan dan ook met zekerheid gesteld worden dat de geplande infiltratievoorzieningen met als bodempeil 26.00m TAW zich duidelijk boven het voorjaarsgrondwaterpeil bevindt en er dus geen drainage van het grondwater te verwachten is. Het advies wordt op dit vlak dus niet bijgetreden.
2/ Er moet voor 100% ingezet worden op infiltratie.
In het voorliggende dossier wordt een “50-50-systeem” voorgesteld. De bedoeling hiervan is om op halve hoogte van de voorziening een vertraagde afvoer te plaasten zodat de riolering op piekmomenten ontlast kon worden worden. Aan dit deel van het advies van DIW kan makkelijk voldaan worden. De vertraagde afvoer mag niet voorzien worden en het systeem moet voor 100% als infiltratievoorziening fungeren (met bovenaan het systeem enkel een noodoverstort). Het advies kan op dat vlak dus bijgetreden worden.
DIW raadt verder nog aan om de infiltratievoorziening als een open systeem (wadi, inifltratiekom) te voorzien. Dit wordt echter niet bijgetreden. De vergunde functie als stedelijk plein en een open infiltratiesysteem zijn immers niet verzoenbaar op de beperkte ruimte tussen het Pioniersgebouw, het geplande woonzorgcentrum en het toekomstige “Gebouw 2” (oostkant). In het algemeen kan op dat vlak gesteld worden dat de beschikbare ruimte in een stedelijke context eerder beperkt is en dat zo’n open systemen in dat geval niet altijd vanzelfsprekend is.
3/ Voor het project geldt de verstrengde buffer- en infiltratienorm van 33 l/m² i.p.v. 25 l/m².
In het advies van DIW wordt vreemd genoeg niet verder gemotiveerd waarvan dit cijfer komt en wat de achterliggende reden is. Op dat vlak kan opgemerkt worden dat zonder enige motivering de geldende cijfers verhoogd worden. De voorliggende aanvraag voldoet immers aan de momenteel geldende verordening hemelwater, namelijk een infiltratievolume van 25 l/m² referentieoppervlakte. Het is het stadsbestuur bekend dat er werk gemaakt wordt van een herziening van de verordening hemelwater (waarin dit strengere cijfer opgenomen is), maar die regelgeving is nog niet van kracht en geldt tevens niet voor vergunningsaanvragen ingediend voor de inwerktreding van die “aangepaste” verordening (zie blijkt uit het ontwerp besluit). Dit laatste is vermoedelijk in het besluit opgenomen om de nodige rechtzekerheid te bieden aan aanvrager / ontwikkelaars. Het voorliggende dossier (en het uitgewerkte hemelwatersysteem) werd in april 2022 nota bene voorgelegd aan de Dienst Integraal Waterbeleid en toen werden er geen bemerkingen gemaakt over deze verstrengde buffer- en infiltratienorm.
Ondanks de bovenstaande bedenkelijke vaststellingen kan in het voorliggende dossier wel voldaan worden aan deze strengere norm. Het heeft immers geen zin om het “oude” cijfer te hanteren voor toekomstige fasen (binnenplein kantoren, heraanleg Diksmuidestraat) terwijl op dat ogenblik deze strengere norm waarschijnlijk al van kracht zal zijn. Bij het voorliggende dossier kan gesteld worden dat ook met de norm 33l/m² het voorgestelde systeem ruimschoots volstaat om de werken uit de voorliggende aanvraag (en de reeds vergunde werken uit fase 2) te compenseren. De vooropgestelde overcapaciteit zal echter lager zijn dan voorzien.
Het ingediende dossier omvat een te compenseren oppervlakte van 3157m² (rest WZC + geplande openbaar domein aan WZC + reeds te realiseren deel Diksmuidestraat). Dit geeft de volgende cijfers:
- Bij 25l/m² geeft dit voor de huidige aanvraag een infiltratievolume van 78.925 liter. Van de voorziene 160.350 liter (waarmee het reeds vergunde systeem uitgebreid wordt) is dus zo’n 81.425 liter of zo’n 3.275m² referentieoppervlakte in overcapaciteit.
- Bij de nieuwe norm 33l/m² is een infiltratievolume van 104.181 liter nodig bij het voorliggende dossier. De geplande uitbreiding van 160.350 liter heeft zo een overcapaciteit van 56.169 liter, goed voor 1.702m² die bij toekomstige aanvragen aangewend kan worden.
Vanuit beide optieken wordt dus zowel aan de bestaande verordening als aan de gewijzigde verordening in opmaak voldaan. Enkel de overcapaciteit voor de toekomst verschilt dus.
Gezien aan de bemerkingen uit het advies van DIW (m.b.t. het openbaar domein) voldaan wordt of voldaan kan worden, is er geen reden om het ongunstige eindoordeel uit het advies te volgen. Het advies wordt in dat opzicht niet bijgetreden. De volgende bemerkingen dienen te worden gemaakt m.b.t de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater:
- Het voorgestelde systeem van infiltratieriolen en infiltratiekratten dient als 100% infiltrerend uitgevoerd te worden. De vertraagde afvoer mag niet voorzien worden. Enkel mag bovenaan het systeem een noodoverloop geplaatst worden.
- Het voorgestelde hemelwatersysteem heeft een overcapaciteit van:
° 3.275m² referentieoppervlakte bij de norm 25l/m² infiltratievolume;
° 1.702m² referentieoppervlakte bij de nieuwe norm 33l/m² infiltratievolume.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om het advies van de Dienst Integraal Waterbeleid van de Provincie Antwerpen op de bovenstaande wijze te behandelen en de bovenstaande bemerkingen te maken m.b.t. de watertoets en de verordening hemelwater en tenslotte te concluderen dat op deze wijze voldaan wordt aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater en het voorliggende ontwerp zo verenigbaar is met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid.
Verordening wegen voor voetgangersverkeer
De verordening inzake wegen voor voetgangersverkeer dd. 29 april 1997 is in het voorliggende dossier van kracht. Er wordt aan de bepalingen van de verordening voldaan. Verder worden er in het advies van de Mobiliteitsambtenaar van Stad Turnhout hieromtrent geen bemerkingen gemaakt.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het bovenstaande standpunt in te nemen m.b.t. de verordening inzake wegen voor voetgangersverkeer
Project-MER-screening
Het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening is van kracht sinds 29 april 2013 (publicatie in het Belgisch Staatsblad). Die nieuwe regelgeving was nodig nadat het Hof van Justitie in een arrest van 24 maart 2011 oordeelde dat de Vlaamse regelgeving niet in overeenstemming was met de project-m.e.r.-richtlijn. Wanneer een project onder één van de rubrieken van bijlage III van het project-m.e.r.-besluit valt kan de initiatiefnemer ervoor opteren om ofwel een project-MER op te maken, ofwel de project-m.e.r.-screeningsprocedure te doorlopen.
Het voorliggende project valt (voor het stedenbouwkundige luik) onder rubriek 10 b van bijlage III van het project-m.e.r.-besluit, met name stadsontwikkelingsprojecten.
Bij de voorliggende aanvraag zijn voldoende gegevens m.b.t. de project-m.e.r.-screening gevoegd om de milieueffecten van de voorliggende aanvraag in kaart te brengen. Deze gegevens bieden voldoende inzicht om te oordelen dat de milieueffecten van de aanvraag op zich beperkt zijn en dat de impact ervan niet aanzienlijk is. De voorliggende aanvraag maakt deel uit van een vergunde verkaveling, waarvan de milieuimpact reeds in kaart gebracht werd (en aanvaardbaar bevonden werd). Zo omvatten de voornaamste permanente milieuimpact de effecten op vlak van mobiliteit. Hiervoor werd een MOBER opgesteld om de mobiliteitsimpact van de voorliggende fase III van het stadsvernieuwingsproject ‘Stationsomgeving Turnhout’ en van de voorliggende aanvraag in kaart te brengen. Uit de MOBER blijkt dat er voor de realisatie van ganse fase III ingrijpende ontsluitings- en verkeersaanpassingen in de omgeving noodzakelijk zijn. Door de aanvraag echter te beperken tot het voorliggende zijn er geen (of zeer beperkte) maatregelen nodig. Op deze wijze kan dan ook gesteld worden dat de mobiliteitsimpact van de voorliggende aanvraag niet aanzienlijk en aanvaardbaar is.
De meest hinderlijke aspecten van de voorliggende aanvraag zullen zich voordoen tijdens de bouw- en realisatiefase. Deze hinder is echter eigen aan bouwen en is tijdelijk. Verder dienen tijdens de werken alle nodige maatregelen getroffen te worden om hinder tot een minimum te beperken. Tenslotte dient de afvoer van hemelwater en afvalwater gescheiden te gebeuren en bovendien moet voldaan worden aan de bepalingen van de gewestelijke verordening hemelwater.
Het geplande project is verder gelegen in een stadsvernieuwingsproject in een stedelijke omgeving, waarvan de voorliggende aanvraag deel uitmaakt van één van de fasen. De impact van het stadvernieuwingsproject “Stationsomgeving Turnhout” werd in het verleden reeds integraal bekeken en ook naar bouwvolumes en functies werd het ganse project doordacht bestudeerd (cfr. masterplan). Ook in de voorliggende aanvraag werden de effecten ruimer bestudeerd (cfr. MOBER). Rekening houdend hiermee en gezien de aard, ligging en beperkte omvang van de potentiële effecten ten gevolge van het project, zal cumulatie met andere projecten in de buurt niet tot aanzienlijke milieueffecten leiden. Het voorgenomen project zal dus geen aanzienlijke milieueffecten veroorzaken zodat de opmaak van een project-MER niet vereist is.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld te besluiten dat de project-m.e.r.-screeningsnota voldoende inzichten verschaft om te oordelen dat de milieueffecten van de voorliggende aanvraag niet aanzienlijk zijn.
Archeologienota
De regelgeving inzake onroerend erfgoed verplicht de aanvrager van een omgevingsvergunning om in bepaalde gevallen een bekrachtigde archeologienota bij de vergunningsaanvraag te voegen. Gezien de totale perceelsoppervlakte van de kadastrale percelen waarop de (verkavelings)aanvraag betrekking heeft meer dan 3000m² bedraagt, is dit in het voorliggende dossier het geval.
Bij de voorliggende aanvraag werd een archeologienota (ID19277) gevoegd, opgesteld door ABO consultancy. Deze werd opgemaakt in het kader van verkavelingsaanvraag VK/2021/5. Gezien de footprint en bodemingreep van de voorliggende aanvraag binnen die van de verkaveling valt, is deze archeologienota ook voor de voorliggende aanvraag geldig. De studie stelt voor om verder archeologisch onderzoek met ingreep in de bodem (proefsleuvenonderzoek) uit te voeren in uitgesteld traject. Van de bevindingen uit deze nota werd reeds stilzwijgend aktegenomen door het schepencollege van Stad Turnhout (erkend als Onroerenderfgoedgemeente).
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om de conclusie uit de archeologienota (ID19277) te bekrachtigen en als voorwaarde op te leggen dat het programma van maatregelen uit deze archeologienota nageleefd moet worden binnen het projectgebied van de voorliggende aanvraag. Bijkomend wordt aan de gemeenteraad voorgesteld om voor het projectgebied van de voorliggende aanvraag als last op te leggen dat van de resultaten van het archeologisch onderzoek nog een bijkomende nota opgesteld moet worden waarvan ook nog eens akte genomen moet worden. Deze last dient tevens als voorwaarde opgelegd te worden alvorens de werken aangevat mogen worden.
Stedenbouwkundige beoordeling
De aanvraag beoogt dus – naast de oprichting van gebouwen – de aanleg en inrichting van openbaar domein. In het verkavelingsdossier VK/2021/5 dd. 20 januari 2022 werd het bijhorende rooilijnplan reeds goedgekeurd (gemeenteraadsbesluit dd. 20 december 2021). Met de voorliggende aanvraag wenst men het geplande openbaar domein binnen deze rooilijn in te richten.
Rekening houdend met de boordelingsgronden uit artikel 4 van het decreet gemeentewegen enerzijds en artikel 4.3.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) anderzijds, kan gesteld worden dat er geen bezwaar is tegen de voorgestelde aanleg van openbaar domein.
Zo werd bij de vastlegging van het rooilijnplan op 20 december 2021 geoordeeld dat de wijziging van de rooilijn noodzakelijk binnen de verkaveling (wat ook voor de voorliggende aanvraag geldt). Hoewel lot A van de verkaveling paalt aan een voldoende uitgeruste weg (Bareelstraat), is voor het functioneren van het woonzorgcentrum en voor de volwaardige ontsluiting ervan openbaar domein naast en achter het gebouw noodzakelijk. De inrichting van het openbaar domein staat tevens ten dienste van het algemeen belang aangezien het geplande openbaar domein in de toekomst voor iedereen toegankelijk zal zijn. Verder heeft het aangevraagde openbaar domein geen gevolg voor de ontsluitingsmogelijkheden van omliggende percelen. Bij het geplande openbaar domein kan ook opgemerkt worden dat het geheel aanvaardbaar is op vlak van verkeersveiligheid, mits de bemerkingen uit het advies van de Mobiliteitsambtenaar en de dienst Projectmanagement van de Stad gerespecteerd worden (wat het voorkomen van permanente autobewegingen betreft).
Tevens kan gesteld worden dat het voorgestelde openbaar domein in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening zoals bepaald in artikel 4.3.1. §2 van de VCRO. Op vlak van de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten, het reliëf, mogelijke hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid worden er immers geen bijkomende bemerkingen gemaakt en kan gesteld worden dat het nieuwe woonzorgcentrum ingeplant wordt in een kwalitatieve publieke ruimte.
Enkel op vlak van functionaliteit wordt het volgende opgemerkt. De zone onder de onderdoorrit aan het gebouw en de fietsenstalling en de parkeerplaatsen voor dokters maken geen deel uit van het openbaar domein. Deze zone valt immers buiten de rooilijn. Ook uit de nota en de plannen blijkt dat deze zone een volledig privatieve functie bij het woonzorgcentrum heeft (afgesloten fietsenparking personeel, parking voor dokters, dienstinrit). Deze zone wenst men echter in hetzelfde bestratingsmateriaal uit te voeren als het openbaar domein. Dit zal echter voor verwarring zorgen naar gebruik en statuut toe. De ganse zone aan de onderdoorrit onder het gebouw (incl. de fietsenstalling en de parkeerplaatsen voor dokters) moet in een andere bestratingsmateriaal dan het openbaar domein uitgevoerd worden, zodat het vooropgestelde onderscheid (openbaar vs. privaat) ook gevoelsmatig duidelijk is.
Een aanpassing van het gemeentelijke wegennet vormt een uitzonderingsmaatregel. Een bewijs hiervan is het gegeven dat de gemeenteraad hiervoor bevoegd is, terwijl de verantwoordelijkheid bij een klassieke vergunningsaanvraag bij het schepencollege ligt. Door het bijkomende openbaar domein komen er ook extra taken bij de overheid te liggen (onderhoud, verantwoordelijkheid, …). Om deze reden worden bij deze uitzonderingsmaatregel de onderstaande lasten opgelegd om alles in goede banen te leiden op vlak van uitvoering, overdracht, statuut … van het openbaar domein.
Bij de aanleg of aanpassing van wegen dient er steeds over gewaakt te worden dat, wanneer de wegeniswerken aangevat worden, er voldoende garanties zijn dat deze infrastructuurwerken te allen tijde afgerond zullen en kunnen worden. Dit is om ervoor te zorgen dat elke woongelegenheid effectief aan afgewerkt openbaar domein komt te liggen en tevens om te voorkomen dat er half afgewerkte werven in de stad ontstaan.
Voor het gedeelte van het toekomstige openbaar domein moet de aanvrager daarom het reglement voor het waarborgen van stedenbouwkundige lasten in omgevingsvergunningen (goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 5 september 2022) naleven. De aanvrager dient hierover met de dienst Wegen en Riolen van de stad contact op te nemen om hieromtrent de nodige afspraken te maken en de nodige verklaringen te ondertekenen.
De gronden gelegen binnen het voorgestelde openbaar domein moeten na de definitieve oplevering van de wegenis- en rioleringswerken kosteloos aan het openbaar domein van Stad Turnhout overgedragen worden en/of het openbaar karakter moet via een openbare erfdienstbaarheid of eeuwigdurend recht van opstal vastgelegd worden. Dit staat bepaald in het bovenstaande reglement. De aanvrager dient ook hiervoor de nodige verklaringen te ondertekenen bij de dienst Wegen en Riolen.
Voor de aanleg van het openbaar domein dienen verder ook de nodige borgen gestort te worden om de realisatie van de wegenis-, riolerings- en omgevingswerken te garanderen. Ook dit staat bepaald in het bovenstaande reglement. In functie van deze borgstelling moet tevens een aangepast plan opgemaakt worden, waarin alle bemerkingen en voorwaarden m.b.t. het openbaar domein verwerkt zijn. Dit plan dient overgemaakt te worden aan de dienst Wegen en Riolen en geldt als basis voor de (berekening van de) borgstelling.
Tenslotte wordt opgemerkt dat de ondertekening van het reglement, de verklaringen omtrent grondoverdracht en/of een openbare erfdienstbaarheid of eeuwigdurend recht van opstal, het aangepaste plan in functie van de borgstelling en de borgstelling voor de wegenis- en infrastructuurwerken zelf ook gelden als voorwaarden alvorens de werken uit de voorliggende aanvraag tot omgevingsvergunning aangevat mogen worden.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om de aanleg van het openbaar domein op de bovenstaande wijze gunstig te beoordelen.
Conclusie
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld de aangevraagde aanleg van het openbaar domein goed te keuren mits aan de volgende voorwaarden en lasten voldaan wordt.
VOORWAARDEN:
* Er moet voldaan worden aan de voorwaarden uit de externe adviezen van Brandweer zone Taxandria, Fluvius, Telenet, Proximus en Pidpa.
* Er moet voldaan worden aan de voorwaarden uit de interne adviezen van de dienst Milieu & Groen, de dienst Wegen & Riolen en de dienst Projectmanagement van Stad Turnhout.
* Er moet voldaan worden aan de de voorwaarden uit het interne advies van de de Mobiliteitsambtenaar van Stad Turnhout met dien verstande dat:
- de voorwaarde m.b.t. de helling van de toekomstige rotatieparking op de volgende wijze aangevuld wordt:
° Indien dit om technische redenen nodig is, dient de toegang tot lot C verplaatst te worden en dient de groenzone aan de oostkant van de open inrit verlengd te worden.
- de voorwaarde m.b.t. het plaatsen van paaltjes aan de onderdoorrit onder het gebouw aan de zijde van de Bareelstraat op de volgende wijze aangevuld wordt:
° Net als de de paaltjes achter de 6 openbare parkeerplaatsen dienen deze van het type wegzakkertje te zijn.
° De paaltjes op beide plaatsen mogen in dichtgeklapte toestand blijven tot er langs de noordzijde ontsloten kan worden, overeenkomstig de verschillende fasen van de ontsluiting van vrachtverkeer en leveringen (zoals voorgesteld in de nota omtrent het openbaar domein en in de MOBER)
* In het kader van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater worden de volgende bemerkingen gemaakt:
- Het voorgestelde systeem van infiltratieriolen en infiltratiekratten dient als 100% infiltrerend uitgevoerd te worden. De vertraagde afvoer mag niet voorzien worden. Enkel mag bovenaan het systeem een noodoverloop geplaatst worden.
- Het voorgestelde hemelwatersysteem heeft een overcapaciteit van:
° 3.275m² referentieoppervlakte bij de norm 25l/m² infiltratievolume;
° 1.702m² referentieoppervlakte bij de nieuwe norm 33l/m² infiltratievolume.
* Het programma van maatregelen uit archeologienota (ID19277) moet nageleefd worden binnen het projectgebied van de voorliggende aanvraag.
* De ganse zone aan de onderdoorrit onder het gebouw (incl. de fietsenstalling en de parkeerplaatsen voor dokters) moet in een andere bestratingsmateriaal dan het openbaar domein uitgevoerd worden, zodat het vooropgestelde onderscheid (openbaar vs. privaat) ook gevoelsmatig duidelijk is.
* De onderstaande lasten gelden als voorwaarde alvorens de aangevraagde werken aangevat mogen worden.
LASTEN:
* Voor het projectgebied van de voorliggende aanvraag moet van de resultaten van het archeologisch onderzoek (conform archeologienota ID19277) een bijkomende nota opgesteld worden waarvan ook nog akte genomen moet worden.
* Het reglement voor het waarborgen van stedenbouwkundige lasten in omgevingsvergunningen (goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 5 september 2022) moet nageleefd worden. De aanvrager dient hierover met de dienst Wegen en Riolen van de stad contact op te nemen om hieromtrent de nodige afspraken te maken en de nodige verklaringen te ondertekenen.
* De gronden gelegen binnen het voorgestelde openbaar domein moeten na de definitieve oplevering van de wegenis- en rioleringswerken kosteloos aan het openbaar domein van Stad Turnhout overgedragen worden en/of het openbaar karakter moet via een openbare erfdienstbaarheid of eeuwigdurend recht van opstal vastgelegd worden. De aanvrager dient ook hiervoor eveneens de nodige verklaringen te ondertekenen bij de dienst Wegen en Riolen.
* Voor de aanleg van het openbaar domein dienen ook de nodige borgen gestort te worden om de realisatie van de wegenis-, riolerings-, en omgevingswerken te garanderen.
* In functie van de borgstelling moet tevens een aangepast plan opgemaakt worden, waarin alle bemerkingen en voorwaarden m.b.t. het openbaar domein verwerkt zijn. Dit plan dient overgemaakt te worden aan de dienst Wegen en Riolen en geldt als basis voor de (berekening van de) borgstelling.
Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen
Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening
Het onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014
Het decreet Integraal Waterbeleid van 18 juli 2003 en besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets
Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater
Besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997 houdende vaststelling van een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer
Artikelen 2 en 42 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Reglement voor het waarborgen van stedenbouwkundige lasten in verkavelingen en projecten in Turnhout (gemeenteraadsbeslissing 2 maart 2015)
Er was 1 onthouding, nl van de heer Wout Schafraet.
Het College van Burgemeester en Schepenen legt het volgende voor aan de gemeenteraad:
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de aanleg en inrichting van het openbaar domein van de aanvraag tot omgevingsvergunning OMV/2022/81 (bouwen van een woonzorgcentrum met ondergrondse parking, buitenaanleg en de aanleg van openbaar domein) goed, mits aan de onderstaande voorwaarden en lasten voldaan wordt.
De gemeenteraad legt de onderstaande voorwaarden en lasten op.
VOORWAARDEN:
* Er moet voldaan worden aan de voorwaarden uit de externe adviezen van Brandweer zone Taxandria, Fluvius, Telenet, Proximus en Pidpa.
* Er moet voldaan worden aan de voorwaarden uit de interne adviezen van de dienst Milieu & Groen, de dienst Wegen & Riolen en de dienst Projectmanagement van Stad Turnhout.
* Er moet voldaan worden aan de de voorwaarden uit het interne advies van de de Mobiliteitsambtenaar van Stad Turnhout met dien verstande dat:
- de voorwaarde m.b.t. de helling van de toekomstige rotatieparking op de volgende wijze aangevuld wordt:
° Indien dit om technische redenen nodig is, dient de toegang tot lot C verplaatst te worden en dient de groenzone aan de oostkant van de open inrit verlengd te worden.
- de voorwaarde m.b.t. het plaatsen van paaltjes aan de onderdoorrit onder het gebouw aan de zijde van de Bareelstraat op de volgende wijze aangevuld wordt:
° Net als de de paaltjes achter de 6 openbare parkeerplaatsen dienen deze van het type wegzakkertje te zijn.
° De paaltjes op beide plaatsen mogen in dichtgeklapte toestand blijven tot er langs de noordzijde ontsloten kan worden, overeenkomstig de verschillende fasen van de ontsluiting van vrachtverkeer en leveringen (zoals voorgesteld in de nota omtrent het openbaar domein en in de MOBER)
* In het kader van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater worden de volgende bemerkingen gemaakt:
- Het voorgestelde systeem van infiltratieriolen en infiltratiekratten dient als 100% infiltrerend uitgevoerd te worden. De vertraagde afvoer mag niet voorzien worden. Enkel mag bovenaan het systeem een noodoverloop geplaatst worden.
- Het voorgestelde hemelwatersysteem heeft een overcapaciteit van:
° 3.275m² referentieoppervlakte bij de norm 25l/m² infiltratievolume;
° 1.702m² referentieoppervlakte bij de nieuwe norm 33l/m² infiltratievolume.
* Het programma van maatregelen uit archeologienota (ID19277) moet nageleefd worden binnen het projectgebied van de voorliggende aanvraag.
* De ganse zone aan de onderdoorrit onder het gebouw (incl. de fietsenstalling en de parkeerplaatsen voor dokters) moet in een andere bestratingsmateriaal dan het openbaar domein uitgevoerd worden, zodat het vooropgestelde onderscheid (openbaar vs. privaat) ook gevoelsmatig duidelijk is.
* De onderstaande lasten gelden als voorwaarde alvorens de aangevraagde werken aangevat mogen worden.
LASTEN:
* Voor het projectgebied van de voorliggende aanvraag moet van de resultaten van het archeologisch onderzoek (conform archeologienota ID19277) een bijkomende nota opgesteld worden waarvan ook nog akte genomen moet worden.
* Het reglement voor het waarborgen van stedenbouwkundige lasten in omgevingsvergunningen (goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 5 september 2022) moet nageleefd worden. De aanvrager dient hierover met de dienst Wegen en Riolen van de stad contact op te nemen om hieromtrent de nodige afspraken te maken en de nodige verklaringen te ondertekenen.
* De gronden gelegen binnen het voorgestelde openbaar domein moeten na de definitieve oplevering van de wegenis- en rioleringswerken kosteloos aan het openbaar domein van Stad Turnhout overgedragen worden en/of het openbaar karakter moet via een openbare erfdienstbaarheid of eeuwigdurend recht van opstal vastgelegd worden. De aanvrager dient ook hiervoor eveneens de nodige verklaringen te ondertekenen bij de dienst Wegen en Riolen.
* Voor de aanleg van het openbaar domein dienen ook de nodige borgen gestort te worden om de realisatie van de wegenis-, riolerings-, en omgevingswerken te garanderen.
* In functie van de borgstelling moet tevens een aangepast plan opgemaakt worden, waarin alle bemerkingen en voorwaarden m.b.t. het openbaar domein verwerkt zijn. Dit plan dient overgemaakt te worden aan de dienst Wegen en Riolen en geldt als basis voor de (berekening van de) borgstelling.
Uitgebrachte externe adviezen
Gezien de gemeenteraad enkel bevoegd is voor de geplande handelingen op het toekomstig openbaar domein, dienen in dit besluit enkel de ontvangen adviezen vermeld te worden die geheel of gedeeltelijk betrekking hebben op het geplande openbaar domein. Dit geldt echter voor geen enkel extern advies. Zo hebben de adviezen van het Directoraat-Generaal van de Luchtvaart, de ASTRID-veiligheidscommissie, de Dienst Integraal Waterbeleid van de Provincie Antwerpen, Inter - Toegankelijk Vlaanderen en de Brandweer zone Taxandria enkel betrekking op de aangevraagde gebouwen, de binnentuin, de bijgebouwen en de tuinzones op het geplande private domein in het project. Geen van deze adviezen heeft betrekking op het (beperkte) pad op het aangevraagde openbaar domein. De gemeenteraad dient bijgevolg geen standpunt in te nemen over de externe adviezen.
Uitgebrachte interne adviezen
Het advies van de dienst Wegen en Riolen dd. 1 september 2022 is voorwaardelijk gunstig. Het advies heeft enkel betrekking op de (strikte) naleving van de verordening hemelwater. Gezien het geplande padje in openbaar domein uitgaat van natuurlijke infiltratie (zie verder WATERTOETS), wordt aan de bemerking uit het advies voldaan en dient er voor het gedeelte binnen de rooilijn niets opgelegd te worden.
Het advies van de dienst Patrimonium dd. 30 augustus 2022 is gunstig.
Het advies van de dienst Mobiliteit dd. 1 september 2022 is voorwaardelijk gunstig. Volgende bemerkingen hebben betrekking op het openbaar domein of op mobiliteit in het algemeen
“(…)
(…)”
Deze opmerkingen bevestigen de uitgangspunten uit de aanvraag (m.b.t. mobiliteit) en omvatten dus geen op te leggen randvoorwaarden op. Verder kan wel nog opgemerkt worden dat het voorgestelde systeem van autodelen in een stedenbouwkundige last verankerd moet worden. Dit zal verder bij het gedeelte “Parkeren” uiteengezet worden.
Het advies van de dienst Projectmanagemanagement dd. 24 augustus 2022 is voorwaardelijk gunstig.
“(…)
De parkeernorm werd gewijzigd in dit project om een groter contingent voor bezoekers (lees: publiek toegankelijke parkeerplaatsen) te voorzien in verhouding tot bewoners. Er kwam een shift van 0,9 è 0,8 PP/WE voor bewoners en 0,2 è 0,3PP/WE voor bezoekers.
Zoals in de aanvraag gesteld is er momenteel voldoende parkeeraanbod voor bezoekers op de westelijke stationsparking. Deze capaciteit dient echter bewaakt te worden. De verkavelaar (SLIM Turnhout NV) dient deze parkeervraag (29 pp) + parkeervraag bezoekers Pioniersgebouw (39 pp) op termijn te voorzien in een rotatieparking. In de tussentijd dient het beschikbare aanbod op de stationsparking gemonitord en indien nodig bijkomend voorzien te worden op de gronden van de verkavelaar zoals opgenomen in de eenzijdige belofte die toegevoegd is aan deze aanvraag.
(…)”
De aangehaalde bemerkingen omvatten geen op te leggen voorwaarden, maar bevestigen de uitgangspunten in dit dossier. De monitoring van de bezetting van de stationsparking en de noodzaak om de parking uit te breiden dienen wel als concrete voorwaarde en last geformuleerd te worden. Dit zal verder bij het gedeelte “Parkeren” uiteengezet worden.
Verder wordt nog wel de volgende last in het advies van de dienst Projectmanagemanagement opgelegd.
“(…)
De bouwheer dient in te staan voor de kost van de ondergrondse afvalcontainers. Na afstemming met IOK afvalbeheer is duidelijk dat er 4 containers (2 rest, 1 pmd en 1 papier en karton) geplaatst dienen te worden. Voor elke container dient de ontwikkelaar ca. 10 000 euro te voorzien. In totaal is er hier dus een financiële last van 40 000 euro waaraan voldaan dient te worden. De containers worden geplaatst door een aannemer in opdracht van IOK afvalbeheer volgens de bijgevoegde modaliteiten. De plaatsing gebeurd na een bestelling door de stad. De ontwikkelaar dient voldoende ruimte op het openbaar domein te voorzien om deze containers te kunnen plaatsen en ze te kunnen ledigen. De plaatsingsmodaliteiten zijn in bijlage toegevoegd.
(…)”
Deze financiële last geldt als voorwaarde alvorens de werken uit de voorliggende aanvraag aangevat mogen worden.
Het advies van de dienst Milieu & Groen dd. 1 september is gunstig.
“(…)
Gunstig. De bemerkingen m.b.t. de groenaanleg zijn integraal opgenomen in de beschrijvende nota bij de aanvraag (p.95).
(…)”
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om de bovenstaande interne adviezen integraal bij te treden en de bijhorende voorwaarden en lasten te bekrachtigen.
Openbaar onderzoek
Tijdens het openbaar onderzoek van 1 juni 2022 t.e.m. 30 juni werd 1 bezwaarschrift ontvangen. Gezien de gemeenteraad enkel bevoegd is voor de aanleg en inrichting van het openbaar domein dienen in dit besluit enkel de bezwaarpunten behandeld te worden, die hier rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking op hebben. Dit geldt echter voor geen enkel bezwaarpunt (die alle betrekking hebben op het aangevraagde gebouw). De gemeenteraad dient bijgevolg geen standpunt in te nemen omtrent het ingediende bezwaar.
Watertoets
Overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid wordt de aanvraag onderworpen aan de watertoets. De voorliggende verhardingen op het geplande openbaar domein hebben geen omvangrijke oppervlakte en liggen niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 20 juli 2006 en latere wijzigingen. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de geldende gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd.
Het geplande pad is voorzien als een betonverharding van 1,50m afwaterend naar een naastliggende groenstrook van 50cm of 66 cm. Conform de gebruikelijke normen bedraagt de “hemelwater ontvangende” groenzone minstens 25% van de afwaterende oppervlakte. Op deze wijze wordt conform artikel 4, 2° van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater is de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater dan niet van toepassing. Er dienen dan ook geen bijkomende voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om te concluderen dat op deze wijze de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater niet van toepassing is en het voorliggende ontwerp zo verenigbaar is met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid.
Verordening wegen voor voetgangersverkeer
De verordening inzake wegen voor voetgangersverkeer dd. 29 april 1997 is in het voorliggende dossier van kracht op het voorgestelde pad. Er wordt aan de bepalingen van de verordening voldaan. Verder worden er in het advies van de Mobiliteitsambtenaar van Stad Turnhout hieromtrent geen bemerkingen gemaakt.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het bovenstaande standpunt in te nemen m.b.t. de verordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
Project-MER-screening
Het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening is van kracht sinds 29 april 2013 (publicatie in het Belgisch Staatsblad). Die nieuwe regelgeving was nodig nadat het Hof van Justitie in een arrest van 24 maart 2011 oordeelde dat de Vlaamse regelgeving niet in overeenstemming was met de project-m.e.r.-richtlijn. Wanneer een project onder één van de rubrieken van bijlage III van het project-m.e.r.-besluit valt kan de initiatiefnemer ervoor opteren om ofwel een project-MER op te maken, ofwel de project-m.e.r.-screeningsprocedure te doorlopen.
Het voorliggende project valt (voor het stedenbouwkundige luik) onder rubriek 10 b van bijlage III van het project-m.e.r.-besluit, met name stadsontwikkelingsprojecten.
Bij de voorliggende aanvraag zijn voldoende gegevens m.b.t. de project-m.e.r.-screening gevoegd om de milieueffecten van de voorliggende aanvraag in kaart te brengen. Deze nota (en de rest van de aanvraag) verstrekt voldoende gegevens om te oordelen dat de milieueffecten van de aanvraag op zich beperkt zijn en dat de impact ervan niet aanzienlijk is.
De voornaamste permanent milieueffecten omvat het aspect mobiliteit. Op vlak van mobiliteit kan gesteld worden dat het project voornamelijk bestemmingsverkeer genereert. Het project voorziet in een ondergrondse parking en een gelijkvloerse fietsenstalling. Verder blijkt uit het dossier dat de nabijgelegen (openbare) stationsparking voldoende capaciteit heeft om het bezoekersparkeren van de voorliggende aanvraag (en van de directe omgeving) op te vangen. De aanvrager engageert zich ertoe om, indien dit nodig blijkt, deze parking nog te zullen uitbreiden. Tevens wordt ingezet op autodeelsystemen en worden hiervoor extra staanplaatsen en budget voorzien. Tenslotte zal er op termijn een publieke rotatieparking binnen het stadvernieuwingsproject “Stationsomgeving Turnhout” voorzien worden. Op deze wordt de impact op vlak van parkeren geminimaliseerd. Verder werd voor de omgeving ook een MOBER opgesteld. Hieruit blijkt dat de bestaande wegeninfrastructuur in de omgeving de bereikbaarheid en ontsluiting van het aangevraagde gebouw kan garanderen en hier dus geen negatieve scenario’s verwacht worden. Ook op dat vlak is de mobiliteitsimpact dus aanvaardbaar.
Verder dient de afvoer van hemelwater en afvalwater dient gescheiden te gebeuren en moet voldaan worden aan de bepalingen van de gewestelijke verordening hemelwater m.b.t. de opvang, herbruik, infiltratie en afvoer van hemelwater.
De meest hinderlijke aspecten van het voorliggende project zullen zich tenslotte voordoen tijdens de bouwfase. Deze hinder is echter tijdelijk en verder dienen tijdens de werken alle nodige maatregelen getroffen te worden om hinder tot een minimum te beperken.
Het geplande project is verder gelegen in een stadsvernieuwingsproject in een stedelijke omgeving, waarvan de voorliggende aanvraag deel uitmaakt van één van de fasen. De impact van het stadvernieuwingsproject “Stationsomgeving Turnhout” werd in het verleden reeds integraal bekeken en ook naar bouwvolumes en functies werd het ganse project doordacht bestudeerd (cfr. masterplan). Ook in de voorliggende aanvraag werden de effecten ruimer bestudeerd (cfr. MOBER). Rekening houdend hiermee en gezien de aard, ligging en beperkte omvang van de potentiële effecten ten gevolge van het project, zal cumulatie met andere projecten in de buurt niet tot aanzienlijke milieueffecten leiden. Het voorgenomen project zal dus geen aanzienlijke milieueffecten veroorzaken zodat de opmaak van een project-MER niet vereist is.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld te besluiten dat de project-m.e.r.-screeningsnota voldoende inzichten verschaft om te oordelen dat de milieueffecten van de voorliggende aanvraag (m.b.t. het openbaar domein) niet aanzienlijk zijn.
Archeologienota
De regelgeving inzake onroerend erfgoed verplicht de aanvrager van een omgevingsvergunning om in bepaalde gevallen een bekrachtigde archeologienota bij de vergunningsaanvraag te voegen. Gezien de totale perceelsoppervlakte van de kadastrale percelen waarop de (verkavelings)aanvraag betrekking heeft meer dan 3000m² bedraagt, is dit in het voorliggende dossier het geval.
Bij de voorliggende aanvraag werd een archeologienota (ID21494) gevoegd, opgesteld door BAAC. De studie stelt voor om geen verder onderzoek te doen (gezien het potentieel op kennisvermeerdering zo goed als onbestaande is) . Van de bevindingen uit deze nota werd stilzwijgend aktegenomen door het schepencollege van Stad Turnhout (erkend als Onroerenderfgoedgemeente).
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om de conclusies uit de archeologienota (ID19277) bij te treden en te bekrachtigen.
Parkeren
In het dossier Pioniersgebouw (ref. OMV/2019/410) werd op een deel van perceel 150W een tijdelijke openbare parking met 44 parkeerplaatsen vergund en dit in functie van bezoekersparkeren voor het Pioniersgebouw en ter compensatie van het autovrije plein. Met de voorliggende plannen zal deze parking niet meer voorzien worden (gezien er een gebouw op deze locatie ingetekend is). De aanvrager verwijst echter naar de ruime overcapaciteit van de stationsparking (zo’n 100 parkeerplaatsen). Bovendien verklaart de aanvrager dat deze parking met 35 parkeerplaatsen uitgebreid kan worden op terreinen in zijn eigendom. De noodzaak hiertoe zou jaarlijks geëvalueerd worden. Op deze wijze wenst men de niet uitvoering van deze tijdelijke parking te compenseren.
Verder werd in de aanloop van dit dossier door het schepencollege (op 6 januari 2022) akkoord gegaan met een verschuiving van de parkeernorm van 0,9 è 0,8 PP/WE voor bewoners en 0,2 è 0,3PP/WE voor bezoekers. In geval er een autodeelsysteem toegepast zou worden werd, dient voor bewoners minimaal 0,65PP/WE voorzien te worden. De aanvrager richtte zijn dossier af op deze nieuwe cijfers.
Zowel uit het advies van de Mobiliteitsambtenaar als van de dienst Projectmanagement blijkt dat het voorgestelde aantal parkeerplaatsen in de ondergrondse parking, het vooropgestelde autodeelsysteem, de overcapaciteit op de stationsparking en de mogelijkheid om deze parking uit te breiden met 35 plaatsen de impact op vlak van parkeren van de voorliggende aanvraag dekt en het bezoekersparkeren uit dossier OMV/2019/410 compenseert. Wel is het vanuit stedenbouwkundig oogpunt aangewezen om de nodige garanties in te bouwen door het opleggen van stedenbouwkundige lasten. Gezien parkeren in dit dossier een aandachtspunt is, is het niet aangewezen om zulke zaken te vrijblijvend te houden.
In de aanvraag verklaart de aanvrager het nodige budget te zullen vrijmaken voor een autodeelsysteem met 2 deelwagens. De aanvrager sloot hiervoor tevens al een overeenkomst met een autodeelorganisatie. Bij dit voorgestelde systeem wordt dan ook opgelegd dat een bedrag van 120 000 euro (2 x 60 000 euro) overgemaakt moet worden op een geblokkeerde rekening (zoals de aanvrager zelf al verklaart). Dit budget kan dan aangewend worden in functie van de opstart en uitbouw van een autodeelsysteem. Naast autodelen mag dit budget ook aangewend worden voor fietsdelen, andere duurzame deelmobiliteitsoplossingen of oplossingen die duurzaam parkeren ondersteunen. Het overmaken van het budget geldt als voorwaarde alvorens de aangevraagde werken gestart mogen worden.
Bij de aangehaalde overcapaciteit van de stationsparking verklaart de aanvrager zich ertoe te verbinden deze capaciteit jaarlijks te monitoren. Verder geeft men aan dat (indien dit nodig blijkt) deze parking op gronden van de aanvrager uitgebreid kan worden met 35 parkeerplaatsen. Men zal dit op eigen kosten uitvoeren en zal hiervoor het nodige budget vrijmaken. Hierbij dient opgemerkt dat de aanvrager de overcapaciteit daadwerkelijk moet monitoren en hiervan jaarlijks een rapport moet bezorgen aan de dienst Mobiliteit van Stad Turnhout met minstens 1 telling per kwartaal. Indien op basis van de tellingen blijkt dat er onvoldoende capaciteit (over) is, dient de stationsparking effectief uitgebreid te worden met 35 parkeerplaatsen.
Daarnaast heeft de mogelijke uitbreiding van de parking een publieke functie, waarvan het statuut vastgelegd moet worden d.m.v. een rooilijn (en grondoverdracht naar het openbaar domein) of een openbare erfdienstbaarheid of eeuwigdurend recht van opstal of via een beheersovereenkomst (zoals voorzien in het decreet gemeentewegen). Verder moeten ook de nodige borgen gesteld worden om de aanleg van de parking te garanderen (cfr. 52 630,46 euro incl. BTW – zoals de aanvrager aangeeft). Net zoals bij het aangevraagde openbaar domein zal, in geval een uitbreiding van de parking nodig blijkt, het reglement voor het waarborgen van stedenbouwkundige lasten in omgevingsvergunningen (goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 5 september 2022) nageleefd moeten worden.
Met deze lasten en voorwaarde tot monitoring wordt gegarandeerd dat de vooropgestelde parkeeroplossingen daadwerkelijk gerealiseerd zullen worden. Bovendien gelden de opgelegde financiële lasten als voorwaarde alvorens de aangevraagde werken gestart mogen worden.
Stedenbouwkundige beoordeling
De aanvraag beoogt dus – naast de oprichting van gebouwen – de aanleg van een pad in openbaar domein. Bij de voorliggende aanvraag werd tevens een rooilijnplan gevoegd om de nieuwe scheiding tussen privaat en openbaar domein vast te leggen.
Rekening houdend met de boordelingsgronden uit artikel 4 van het decreet gemeentewegen enerzijds en artikel 4.3.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) anderzijds, kan gesteld worden dat er geen bezwaar is tegen de voorgestelde aanleg van openbaar domein.
Zo staat het voorgestelde pad ten dienste van het algemeen belang aangezien het geplande openbaar domein in de toekomst voor iedereen toegankelijk zal zijn. Tevens biedt het pad de mogelijkheid om een extra toegang te voorzien en dit zowel naar de aangevraagde wooneenheden en commerciële ruimten als naar de bestaande omliggende woningen en eigendommen. Dit kan als een verbetering op vlak van ontsluiting gezien worden voor omliggende eigendommen. Verder heeft het voorgestelde pad nagenoeg geen gevolgen op vlak van verkeersveiligheid.
Gezien de beperkte omvang van het voorgestelde pad kan tevens gesteld worden dat het voorgestelde openbaar domein in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening zoals bepaald in artikel 4.3.1. §2 van de VCRO. Op vlak van de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten, het reliëf, mogelijke hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid is het voorgestelde pad aanvaardbaar.
Bij de algemene mobiliteitsimpact van het voorgestelde bouwprogramma in het algemeen (wat een impact kan hebben op het bestaande openbaar domein) kan gesteld dat deze aanvaardbaar is op de wijze waarop dit in de aanvulling op de MOBER uitgewerkt is. Ook op vlak van parkeren kan het geheel aanvaard worden, mits de beschreven bemerkingen en lasten gerespecteerd worden.
Een aanpassing van het gemeentelijke wegennet vormt een uitzonderingsmaatregel. Een bewijs hiervan is het gegeven dat de gemeenteraad hiervoor bevoegd is, terwijl de verantwoordelijkheid bij een klassieke vergunningsaanvraag bij het schepencollege ligt. Door het bijkomende openbaar domein komen er ook extra taken bij de overheid te liggen (onderhoud, verantwoordelijkheid, …). Om deze reden worden bij deze uitzonderingsmaatregel de onderstaande lasten opgelegd om alles in goede banen te leiden op vlak van uitvoering, overdracht, statuut … van het openbaar domein.
Bij de aanleg of aanpassing van wegen dient er steeds over gewaakt te worden dat, wanneer de wegeniswerken aangevat worden, er voldoende garanties zijn dat deze infrastructuurwerken te allen tijde afgerond zullen en kunnen worden. Dit is om ervoor te zorgen dat elke woongelegenheid effectief aan afgewerkt openbaar domein komt te liggen en tevens om te voorkomen dat er half afgewerkte werven in de stad ontstaan of voorzieningen niet uitgevoerd worden.
Voor het gedeelte van het toekomstige openbaar domein moet de aanvrager daarom het reglement voor het waarborgen van stedenbouwkundige lasten in omgevingsvergunningen (goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 5 september 2022) naleven. De aanvrager dient hierover met de dienst Wegen en Riolen van de stad contact op te nemen om hieromtrent de nodige afspraken te maken en de nodige verklaringen te ondertekenen.
De gronden gelegen binnen het voorgestelde openbaar domein moeten na de definitieve oplevering van de wegenis- en rioleringswerken kosteloos aan het openbaar domein van Stad Turnhout overgedragen worden en/of het openbaar karakter moet via een openbare erfdienstbaarheid of eeuwigdurend recht van opstal vastgelegd worden. Dit staat bepaald in het bovenstaande reglement. De aanvrager dient ook hiervoor de nodige verklaringen te ondertekenen bij de dienst Wegen en Riolen.
Voor de aanleg van het openbaar domein dienen verder ook de nodige borgen gestort te worden om de realisatie van de wegenis-, riolerings- en omgevingswerken te garanderen. Ook dit staat bepaald in het bovenstaande reglement. In functie van deze borgstelling moet tevens een aangepast plan opgemaakt worden, waarin alle bemerkingen en voorwaarden m.b.t. het openbaar domein verwerkt zijn. Dit plan dient overgemaakt te worden aan de dienst Wegen en Riolen en geldt als basis voor de (berekening van de) borgstelling.
De ondertekening van het reglement voor het waarborgen van stedenbouwkundige lasten in omgevingsvergunningen (goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 5 september 2022), de verklaringen omtrent grondoverdracht, een openbare erfdienstbaarheid of eeuwigdurend recht van opstal of een beheersovereenkomst (zoals voorzien in het decreet gemeentewegen) en de borgstelling .i.f.v. de wegenis- en rioleringswerken gelden ook voor de mogelijke uitbreiding van de stationsparking.
Tenslotte wordt opgemerkt dat de ondertekening van het reglement, de verklaringen omtrent grondoverdracht, een openbare erfdienstbaarheid, een eeuwigdurend recht van opstal of een beheersovereenkomst (zoals voorzien in het decreet gemeentewegen), het aangepaste plan in functie van de borgstelling en de borgstelling voor de wegenis- en infrastructuurwerken zelf ook gelden als voorwaarden alvorens de werken uit de voorliggende aanvraag tot omgevingsvergunning aangevat mogen worden.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om het voorgestelde rooilijnplan en de aanleg van het openbaar domein op de bovenstaande wijze gunstig te beoordelen.
Conclusie
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld de aangevraagde rooilijnplan en de aangevraagde aanleg van het openbaar domein goed te keuren mits aan de volgende voorwaarden en lasten voldaan wordt.
VOORWAARDEN:
LASTEN:
Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen
Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening
Het onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014
Het decreet Integraal Waterbeleid van 18 juli 2003 en besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets
Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater
Besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997 houdende vaststelling van een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer
Artikelen 2 en 42 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het reglement voor het waarborgen van stedenbouwkundige lasten in omgevingsvergunningen (goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 5 september 2022
Er was 1 onthouding, nl van de heer Wout Schafraet.
Het College van Burgemeester en Schepenen legt het volgende voor aan de gemeenteraad:
Artikel 1
De gemeenteraad keurt het rooilijnplan van de aanvraag tot omgevingsvergunning OMV/2022/85 (bouwen van een gebouw met commerciële ruimten, 97 appartementen en een ondergrondse parking en het uitvoeren van omgevingsaanleg) goed, mits aan de onderstaande voorwaarden en lasten voldaan wordt.
De gemeenteraad keurt de aanleg en inrichting van het openbaar domein van de aanvraag tot omgevingsvergunning OMV/2022/85 (bouwen van een gebouw met commerciële ruimten, 97 appartementen en een ondergrondse parking en het uitvoeren van omgevingsaanleg) goed, mits aan de onderstaande voorwaarden en lasten voldaan wordt.
De gemeenteraad legt de onderstaande voorwaarden en lasten op.
VOORWAARDEN:
LASTEN:
De nieuwe afbakening van het kernwinkelgebied, de overgangszone en de aanloopstraten wordt voorzien via aangehecht plan. In het kernwinkelgebied en de overgangszone wordt via richtlijnen en instrumenten ingezet op beeldkwaliteit, tegengaan van leegstand en ondersteuning van ondernemerschap in het breder kader van kernversterkend beleid. In de aanloopzones zal actief ingezet wordt op het stimuleren van de omvorming van (leegstaande) handelspanden naar kwaliteitsvol en betaalbaar wonen. In de overgangszone en aanloopstraten zal bovendien worden ingezet om voormalige handelshuizen die rechtmatig zijn omgevormd tot (deel van) een woning, maar nog de uiterlijke gevelelementen van een handelsruimte hebben, een premie te kunnen geven voor gevelrenovatie. Op deze manier kunnen deze panden een kwaliteitsvolle woninggevel bekomen.
Concreet zullen de panden Otterstraat 1,3, 5-7 en Otterstraat 2,4 en 6 overgangszone worden in plaats van kernwinkelgebied. In het begin van de Otterstraat zijn er enkele panden kernwinkelgebied, terwijl vanaf nummer 8 de overgangszone begint. In het kernwinkelgebied is het niet mogelijk om een handelspand om te vormen naar (een deel van) een woning, terwijl dit in de Otterstraat wel gewenst is.
Korte Gasthuisstraat 23 wordt overgangzone in plaats van kernwinkelgebied. De handelsruimtes op het gelijkvloers zijn erg moeilijk invulbaar en staan al lang leeg. De overgangszone begint vanaf nummer 25. De wijziging naar overgangszone geeft de mogelijkheid om om te vormen naar een kwaliteitsvolle woning op het gelijkvloers, waardoor er een nieuwe strategie bijkomt om de langdurige leegstand in deze handelsruimtes tegen te gaan. De hoek zelf, Korte Gasthuisstraat 19 blijft wel kernwinkelgebied. Dit pand is ingevuld en heeft een commercieel belangrijke ligging. Het is dus gewenst dat daar handel wordt gewaarborgd en daarom blijft het kernwinkelgebied.
Tot slot worden Victoriestraat 1 t.e.m. 55 kernwinkelgebied, Victoriestraat 2 t.e.m. 44 blijft overgangszone. De oneven kant van de Victroiestraat is volop in ontwikkeling. Deze herontwikkeling is gericht op handelsruimtes en is bijna gefinaliseerd. Bovendien zijn er als maar meer invullingen in de handelsruimtes. Om deze redenen is het nu het goede moment om de oneven kant van de Victoriestraat te wijzigen naar kernwinkelgebied.
De rest van de afbakening blijft ongewijzigd.
De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan het plan in bijlage van deze beslissing die de afbakening geografisch weergeeft. Het bij de beslissing horend plan geeft de kadastrale en/of fysische grenzen aan van de gebieden.
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en latere wijzigingen
Decreet betreffende het Integraal Handelsvestigingenbeleid van 15 juli 2016 en latere wijzigingen
De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan het plan in bijlage van deze beslissing die de afbakening van het kernwinkelgebied, de overgangszone en de aanloopstraten geografisch weergeeft. Het bij de beslissing horend plan geeft de kadastrale en/of fysische grenzen aan van het benoemde gebied.
Algemeen:
Na de jaarlijkse evaluatie van het premiestelsel in het voorjaar van 2022 met de bevoegde schepenen, betrokken diensten en enkele externe projectontwikkelaars, worden er enkele aanpassingen in het huidige premiereglement voorop gesteld. Concreet gaat het over deze aanpassingen:
De gemeenteraad heft het “reglement Premiestelsels kernwinkelgebied en overgangszone i.k.v. kernversterkend beleid goedgekeurd op 14 september 2020 op met uitzondering van de reeds lopende dossiers.
De gemeenteraad keurt het gewijzigde reglement “Premiestelsels kernwinkelgebied en overgangszones Turnhout” goed in het kader van kernversterkend beleid. Het vernieuwde reglement loopt van 10 oktober 2022 t.e.m. 31 december 2025.
Definities
Voor de toepassing van dit reglement verstaan we onder:
1° Aanpassingswerken handelsruimte om er een betere handelsruimte van te maken: Alle werken die tot doel hebben de ruimten in 1 of meer handelspanden samen te voegen en/of geschikt te maken voor een bepaalde functie zoals verder omschreven in dit reglement binnen het doelgebied.
2° Aanpassingswerken in functie van wonen boven winkels / werken boven winkels: Alle werken aan ruimten boven of achter handelsruimte die niet afsplitsbaar zijn en als functie wonen hebben of gebruikt worden voor andere bedrijfseconomische activiteiten zoals handel, horeca, dienstverlening of kantoren. Een ruimte is pas afsplitsbaar indien ze na sloping van het gebouw beschouwd zou kunnen worden als een afzonderlijke entiteit die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
3° Gevelrenovatie: De werkzaamheden, die tot doel hebben de voor- en/of zijgevel(s) zichtbaar vanaf de straatkant van een bestaand handelshuis of voormalig handelshuis binnen het doelgebied te renoveren.
4° Handelaar: De uitbater, natuurlijke of rechtspersoon, van de handelszaak.
5°Handelszaak: Elke commerciële onderneming waarvoor een inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) is vereist en die de uitoefening van een kleinhandel tot hoofddoel heeft, met inbegrip van horeca, diensten en publieke functies voor zover zij gelegen zijn in het benoemde doelgebied en over normale openingsuren beschikken die in de detailhandel van toepassing zijn.
6° Handelsruimte: Het onroerend goed, waarin de handelszaak wordt uitgebaat, met uitsluiting van alle delen die niet uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van de uitbating van de handelszaak.
Voor de toepassing van dit reglement wordt ook een leegstaande handelsruimte als handelsruimte beschouwd. De vroegere bestemming als handelsruimte blijkt uit een omgevingsvergunning of meldingsakte. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan de leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.
7° Handelshuis: Het onroerende goed, waarin zowel een handelsruimte als woning aanwezig zijn, waar de woning boven of achter de handelsruimte gelegen is en waar handelsruimte en woning als één geheel functioneren. Indien het onroerend goed gelegen is op meerdere kadastrale percelen of meerdere huisnummers heeft, maar toch als één geheel functioneert omwille van de (interne) verwevenheid of architectuur, dan wordt dit onroerend goed voor de toepassing van dit reglement als één handelshuis beschouwd.
8° Herbestemming: De werkzaamheden die tot doel hebben de handelsruimte in een handelshuis om te vormen tot een woning of deel van een woning.
9° Hoofdverblijfplaats: De woning waar een gezin of een alleenstaande effectief en gewoonlijk verblijft, en waarvoor in deze woning een inschrijving is in de bevolkingsregisters.
10° Huurder woning: Natuurlijk persoon,
En
Voor de toepassing van dit reglement wordt ook een sociaal verhuurkantoor als huurder beschouwd.
11° Kamer: Een woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt.
12° Kwaliteitskamer: Een adviesorgaan dat is samengesteld uit één of meerdere experten die een kritische blik en expertise bieden op het gebied van beeldkwaliteit, stedenbouwkundige kwaliteit en leefbaarheid. De experten kunnen behoren tot het personeel van de stad of kunnen als externe deskundige door de stad hiertoe worden aangesteld. De kwaliteitskamer kan eventueel op eigen initiatief bijkomend advies inwinnen bij derden in die dossiers waar zij dit nodig acht, bv. inzake erfgoed.
13° Studio: Een woning die beschikt over een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid, zonder afzonderlijke slaapruimte.
14° Voormalig handelshuis: het onroerend goed, waarin in het verleden zowel een handelsruimte als een woning aanwezig was, maar waarbij de voormalige handelsruimte herbestemd werd tot (deel van een) woning én dat toch de uiterlijke kenmerken van een handelshuis heeft behouden. Voor deze bestemmingswijziging werd de vereiste omgevingsvergunning bekomen. Indien een omgevingsvergunning niet verplicht was, dient de aanvrager aan te tonen dat de herbestemming tot (deel van een) woning vergund geacht is.
De vroegere bestemming als handelsruimte blijkt uit een omgevingsvergunning of meldingsakte. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan de herbestemming, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.
Een pand heeft de uiterlijke kenmerken van een handelshuis behouden indien:
15° Woning: Elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande. Voor de toepassing van dit reglement wordt enkel het gebruik als hoofdverblijfplaats, aangetoond door een inschrijving in de bevolkingsregisters, als woning beschouwd. Een gebruik als tweede verblijf of recreatie wordt niet als woning beschouwd.
Doelstelling
§1. De premie heeft als doelstelling om de aantrekkelijkheid van handelshuizen in het kernwinkelgebied en de overgangszones van de stad Turnhout te verhogen. Hierdoor wordt de kwaliteit en uitstraling van dit gebied bevorderd en het ondernemerschap gestimuleerd. Er wordt gestreefd naar een versterking van het kernwinkelgebied en overgangszones door het aantrekken van nieuwe handelsactiviteiten. Dit door het verbeteren van de infrastructurele kwaliteit en uitstraling van de beschikbare handelshuizen, door gevelrenovatie, maar ook door kansen te geven aan werken of wonen boven winkels.
Opzet is dat dit in het kernwinkelgebied en desgevallend in de overgangszones, leidt tot meer handelsruimten waar een handelszaak in gevestigd is. Er wordt vooropgesteld dat de handelspanden en de invulling ervan ook moeten bijdragen tot een aantrekkelijk handelscentrum.
De handelspanden hebben als functie handel, horeca of dienstverlening waarbij de geldende stedenbouwkundige richtlijnen voor het kernwinkelgebied en de overgangszones worden gevolgd. Er wordt bewust gekozen om ruimer te gaan dan enkel detailhandel en dus ook het doelgebied horeca en dienstverlening mee op te nemen omdat deze functies bijdragen tot het kernversterkend beleid. Handel, horeca en dienstverlening zorgen voor een wisselspel in het aantrekken van klanten en bezoekers naar de binnenstad en dragen bij tot een levend stadshart.
§2. Enkel in de overgangszone wordt bijkomend ook ondersteuning geboden om handelshuizen die reeds leegstaan of dreigen leeg te staan te herbestemmen tot woonruimten. Deze omvorming is niet wenselijk in het kernwinkelgebied. De herbestemmingspremie kan, net zoals de premie wonen boven winkels, aangevraagd worden met het oog op eigen bewoning of met het oog op verhuur. Door in te zetten op de kwaliteit en de betaalbaarheid van de nieuw gerealiseerde woningen wordt ook de private huurmarkt versterkt.
Budget
§1. Binnen de perken van het in de begroting voorziene krediet en onder voorbehoud van de in volgende paragraaf vermelde financiering, verleent de Stad Turnhout een premie voor:
Begunstigden
§1. De premie kan aangevraagd worden door een natuurlijke persoon of een rechtspersoon, die houder is van zakelijke rechten op het handelshuis of voormalig handelshuis of ruimten boven/achter de handelsruimten, met name:
§2. De premie kan eveneens aangevraagd worden door een natuurlijke persoon of een rechtspersoon, die huurder is van de handelsruimte in het handelspand, op voorwaarde dat deze een ondertekend akkoord omtrent de werken kan voorleggen tussen (in voorkomend geval) alle betrokken naakte eigenaars, alle houders van zakelijke rechten en de huurder.
Algemene voorwaarden
§1. De premies kunnen enkel toegekend worden voor panden:
§2. De gesubsidieerde werken moeten de ruimtelijke kwaliteit van het handelsapparaat en het straatbeeld bevorderen. Bij gevelrenovatie moet de gevel steeds zodanig gerenoveerd worden dat deze in zijn totaliteit kwaliteitsvol is. De gevelrenovatiewerken moeten zich ruimtelijk inpassen in architectonische en ruimtelijke kwaliteiten van het gehele pand en de straat waar ze deel van uitmaken. De werken worden uitgevoerd in kwalitatieve en esthetisch verantwoorde materialen die voldoende duurzaam en stevig zijn voor het bedoelde gebruik.
Het Beeldkwaliteitsplan dat wordt opgemaakt in kader van het EFRO-project Levend Stadshart dient als toetsingskader.
Na het uitvoeren van de werken mag het pand geen uiterlijke tekenen van verval meer hebben. De aanvrager is verplicht alle niet-relevante uithangborden, onvergunde reclamepanelen, bekabeling die niet meer in gebruik is en andere onvergunde gevelconstructies te verwijderen. Nieuwe reclamepanelen, uithangborden of gevelconstructies moeten stedenbouwkundig vergund worden en in het geheel van de gevel geïntegreerd worden. Het aanbrengen en de aankoop hiervan worden niet betoelaagd.
§3. In geval van aanpassingen in functie van wonen boven winkels of in geval herbestemming dienen de uitgevoerde werken de kwaliteit van de woning(en) te bevorderen en dienen deze uitgevoerd te worden in kwalitatieve materialen.
Indien meerdere woningen worden gerealiseerd in het pand, dienen alle woningen kwaliteitsvol te zijn én dient het te gaan om een gezonde mix van typologieën zodat de leefbaarheid in het pand en in de buurt niet in het gedrang komt. Aanpassingswerken of herbestemming van het handelshuis tot een of meerdere studio’s of kamers worden in geen geval gesubsidieerd.
De Vlaamse Codex Wonen van 2021 en de stedenbouwkundige richtlijnen ‘Minimale woonkwaliteit in meergezinswoningen’ dienen als toetsingskader.
Na het uitvoeren van werken aan het pand dient elke woning waarvoor een premie werd aangevraagd in het pand over een conformiteitsattest beschikken.
§4. De toets aan het Beeldkwaliteitsplan zoals bedoel in §2 en de beoordeling van de voorgestelde typologieën, de toets aan de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en de stedenbouwkundige richtlijnen zoals bedoeld in §3, gebeurt voorafgaand aan de goedkeuring van de aanvraag door de kwaliteitskamer. Het advies kan bindende voorwaarden bevatten met het oog op het verlenen van de premie. Het college van burgemeester en schepenen behoudt zich het recht voor om op basis van dit advies bijkomende voorwaarden en werken op te leggen indien het oordeelt dat dit vereist is.
§5 Aanvullend gelden voor handelshuizen waar woningen in worden gerealiseerd ten gevolge van herbestemming of na aanpassingswerken in functie van wonen boven winkels volgende voorwaarden:
1° Het tot woning(en) herbestemd handelshuis dient binnen twee jaar na principiële goedkeuring van de premie, in gebruik te zijn als woning. Het kan hierbij zowel gaan om eigen bewoning door de eigenaar, als om verhuur aan een huurder. De inschrijving in de bevolkingsregisters geldt als datum start bewoning.
2° In geval van bewoning door de eigenaar-bewoner, moet de woning na het uitvoeren van de werken gedurende tenminste vijf jaar onafgebroken als hoofdverblijfplaats bewoond worden door de houder van een van de zakelijke rechten zoals bedoeld in art. 6. De vijfjarige periode start (na het uitvoeren van de werken en het bekomen van een conformiteitstattest) bij de start van de bewoning, zoals bedoeld in art. 3°.
3° In geval van verhuur aan een huurder: na het uitvoeren van de werken moet de woning gedurende tenminste vijf jaar als hoofdverblijfplaats verhuurd worden, zoals opgenomen in een geregistreerde huurovereenkomst tussen de eigenaar-verhuurder en huurder. Het huurcontract is hetzij een contract van negen jaar, hetzij een kortlopend contract van minder dan drie jaar, dat overeenkomstig de bepalingen van het Vlaams huurdecreet kan verlengd worden tot een contract van negen jaar. Het huurcontract dient te beantwoorden aan volgende maximum aanvangshuurprijzen:
| Eengezinswoning | Meersgezinswoning |
1 slaapkamer | 550 euro | 550 euro |
2 slaapkamers | 650 euro | 650 euro |
3 slaapkamers | 800 euro | 750 euro |
4 of meer slaapkamers | 1000 euro | 900 euro |
Een jaarlijkse indexering is toegestaan.
De vijfjarige periode start (na het uitvoeren van de werken en het bekomen van een conformiteitstattest) bij de start van de bewoning, zoals bedoeld in art. 7, 1°.
In geval van herverhuring tijdens de voormelde vijfjarige periode dient de eigenaar-verhuurder dezelfde maximale aanvangshuurprijzen te hanteren in het nieuwe contract.
4° In geval van overdracht van het zakelijk recht op de tot woning(en) herbestemd handelshuis, is de overdrager van het zakelijk recht verplicht de verplichtingen zoals bedoeld in §6, 1°, 2° en 3° als een kettingbeding op te leggen aan de nieuwe houders van het zakelijk recht en diens rechtsopvolgers voor de resterende looptijd van de vijfjarige periode. Indien de overdracht pas plaatsvindt na het verstrijken van deze vijfjarige periode, dient dergelijk geding niet meer opgenomen te worden.
Gebiedsomschrijving
§1. Het premiestelsel is van toepassing in het kernwinkelgebied en de overgangszones zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van de stad Turnhout in zitting van 14 september 2020 en latere wijzigingen.
§2. De premies voor gevelprenovatie, aanpassingswerken (handelsruimte) en aanpassingswerken (in functie van wonen of werken boven winkels) kunnen enkel toegekend worden toegekend aan handelshuizen, zowel gelegen in het kernwinkelgebied als in de overgangszones.
§3. De premie voor herbestemming tot woning kan enkel toegekend worden voor handelshuizen gelegen in de overgangszones.
§4. De premie voor gevelrenovatie kan eveneens worden toegekend aan voormalige handelshuizen, maar enkel als deze zijn gelegen in de overgangszones.
Subsidieerbare werken
§1. Werken komen enkel in aanmerking voor subsidiëring voor zover ze bijdragen tot het doel zoals omschreven in art. 5. De werkzaamheden kunnen zowel gebeuren door aannemers, als door de aanvrager zelf.
§2. Werken komen enkel in aanmerking voor subsidiëring voor zover ze in overeenstemming zijn met:
§3. Volgende werken komen in aanmerking, hetzij in kader van aanpassingswerken aan handelsruimten, hetzij in kader van aanpassingswerken die nodig zijn om wonen of werken boven of achter winkels mogelijk te maken, hetzij in kader van herbestemmingswerken:
a) Ruwbouwwerken
b) Dakwerken
c) Technische installaties
d) Afwerking indien ook ruwbouwwerken worden uitgevoerd
e) Afzonderlijke toegang
§4. Volgende werken die de renovatie en/of verfraaiing van de gevel (voor- en/of zijgevel(s) zichtbaar vanaf de straatkant) van een handelshuis of voormalig handelshuis tot gevolg hebben, komen in aanmerking voor de premie:
§5. Volgende werken worden uitdrukkelijk uitgesloten:
§6. Andere werken kunnen enkel mits toestemming van het College van Burgemeester en Schepenen in aanmerking komen voor de premie.
§7. Het College van Burgemeester en Schepenen kan na advies van de kwaliteitskamer afwijkingen toestaan op de voorwaarden zoals bedoeld in § 3 tot en met § 5 voor zover het handelshuis of voormalig handelshuis een beschermd monument is of opgenomen is in de inventaris bouwkundig erfgoed, en voor zover middels een gemotiveerd verzoek wordt aangetoond dat de erfgoedwaarden van het pand de naleving van deze voorwaarden onhaalbaar maken.
Premiebedragen
§1. De uit te voeren werken moeten minimaal 2 000 euro excl. btw bedragen voor:
§2. De premie bestaat uit een tussenkomst in de kosten van:
Beperkingen
§1. Voor een zelfde pand kan hetzelfde type premie slechts eenmaal in een periode van 1 jaar verleend worden met een maximum van 10 000 euro, te rekenen vanaf de datum van uitbetaling.
Een cumul van de beschikbare premies is mogelijk voor wat betreft aanpassingswerken in functie van samenvoeging, aanpassingswerken in functie van werken en wonen boven winkels en gevelrenovatie, maar wordt gelimiteerd op een maximum van 20 000 euro per handelshuis per 5 jaar, te rekenen vanaf de datum van uitbetaling.
Een cumul van de beschikbare premies is mogelijk voor wat betreft aanpassingswerken in functie van samenvoeging, aanpassingswerken in functie van werken en wonen boven winkels en gevelrenovatie, maar wordt gelimiteerd op een maximum van 20 000 euro per handelshuis per 5 jaar, te rekenen vanaf de datum van uitbetaling.
Een cumul met de herbestemmingspremie is niet mogelijk, met uitzondering van een cumul tussen herbestemming van handelshuizen en gevelrenovatie van handelshuizen. In dit geval wordt de cumul eveneens gelimiteerd op een maximum van 20 000 euro per handelshuis per 5 jaar, te rekenen vanaf de datum van uitbetaling.
Een cumul voor een voormalig handelshuis is niet mogelijk. Een voormalig handelshuis kan enkel een premie voor gevelrenovatie aanvragen. Hier geldt dus een maximum van 10 000 euro per premie per 5 jaar, te rekenen vanaf de datum van uitbetaling.
§2. De dossiers worden behandeld à rato van indiening en tot uitputting van het goedgekeurde krediet.
§3. Wanneer sprake is van een samenvoeging van panden, worden de samen te voegen panden beschouwd als één pand.
Aanvraagdossier
§1. Een aanvraag tot het bekomen van de premie dient aangetekend verzonden of tegen ontvangstbewijs afgeleverd te worden aan: Stad Turnhout, Dienst Ondernemen & Werk, Campus Blairon 200, 2300 Turnhout. Via mail, mits u per kerende een ontvangstbewijs ontvangt, kan een aanvraag ingediend worden via ondernemen@turnhout.be.
§2. De aanvraag dient de volgende documenten te bevatten om ontvankelijk te zijn:
Ontvankelijkheid
De aanvraag is pas ontvankelijk zodra deze volledig is. De ontvankelijkheid wordt binnen 1 maand na indiening van de aanvraag meegedeeld via een gewone zending of mail.Beslissing
§1. Het College van Burgemeester en Schepenen beslist op advies van de bevoegde stedelijke diensten en de kwaliteitskamer de aanvraag principieel goed te keuren of te weigeren en deelt binnen 3 maanden na indiening van de ontvankelijke aanvraag zijn beslissing schriftelijk mee aan de aanvrager, via mail of via brief.
§2. Het College van Burgemeester en Schepenen behoudt zich het recht voor om alle onderzoeken uit te voeren die vereist zijn voor de behandeling van de aanvraag. Indien de aanvrager hierbij zijn medewerking weigert, vervalt het recht op de premie.Verval van recht op de premie
Het recht op de premie en bij uitbreiding alle door het stadsbestuur aangegane verbintenissen vervallen van rechtswege wanneer tussen de aanvraag en de uitbetaling van de premie één van volgende feiten plaatsvindt:
Aanvang
Om voor de premie in aanmerking te komen, mogen de werken niet beginnen vóór principiële goedkeuring van de premie.
Termijnen
§1. De aanvrager moet uiterlijk twee jaar na de datum van principiële goedkeuring, per aangetekend via persoonlijke afgifte tegen ontvangstbewijs of via mail tegen ontvangstbewijs, de aanvraag tot uitbetaling van de premie indienen. Desgevallend moet deze termijn ook vallen binnen de termijn van de goedgekeurde omgevingsvergunning.
§2. Indien de aanvrager de aanvraag tot uitbetaling van de premie niet tijdig kan inleveren, kan hij voor het verstrijken van de voorziene termijn uitstel vragen bij het College van Burgemeester en Schepenen via een gemotiveerd schrijven. Het College van Burgemeester en Schepenen deelt zijn beslissing mee via een gewone zending.
Aanvraagdossier uitbetaling
§1. De aanvraag tot uitbetaling van de premie bestaat minimaal uit volgende documenten:
Berekening premie
§1. Het feitelijk premiebedrag wordt berekend op basis van de voorgelegde en aanvaarde facturen van aannemers of aangekochte materialen, exclusief de belasting op toegevoegde waarde.
§2. Indien de werken worden uitgevoerd door een aannemer, komen facturen enkel in aanmerking indien de factuurdatum dateert van na de principiële goedkeuring en indien de werken zijn uitgevoerd voor de vraag tot uitbetaling zoals bedoeld in art. 18. Indien de aanvrager zelf werken uitvoert, komen facturen voor de aankoop van materialen enkel in aanmerking indien de factuurdatum dateert van na de principiële goedkeuring en indien de materialen verwerkt zijn in de woning voor de vraag tot uitbetaling zoals bedoeld in art. 18.
Facturen voor eigen prestaties van de aanvrager komen nooit in aanmerking voor de premie.
§3. Sommige facturen kunnen (gedeeltelijk) geweigerd worden omdat de werkzaamheden waarop ze betrekking hebben niet in aanmerking komen. Daarom is het belangrijk dat de aanvrager op de facturen aanduidt welke werken in aanmerking komen. Facturen die onduidelijk zijn of waarvan niet af te leiden valt over welke werken het precies gaat worden onontvankelijk verklaard
§4. Kastickets, bestelbons, enz. worden niet aanvaard. Als u daarover beschikt, raden wij aan om bij uw leverancier hiervan een factuur te vragen.
§5. De feitelijke premie kan nooit hoger zijn dan de oorspronkelijk berekende maximale premie (op basis van de voorgelegde offertes). Indien sprake van een cumul met andere premies, zoals bedoeld in art. 22, wordt de premie evenredig verminderd indien de som van de premies meer zou bedragen dan 100% van de kostprijs van de uitgevoerde werken zoals bedoeld in art. 9.
Uitbetaling
§1. De premie kan pas uitbetaald worden als aan elk van volgende voorwaarden is voldaan:
§2. Na een positieve beslissing wordt de premie binnen de 60 dagen uitbetaald door overschrijving op het rekeningnummer van de gerechtigde(n).
Sancties
§ 1. Het college van burgemeester en schepenen zal de terugvordering van de premie eisen, vermeerderd met de wettelijke intrest:
§2. Het college van burgemeester en schepenen kan de terugvordering van de premie eisen pro rata van het aantal overblijvende jaren en verhoogd met de wettelijke intresten op deze sommen vanaf de datum van ingebrekestelling met aanmaning van terugbetaling, indien:
§3. Als blijkt dat de principieel goedgekeurde werken al begonnen zijn vóór de datum van de principiële goedkeuring kan de totaliteit van de werken niet meer worden uitbetaald. De aanvrager zal hiervan per gewoon schrijven op de hoogte worden gebracht.
§4. Voor betwistingen in verband met dit reglement zijn enkel de rechtbanken van Turnhout bevoegdCumuleerbaarheid
§1. De premie is niet cumuleerbaar met andere steunmaatregelen voor dezelfde werken, met uitzondering van de premies voor energiebesparende maatregelen van FLUVIUS, de Vlaamse Renovatiepremie en de Vlaamse Mijn Verbouwpremie. De som van deze premies mag niet meer bedragen dan 100% van de totale kostprijs van de uitgevoerde werken zoals bedoeld in art. 9. In voorkomend geval wordt de stedelijke premie evenredig verminderd.
§2. De aanvrager verbindt zich ertoe, door de ondertekening van de vraag tot uitbetaling zoals bedoeld in art. 20, om de ingediende facturen voor deze premie niet meer te gebruiken voor het bekomen van andere toelagen, met uitzondering van de premies voor energiebesparende maatregelen van FLUVIUS, de Vlaamse Renovatiepremie en de Vlaamse Mijn Verbouwpremie. De aanvrager verbindt zich, door de ondertekening van de vraag tot uitbetaling zoals bedoeld in art. 20, de stad in kennis te stellen van eventuele andere aangevraagde of uitbetaalde toelagen en de stad inzage te geven in de toegezegde of uitbetaalde bedragen.
Publiciteit
Iedere aanvrager verbindt zich er toe om voldoende zichtbaar voor de duur van de werken: een sticker te plaatsen waarop duidelijk te lezen staat dat de renovatie mee mogelijk gemaakt wordt met de premie bekomen van de stad Turnhout. Deze sticker wordt ter beschikking gesteld door de stad Turnhout.
Overdraagbaarheid
Principieel goedgekeurde premies kunnen niet overgedragen worden naar een overnemende handelaar of eigenaar.
Geldigheidsduur
§1. Dit reglement treedt in werking op (datum na goedkeuring GR) en is geldig tot en met 31 december 2025.
§2. Geldige aanvragen tot uitbetaling kunnen aanvaard worden tot en met 31 december 2025. Premie-aanvragen en -toekenningen waarvan de aanvraag tot uitbetaling niet aanvaard kan worden vóór 31 december 2025 worden als nietig beschouwd.
§3. De gemeenteraad van de stad Turnhout kan de geldigheidsduur van dit reglement verlengen of inkorten.
Bekendmaking en afschrift
Dit reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen van artikel 287 van het decreet Lokaal bestuur.
Volgende raadsleden deden een tussenkomst: Jan Van Steenbergen.
Algemeen:
1. De stad Turnhout voorziet een premiestelsel in de aanloopstraten naar het kernwinkelgebied en de overgangszone. Deze aanloopstraten sluiten aan op de afbakening van kernwinkelgebied en overgangszone, en wordt door de gemeenteraad afgebakend in zitting van 14 september 2020 en latere wijzingen.
2. Er wordt ondersteuning geboden in handelshuizen die reeds leegstaan of dreigen leeg te staan te voor navermelde werken
3. De uitgevoerde werken dienen kwaliteitsvol te zijn, zowel intern (woningkwaliteit) als aan de straatzijde. Er gebeurt een toetsing aan het beeldkwaliteitsplan, de geldende stedenbouwkundige richtlijnen en de geldende kwaliteitsnormen van de Vlaamse Wooncode. Bovendien worden bijkomende eisen opgelegd inzake kwaliteit en energie. Bovendien wordt gemikt op een gezonde typologie, door kamers en studio’s uit te sluiten van de premie.
Deze normen worden voorafgaand aan de principiële goedkeuring van een eventuele premie getoetst door een kwaliteitskamer.
Na de uitvoering van de werken wordt de eigenaar-bewoner gevraagd de woning zelf te bewonen. Aan de eigenaar-verhuurder wordt gevraagd de nieuwe woning te verhuren aan een betaalbare huurprijs, waarvan het maximum bepaald is per type woning (van 550 euro voor een woning met 1 slaapkamer tot 1000 euro voor een eengezinswoning met 4 of meer slaapkamers, en van 550 euro voor een meergezinswoning met 1 slaapkamer tot 900 euro voor een meergezinswoning met 4 of meer slaapkamers). Het engagement is beperkt tot vijf jaar.
4. De premie kan aangevraagd worden door eigenaars van handelspanden in het doelgebied, waarbij er een premie van 80% van de totale kosten (excl. BTW) kan worden bekomen met een maximum van 10 000 euro voor de herbestemming. Enkel op voorwaarde dat de panden ook herbestemd worden, is er aanvullend nog een premie mogelijk voor gevelrenovatie, m.n. van 80% van de totale kosten (excl. BTW) met een maximum van 10 000 euro.
Na de jaarlijkse evaluatie van het premiestelsel in het voorjaar van 2022 met de bevoegde schepenen, betrokken diensten en een externe klankbordgroep (OST), worden er enkele aanpassingen in het huidige premiereglement voorop gesteld. Concreet gaat het over deze aanpassingen:
Gemeenteraad van de stad Turnhout van 10 februari 2020: Meerjarenplan 2020-2025 van het deel van de stad Turnhout.
De gemeenteraad stemde met 27 stemmen op 33 stemmers nl. van de heer Peter Segers - Voorzitter, de heer Paul Van Miert – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Jan Van Otten, de heer Luc Op de Beeck, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Marc Boogers, de heer Stijn Adriaensens, mevrouw Kelly Verheyen - schepenen; de heer Eric Vos, de heer Luc Debondt, de heer Hannes Anaf, mevrouw Annemie Der Kinderen, de heer Paul Moelans, de heer Peter Roes, de heer Bart Voordeckers, de heer Wout Schafraet, de heer Koen De Busser, mevrouw Savannah van Dongen, de heer Achraf El Yakhloufi, de heer Ludwig Nietvelt, de heer Rudy Elst, de heer Kurt Persegael, de heer Jeff Dierckx, mevrouw Pauline Ceusters, de heer Wilfried Sylverans, mevrouw Cathy Devolder - raadsleden
Er waren 6 onthouding, nl van de heer Kevin Janssen, de heer Jan van Steenbergen, de heer Dieter De Quick, de heer Peter Janssens, de heer Mario Geys en mevrouw Vicky Waterschoot.
De gemeenteraad heft het “reglement Herbestemmings- en gevelrenovatiepremie aanloopstraten Turnhout” goedgekeurd op 14 september 2020 op met uitzondering van de reeds lopende dossiers.
De gemeenteraad keurt het gewijzigde reglement “Premie herbestemming handelspanden tot betaalbare woningen in aanloopstraten” goed in het kader van kernversterkend beleid. Het vernieuwde reglement loopt van 10 oktober 2022 t.e.m. 31 december 2025.
Definities
Voor de toepassing van dit reglement verstaan we onder:
1° Gevelrenovatie: De werkzaamheden die tot doel hebben de voor- en/of zijgevel(s) zichtbaar vanaf de straatkant in de afgebakende zone van het stadshart van een bestaand handelshuis of voormalig handelshuis binnen het doelgebied te renoveren.
2° Handelszaak: Elke commerciële onderneming waarvoor een inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) is vereist en die de uitoefening van een kleinhandel tot hoofddoel heeft, met inbegrip van horeca, diensten en publieke functies voor zover zij gelegen zijn in het benoemde doelgebied en over normale openingsuren beschikken die in de detailhandel van toepassing zijn.
3° Handelsruimte: Het onroerend goed, waarin de handelszaak kan uitgebaat worden, met uitsluiting van alle delen die niet uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van de uitbating van de handelszaak.
Voor de toepassing van dit reglement wordt ook een leegstaande handelsruimte als handelsruimte beschouwd. De vroegere bestemming als handelsruimte blijkt uit een omgevingsvergunning of meldingsakte. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan de leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.
4° Handelshuis: Het onroerende goed, waarin zowel een handelsruimte als woning aanwezig zijn, waar de woning boven of achter de handelsruimte gelegen is en waar handelsruimte en woning als één geheel functioneren. Indien het onroerend is gelegen op meerdere kadastrale percelen of meerdere huisnummers heeft, maar toch als één geheel functioneert omwille van (interne) verwevenheid of architectuur, dan wordt dit onroerend goed voor de toepassing van dit reglement als één handelshuis beschouwd.
5° Herbestemming: De werkzaamheden die tot doel hebben de handelsruimte in een handelshuis om te vormen tot een woning of deel van een woning.
6° Hoofdverblijfplaats: De woning waar een gezin of een alleenstaande effectief en gewoonlijk verblijft en waarvoor in deze woning een inschrijving is in de bevolkingsregisters.
7° Huurder: Natuurlijk persoon,
Voor de toepassing van dit reglement wordt ook een sociaal verhuurkantoor als huurder beschouwd.
8° Kamer: Een woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt.
9° Kwaliteitskamer: Een adviesorgaan dat is samengesteld uit een of meerdere experten die een kritische blik en expertise bieden op het gebied van beeldkwaliteit, stedenbouwkundige kwaliteit en leefbaarheid. De experten kunnen behoren tot het personeel van de stad of kunnen als externe deskundige door de stad hiertoe worden aangesteld. De kwaliteitskamer kan eventueel op eigen initiatief bijkomend advies inwinnen bij derden in die dossiers waar zij dit nodig acht bv. inzake erfgoed.
10° Studio: Een woning die beschikt over een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid, zonder afzonderlijke slaapruimte.
11° Voormalig handelshuis: het onroerend goed, waarin in het verleden zowel een handeslruimte als een woning aanwezig was, maar waarbij de voormalige handelsruimte herbestemd werd tot (deel van een) woning én dat toch de uiterlijke kenmerken van een handelshuis heeft behouden. Voor deze bestemmingswijziging werd de vereiste omgevingsvergunning bekomen. Indien een omgevingsvergunning niet verplicht was, dient de aanvrager aan te tonen dat de herbestemming tot (deel van een) woning vergund geacht is.
De vroegere bestemming als handelsruimte blijkt uit een omgevingsvergunning of meldingsakte. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan de herbestemming, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.
Een pand heeft de uiterlijke kenmerken van een handelshuis behouden indien:
12° Woning: Elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande. Voor de toepassing van dit reglement wordt enkel het gebruik als hoofdverblijfplaats, aangetoond door een inschrijving in de bevolkingsregisters, als woning beschouwd. Een gebruik als tweede verblijf of recreatie wordt niet als woning beschouwd.
Doelstelling
De herbestemmingspremie en de gevelrenovatiepremie hebben als doelstelling de aantrekkelijkheid van panden in de aanloopstraten naar de overgangszone te verhogen waardoor de kwaliteit en uitstraling van dit gebied wordt bevorderd. Er wordt ondersteuning geboden om handelshuizen die reeds leegstaan of dreigen leeg te staan te herbestemmen tot woonruimten en bijkomend op de renovatie van de gevels van deze herbestemde panden. De premie kan aangevraagd worden met het oog op eigen bewoning of met het oog op verhuur. Door in te zetten op de kwaliteit en de betaalbaarheid van de nieuw gerealiseerde woningen wordt ook de private huurmarkt versterkt.
Budget
Binnen de perken van het in de begroting voorziene krediet, verleent de Stad Turnhout een premie voor:
Begunstigden
De premie kan aangevraagd worden door een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die
houder is van zakelijke rechten op het handelshuis of voormalig handelshuis met name:
Algemene voorwaarden
§1. De premies voor herbestemming en gevelrenovatie kunnen enkel toegekend worden voor panden:
§2. De uitgevoerde herbestemmingswerken dienen de kwaliteit van de woning(en) te bevorderen en dienen uitgevoerd te worden in kwalitatieve materialen.
Indien meerdere woningen worden gerealiseerd in het pand dienen alle woningen kwaliteitsvol te zijn én dient het te gaan om een gezonde mix van typologieën zodat de leefbaarheid in het pand en in de buurt niet in het gedrang komt. Een herbestemming van het handelshuis tot een of meerdere studio’s of kamers wordt in geen geval gesubsidieerd.
De Vlaamse Codex Wonen van 2021 en de stedenbouwkundige richtlijnen ‘Minimale woonkwaliteit in meergezinswoningen’ dienen als toetsingskader.
Na het uitvoeren van werken aan het pand dient elke woning waarvoor een premie werd aangevraagd in het pand over een conformiteitsattest beschikken.
§3. De gesubsidieerde werken moeten de ruimtelijke kwaliteit van het handelsapparaat en het straatbeeld bevorderen. Bij gevelrenovatie moet de gevel steeds zodanig gerenoveerd worden dat deze in zijn totaliteit kwaliteitsvol is. De gevelrenovatiewerken moeten zich ruimtelijk inpassen in de architectonische en ruimtelijke kwaliteiten van het gehele pand en de straat waar ze deel van uitmaken. De werken worden uitgevoerd in kwalitatieve en esthetisch verantwoorde materialen die voldoende duurzaam en stevig zijn voor het bedoelde gebruik.
Het Beeldkwaliteitsplan dat wordt opgemaakt in kader van het EFRO-project Levend Stadshart dient als toetsingskader.
Na het uitvoeren van de werken mag het pand geen uiterlijke tekenen van verval meer hebben.
De aanvrager is verplicht alle niet-relevante uithangborden, onvergunde reclamepanelen, bekabeling die niet meer in gebruik is en andere onvergunde gevelconstructies te verwijderen.
§4. De beoordeling van de voorgestelde typologieën, de toets aan de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en de stedenbouwkundige richtlijnen zoals bedoeld in §2 en de toets aan het Beeldkwaliteitsplan zoals bedoel in §3 gebeurt voorafgaand aan de goedkeuring van de aanvraag door de kwaliteitskamer. Het advies kan bindende voorwaarden bevatten met het oog op het verlenen van de premie. Het college van burgemeester en schepenen behoudt zich het recht voor om op basis van dit advies bijkomende voorwaarden en werken op te leggen indien het oordeelt dat dit vereist is.
§5. Het tot woning(en) herbestemd handelshuis dient binnen twee jaar na principiële goedkeuring van de premie, in gebruik te zijn als woning. Het kan hierbij zowel gaan om eigen bewoning door de eigenaar, als om verhuur aan een huurder. De inschrijving in de bevolkingsregisters geldt als datum start bewoning.
§6. In geval van bewoning door de eigenaar-bewoner, moet de woning na het uitvoeren van de werken gedurende tenminste vijf jaar onafgebroken als hoofdverblijfplaats bewoond worden door de houder van een van de zakelijke rechten zoals bedoeld in art. 6.
De vijfjarige periode start (na het uitvoeren van de werken en het bekomen van een conformiteitsattest) bij de start van de bewoning, zoals bedoeld in art. 7 §5.
§7. In geval van verhuur aan een huurder, moet de woning na het uitvoeren van de werken gedurende tenminste vijf jaar als hoofdverblijfplaats verhuurd worden, zoals opgenomen in een geregistreerde huurovereenkomst tussen de eigenaar-verhuurder en huurder. Het huurcontract is hetzij een contract van negen jaar, hetzij een kortlopend contract van minder dan drie jaar, dat overeenkomstig de bepalingen van het Vlaams Huurdecreet kan verlengd worden tot een contract van negen jaar.
Het huurcontract dient te beantwoorden aan volgende maximum aanvangshuurprijzen:
| Eengezinswoning | Meersgezinswoning |
1 slaapkamer | 550 euro | 550 euro |
2 slaapkamers | 650 euro | 650 euro |
3 slaapkamers | 800 euro | 750 euro |
4 of meer slaapkamers | 1000 euro | 900 euro |
Een jaarlijkse indexering is toegestaan.
De vijfjarige periode start (na het uitvoeren van de werken en het bekomen van een conformiteitsattest) bij de start van de bewoning, zoals bedoeld in art. 7 §5.
In geval van herverhuring tijdens de voormelde vijfjarige periode dient de eigenaar-verhuurder dezelfde maximale aanvangshuurprijzen te hanteren in het nieuwe contract.
§8. In geval van overdracht van het zakelijk recht op de tot woning(en) herbestemd handelshuis, is de overdrager van het zakelijk recht verplicht de verplichtingen zoals bedoeld in art. 7 §5, § 6 en §7° als een kettingbeding op te leggen aan de nieuwe houders van het zakelijk recht en diens rechtsopvolgers voor de resterende looptijd van de vijfjarige periode. Indien de overdracht pas plaatsvindt na het verstrijken van deze vijfjarige periode, dient dergelijk geding niet meer opgenomen te worden.
Gebiedsomschrijving
Enkel panden gelegen in de aanloopstraten zoals goedgekeurd door de Gemeenteraad van de stad Turnhout in zitting van 14 september 2020 en latere wijzigingen komen in aanmerking voor de herbestemmingspremie (handelshuizen) en gevelrenovatiepremie (handelshuizen mits herbestemmingspremie en voormalige handelshuizen).
Subsidieerbare werken
§1. Werken komen enkel in aanmerking voor subsidiëring voor zover ze tot doel hebben het handelshuis te herbestemmen tot kwaliteitsvolle woning(en) en de aanpassingswerken om één of meer handelshuizen geheel te herbestemmen tot kwaliteitsvolle woningen. Bijkomend kan er voor deze handelshuizen en voor voormalige handelshuizen een premie bekomen worden voor gevelrenovatie. Voormalige handelshuizen kunnen een premie voor gevelrenovatie bekomen.
De werkzaamheden kunnen zowel gebeuren door aannemers, als door de aanvrager zelf.
§2. Werken komen enkel in aanmerking voor subsidiëring voor zover ze in overeenstemming zijn met:
§3. Werken die noodzakelijk zijn voor de realisatie van de herbestemming van de voormalige handelsruimte naar woningen en het realiseren van afzonderlijke toegangen komen in aanmerking. Werken aan reeds bestaande woonruimten boven of achter de handelsruimte komen enkel in aanmerking indien de te herbestemmen handelsruimte geïntegreerd wordt in een bestaande woning. Volgende werken komen in aanmerking voor de premie:
a) Ruwbouwwerken
b) Dakwerken
c) Technische installaties van de woning
d) Afwerking van de woning indien ook ruwbouwwerken worden uitgevoerd
e) Afzonderlijke toegang
§4. Er kan bijkomend een premie voor gevelrenovatie worden verleend, maar enkel voor handelshuizen die herbestemd worden tot woningen en die hiervoor werken uitvoeren zoals bedoeld in § 3 of voor voormalige handelshuizen.
Volgende werken die de renovatie en/of verfraaiing van de voor- en/of zijgevel(s) zichtbaar vanaf de straatkant van een herbestemd handelshuis of voormalig handelshuis tot gevolg hebben, komen in aanmerking voor de premie:
§5. Volgende werken worden uitdrukkelijk uitgesloten in het kader van de herbestemmingspremie en in het kader van de gevelrenovatiepremie:
§6. Andere werken die betrekking hebben op herbestemming of gevelrenovatie kunnen enkel mits toestemming van het College van Burgemeester en Schepenen in aanmerking komen voor de premie.
§7. Het College van Burgemeester en Schepenen kan na advies van de kwaliteitskamer afwijkingen toestaan op de voorwaarden zoals bedoeld in § 3 tot en met § 5 voor zover het handelshuis of voormalig handelshuis een beschermd monument is of opgenomen is in de inventaris bouwkundig erfgoed, en voor zover middels een gemotiveerd verzoek wordt aangetoond dat de erfgoedwaarden van het pand de naleving van deze voorwaarden onhaalbaar makenPremiebedragen
§1. De werken die worden uitgevoerd met het oog op de herbestemmingspremie en de gevelrenovatiepremie moeten samen minimaal 2 000 euro excl. BTW bedragen.
§2. De premie bestaat uit een tussenkomst in de kosten van:
Beperkingen
§1. Voor eenzelfde pand kan hetzelfde type premie slechts eenmaal verleend worden in een periode van 1 jaar met een maximum van 10 000 euro, te rekenen vanaf de datum van uitbetaling. Een cumul van de herbestemmingspremie en de gevelrenovatiepremie is mogelijk, maar wordt gelimiteerd op een maximum van € 20 000 per handelshuis per 5 jaar, te rekenen vanaf de datum van uitbetaling.
Een voormalig handelshuis kan enkel een premie voor gevelrenovatie aanvragen. Hier geldt dus een maximum van € 10 000 per premie per 5 jaar, te rekenen vanaf de datum van uitbetaling.
§2. De dossiers worden behandeld à rato van indiening en tot uitputting van het goedgekeurde krediet.
§3. Wanneer sprake is van een samenvoeging van panden, worden de samen te voegen panden beschouwd als één pand.
Aanvraagdossier
§1. Een aanvraag tot het bekomen van de premie dient aangetekend verzonden of tegen ontvangstbewijs afgeleverd te worden aan: Stad Turnhout, Dienst ondernemen en werk, Campus Blairon 200, 2300 Turnhout. Via mail, mits u per kerende een ontvangstbewijs ontvangt, kan een aanvraag ingediend worden via ondernemen@turnhout.be.
§2. De aanvraag dient de volgende documenten te bevatten om ontvankelijk te zijn:
Ontvankelijkheid
De aanvraag is pas ontvankelijk zodra deze volledig is. De ontvankelijkheid wordt binnen 1 maand na indiening van de aanvraag meegedeeld via een gewone zending of mail.
Beslissing
§1. Het College van Burgemeester en Schepenen beslist op advies van de bevoegde stedelijke diensten en de kwaliteitskamer de aanvraag principieel goed te keuren of te weigeren en deelt binnen 3 maanden na indiening van de ontvankelijke aanvraag zijn beslissing mee aan de aanvrager, via mail of via brief.
§2. Het College van Burgemeester en Schepenen behoudt zich het recht voor om alle onderzoeken uit te voeren die vereist zijn voor de behandeling van de aanvraag. Indien de aanvrager hierbij zijn medewerking weigert, vervalt het recht op de premie.
Verval van recht op de premie
Het recht op de premie en bij uitbreiding alle door het stadsbestuur aangegane verbintenissen vervallen van rechtswege wanneer tussen de aanvraag en de uitbetaling van de premie één van volgende feiten plaatsvindt:
Aanvang
Om voor de premie in aanmerking te komen, mogen de werken niet beginnen vóór de datum van de principiële goedkeuring van de premie.
Termijnen
§1. De aanvrager moet uiterlijk twee jaar na de datum van principiële goedkeuring, per aangetekend via persoonlijke afgifte tegen ontvangstbewijs of via mail tegen ontvangstbewijs, de aanvraag tot uitbetaling van de premie indienen. Desgevallend moet deze termijn ook vallen binnen de termijn van de goedgekeurde omgevingsvergunning.
§2. Indien de aanvrager de aanvraag tot uitbetaling van de premie niet tijdig kan inleveren, kan hij voor het verstrijken van de voorziene termijn uitstel vragen bij het College van Burgemeester en Schepenen via een gemotiveerd schrijven. Het College van Burgemeester en Schepenen deelt zijn beslissing mee via een gewone zending.
Aanvraagdossier uitbetaling
§1. De aanvraag tot uitbetaling van de premie bestaat minimaal uit volgende documenten:
Berekening premie
§1. Het feitelijk premiebedrag wordt berekend op basis van de voorgelegde en aanvaarde facturen van aannemers of aangekochte materialen, exclusief de belasting op toegevoegde waarde.
§2. Indien de werken worden uitgevoerd door een aannemer, komen facturen enkel in aanmerking indien de factuurdatum dateert van na de principiële goedkeuring en indien de werken zijn uitgevoerd voor de vraag tot uitbetaling zoals bedoeld in art. 18.
Indien de aanvrager zelf werken uitvoert, komen facturen voor de aankoop van materialen enkel in aanmerking indien de factuurdatum dateert van na de principiële goedkeuring en indien de materialen verwerkt zijn in de woning voor de vraag tot uitbetaling zoals bedoeld in art. 18. Facturen voor eigen prestaties van de aanvrager komen nooit in aanmerking voor de premie.
§3. Sommige facturen kunnen (gedeeltelijk) geweigerd worden omdat de werkzaamheden waarop ze betrekking hebben niet in aanmerking komen. Daarom is het belangrijk dat de aanvrager op de facturen aanduidt welke werken in aanmerking komen. Facturen die onduidelijk zijn of waarvan niet af te leiden valt over welke werken het precies gaat worden onontvankelijk verklaard
§4. Kastickets, bestelbonnen, enz. worden niet aanvaard. Als de aanvrager daarover beschikt, raden wij hem aan om bij zijn leverancier hiervan een factuur te vragen.
§5. De feitelijke premie kan nooit hoger zijn dan de oorspronkelijk berekende maximale premie (op basis van de voorgelegde offertes). Indien sprake van een cumul met andere premies, zoals bedoeld in art. 22, wordt de premie evenredig verminderd indien de som van de premies meer zou bedragen dan 100% van de kostprijs van de uitgevoerde werken zoals bedoeld in art. 9.
Uitbetaling
§1. De premie kan pas uitbetaald worden als aan elk van volgende voorwaarden is voldaan:
Sancties
§ 1. Het college van burgemeester en schepenen zal de terugvordering van de premie eisen, vermeerderd met de wettelijke intrest:
§2. Het college van burgemeester en schepenen kan de terugvordering van de premie eisen pro rata van het aantal overblijvende jaren en verhoogd met de wettelijke intresten op deze sommen vanaf de datum van ingebrekestelling met aanmaning van terugbetaling, indien:
§3. Als blijkt dat de principieel goedgekeurde werken al begonnen zijn vóór de datum van de principiële goedkeuring kan de totaliteit van de werken niet meer worden uitbetaald. De aanvrager zal hiervan per gewoon schrijven op de hoogte worden gebracht.
§4. Voor betwistingen in verband met dit reglement zijn enkel de rechtbanken van Turnhout bevoegd.
Cumuleerbaarheid
§1. De premie is niet cumuleerbaar met andere steunmaatregelen voor dezelfde werken, met uitzondering van de premies voor energiebesparende maatregelen van FLUVIUS, de Vlaamse Renovatiepremie en de Vlaamse Mijn Verbouwpremie. De som van deze premies mag niet meer bedragen dan 100% van de totale kostprijs van de uitgevoerde werken zoals bedoeld in art. 9. In voorkomend geval wordt de stedelijke premie evenredig verminderd.
§2. De aanvrager verbindt zich ertoe, door de ondertekening van de vraag tot uitbetaling zoals bedoeld in art. 20, om de ingediende facturen voor deze premie niet meer te gebruiken voor het bekomen van andere toelagen, met uitzondering van de premies voor energiebesparende maatregelen van FLUVIUS, de Vlaamse Renovatiepremie en de Vlaamse Mijn Verbouwpremie. De aanvrager verbindt zich, door de ondertekening van de vraag tot uitbetaling zoals bedoeld in art. 20, de stad in kennis te stellen van eventuele andere aangevraagde of uitbetaalde toelagen en de stad inzage te geven in de toegezegde of uitbetaalde bedragen.
Publiciteit
Iedere aanvrager verbindt zich ertoe om voldoende zichtbaar en voor de duur van de werken een sticker te plaatsen waarop duidelijk te lezen staat dat de renovatie mee mogelijk gemaakt wordt met de premie bekomen van de stad Turnhout. Deze sticker wordt ter beschikking gesteld door de stad Turnhout.
Overdraagbaarheid
Principieel goedgekeurde premies kunnen niet overgedragen worden naar een overnemende eigenaar.
Geldigheidsduur
§1. Dit reglement treedt in werking op (datum na goedkeuring GR) en is geldig tot en met 31 december 2025.
§2. Geldige aanvragen tot uitbetaling kunnen aanvaard worden tot en met 31 december 2025.
Premie-aanvragen en -toekenningen waarvan de aanvraag tot uitbetaling niet aanvaard kan worden vóór 31 december 2025 worden als nietig beschouwd.
§3. De gemeenteraad van de stad Turnhout kan de geldigheidsduur van dit reglement verlengen of inkorten.
Bekendmaking en afschrift
Dit reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen van artikel 287 van het decreet Lokaal Bestuur.
Volgende raadsleden deden een tussenkomst: Wout Schafraet, Jan Van Steenbergen, Kelly Verheyen en Eric Vos.
1. De gemeenteraad wordt gevraagd kennis te nemen, van navermelde documenten en hieraan goedkeuring te verlenen:
- het Fusieprotocol
- het Fusievoorstel
- het Voorstel van Overdracht
Het “Fusieprotocol” werd opgesteld en goedgekeurd door de Stuurgroep voor de vorming van de woonmaatschappij voor het werkingsgebied Kempen-Midden. Het “Fusieprotocol” beschrijft de fundamentele principes en gemaakte keuzes voor het tot stand brengen van de woonmaatschappij voor het werkingsgebied Kempen-Midden.
Het “Fusievoorstel” beschrijft de basisprincipes voor het samengaan van DE ARK en de Molse Bouwmaatschappij, terwijl het “Voorstel van Overdracht” de essentiële elementen weergeeft voor de inkanteling van SVK Noorderkempen in de fusiemaatschappij die het statuut van woonmaatschappij zal aanvragen.
Het ontwerp-Fusievoorstel werd opgesteld overeenkomstig artikel 12:2 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen betreffende een fusie door overneming van De Molse Bouwmaatschappij (CVBA) door DE ARK (NV).
Het ontwerp-Voorstel van Overdracht werd opgesteld overeenkomstig artikel 12:103 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen betreffende de overdracht om niet van algemeenheid door SVK Noorderkempen VZW aan DE ARK (en Bouwmaatschappij De Noorderkempen).
2. De gemeenteraad wordt gevraagd deze basisprincipes en fundamentele bouwstenen, zoals uitgewerkt binnen de krijtlijnen uitgetekend door de Vlaamse regelgeving, goed te keuren.
3. In het laatste trimester van 2022 (of uiterlijk in het eerste semester van 2023) zullen deze basisprincipes verder worden uitgewerkt en geïmplementeerd door middel van beslissingen van de betrokken bestuursorganen en/of algemene vergaderingen. Daarbij zal het louter nog gaan om de formele uitwerking van de nu ter goedkeuring voorgelegde basisprincipes. De uitnodigingen voor de betrokken vergaderingen zullen tijdig worden bezorgd.
De gemeenteraad stemde met 33stemmen op 33 stemmers nl. van de heer Peter Segers - Voorzitter, de heer Paul Van Miert – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Jan Van Otten, de heer Luc Op de Beeck, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Marc Boogers, de heer Stijn Adriaensens, mevrouw Kelly Verheyen - schepenen; de heer Eric Vos, de heer Luc Debondt, de heer Hannes Anaf, mevrouw Annemie Der Kinderen, de heer Paul Moelans, de heer Peter Roes, de heer Bart Voordeckers, de heer Wout Schafraet, de heer Koen De Busser, mevrouw Savannah van Dongen, de heer Achraf El Yakhloufi, de heer Ludwig Nietvelt, de heer Rudy Elst, de heer Kurt Persegael, de heer Jeff Dierckx, mevrouw Pauline Ceusters, de heer Wilfried Sylverans, mevrouw Cathy Devolder - raadsleden
Er waren 7 neen stemmen, nl de heer Wout Schafraet, de heer Kevin Janssen, de heer Jan van Steenbergen, de heer Dieter De Quick, de heer Peter Janssens, de heer Mario Geys en mevrouw Vicky Waterschoot.
De gemeenteraad besluit goedkeuring te verlenen aan het Fusieprotocol en de daarin vastgelegde basisprincipes.
De gemeenteraad besluit principieel goedkeuring te verlenen aan het ontwerp Fusievoorstel. Het definitieve document zal op de buitengewone vergadering voor oprichting van de nieuwe woonmaatschappij ter goedkeuring voorgelegd worden. De gemeenteraad wordt hiervan op voorhand in kennis gesteld.
De gemeenteraad besluit principieel goedkeuring te verlenen aan het ontwerp Voorstel van overdracht. Het definitieve document zal op de buitengewone vergadering voor oprichting van de nieuwe woonmaatschappij ter goedkeuring voorgelegd worden. De gemeenteraad wordt hiervan op voorhand in kennis gesteld.
Volgende raadsleden deden een tussenkomst: Jan Van Steenbergen en Kelly Verheyen.
Het BENO-project zal plaatsvinden van september tem juni (loopt dus gelijk met een regulier schooljaar). Het concrete doel is om jongeren doorheen het jaar:
Heel concreet is dus op korte termijn het doel om OKAN jongeren die binnen het regulier onderwijs enkel 1 jaar OKAN hebben kunnen volgen, toch klaar te stomen voor een vervolgopleiding via een extra schakeljaar.
Op lange termijn is het doel om meer anderstalige nieuwkomers de arbeidsmarkt op te sturen met een kwalificatie en zo dus ook het aantal anderstalige jongeren binnen het leeflooncircuit te verkleinen.
Bovendien wil Beno een impact hebben op de meewerkende partners. Door intensief samen te werken leren we van mekaars expertise.
De gemeenteraad stemde met 33 stemmen op 33 stemmers nl. van de heer Peter Segers - Voorzitter, de heer Paul Van Miert – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Jan Van Otten, de heer Luc Op de Beeck, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Marc Boogers, de heer Stijn Adriaensens, mevrouw Kelly Verheyen - schepenen; de heer Eric Vos, de heer Luc Debondt, de heer Hannes Anaf, mevrouw Annemie Der Kinderen, de heer Paul Moelans, de heer Peter Roes, de heer Bart Voordeckers, de heer Wout Schafraet, de heer Koen De Busser, mevrouw Savannah van Dongen, de heer Achraf El Yakhloufi, de heer Ludwig Nietvelt, de heer Rudy Elst, de heer Kurt Persegael, de heer Jeff Dierckx, mevrouw Pauline Ceusters, de heer Wilfried Sylverans, mevrouw Cathy Devolder - raadsleden
Er waren 6 neen stemmen, nl de heer Kevin Janssen, de heer Jan van Steenbergen, de heer Dieter De Quick, de heer Peter Janssens, de heer Mario Geys en mevrouw Vicky Waterschoot.
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de engagementsverklaring in bijlage.
De gemeenteraad gaat akkoord met het betalen van de inschrijvingsgelden van leerlingen onder de 18, met een maximum van vier leerlingen.