Volgende raadsleden deden een tussenkomst: Peter Segers, Reccino Van Lommel, Achraf El Yahkloufi, Paul Van Miert en Stijn Adriaensens.
Het college van burgemeester en schepenen bestaat uit de burgemeester en uit ten hoogste 6 schepenen in de gemeenten met 30 000 tot en met 49 999 inwoners.
Het college van burgemeester en schepenen bestaat uit personen van verschillend geslacht.
Door het bereiken van de einddatum van het mandaat van schepen Els Baeten, wordt de heer Stijn Adriaensens van rechtswege schepen.
Voor het aanvaarden van het mandaat van schepen, legt hij/zij in openbare zitting van de gemeenteraad volgende eed af in handen van de burgemeester: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen."
Artikel 42 tot en met 45 van het decreet over het lokaal bestuur
Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen.
De heer Stijn Adriaensens legt in handen van de burgemeester volgende eed af: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat strikt na te komen."
Hij ondertekent in drievoud een akte van eedaflegging.
De heer Stijn Adriaensens neemt de rang in van de ontslagnemende schepen, nl. zesde schepen.
Conform de statuten legt de vereniging jaarlijks een begroting voor met daarin de bijdrage die elke gemeente voorziet voor de coördinatie tussen de stedelijke en gemeentelijke diensten en de uitvoering van gezamenlijke projecten.
De begroting werd door de Raad van Bestuur van het samenwerkingsverband Stadsregio Turnhout op 20 september 2021 goedgekeurd.
Conform de statuten vraagt de gemeentelijke bijdrage ook het akkoord van de gemeenteraden.
De gemeenteraad stemde met 28 stemmen op 35 stemmers nl. van de heer Peter Segers – voorzitter, de heer Paul Van Miert – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Jan Van Otten, de heer Luc Op de Beeck, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Marc Boogers, mevrouw Els Baeten, mevrouw Kelly Verheyen – schepenen; de heer Eric Vos, de heer Luc Debondt, de heer Hannes Anaf, mevrouw Annemie Der Kinderen, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Paul Moelans, de heer Peter Roes, de heer Bart Voordeckers, de heer Wout Schafraet, de heer Koen De Busser, mevrouw Savannah van Dongen, de heer Achraf El Yakhloufi, de heer Stijn Adriaensens, de heer Ludwig Nietvelt, de heer Rudy Elst, de heer Kurt Persegael, de heer Jeff Dierckx, mevrouw Pauline Ceusters en de heer Wilfried Sylverans – raadsleden.
Er waren 7 onthoudingen nl. van de heer Reccino Van Lommel, de heer Eddy Grooten, de heer Kevin Janssen, de heer Jan Van Steenbergen, de heer Dieter De Quick, de heer Peter Janssens en de heer Mario Geys – raadsleden.
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de begroting 2022 van Stadsregio Turnhout.
In de begroting van 2022 wordt een totale bijdrage voorzien van 325 153 euro.
Het samenwerkingsverband Stadsregio Turnhout legt een afgesloten jaarrekening 2021 voor, wanneer zij aan de gemeente de vraag om uitbetaling van de bijdrage voorlegt.
Het beleid en zijn management spelen een cruciale rol om de privacy en de bescherming van de gegevens te borgen binnen de organisatie. Een betrouwbare informatievoorziening is noodzakelijk voor het goed functioneren van de organisatie en is de basis voor de bescherming van de rechten van burgers en bedrijven.
Het is voor het lokaal bestuur van Turnhout dan ook van het grootste belang dat het zijn visie op beveiliging duidelijk omschrijft en bepaalt wie toegang heeft tot welke data en welke beveiligingsmaatregelen daarvoor genomen moeten worden.
De beheersing begint met het vaststellen van een privacy- en informatieveiligheidsbeleid. Het beleid is erop gericht om, op basis van risicomanagement, te verzekeren dat de informatie van het lokaal bestuur Turnhout correct en volledig is en tijdig toegankelijk voor de geautoriseerde personen. Het informatieveiligheidsbeleid helpt het bestuur bij het beheer van (persoonlijke) data in de context van de dagelijkse activiteiten van stad en OCMW om zo tegemoet te komen aan enerzijds de principes van informatieveiligheid en anderzijds de regels opgelegd door de AVG of GDPR. Het beleid omvat:
Het informatieveiligheidsbeleid en de maatregelen die hieruit voortvloeien zijn primair gericht op de bescherming van de informatie die stad en OCMW in hun bezit hebben. De focus is gericht op informatie(uitwisseling) in alle verschijningsvormen, zoals elektronisch, op papier en mondeling.
Het beleid is bindend voor alle onderdelen van het lokaal bestuur Turnhout; stad en OCMW maar ook de verzelfstandigde entiteiten. Het beleid is niet van toepassing op Zorgroep Orion. Zij hebben een eigen informatieveiligheidsbeleid.
De gemeenteraad wordt gevraagd het privacy- en informatieveiligheidsbeleid goed te keuren.
Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen.
De gemeenteraad keurt het privacy- en informatieveiligheidsbeleid goed
In het budget 2022 van de Politiezone Regio Turnhout wordt de gemeentelijke dotatie van de Stad Turnhout aan de politiezone voor het dienstjaar 2022 bepaald op 8 247 008 euro voor exploitatie en op 178 458 euro voor investeringen.
Het college van burgemeester en schepenen verleent positief advies aan de gemeenteraad betreffende de dotatie aan de Politiezone Regio Turnhout voor dienstjaar 2022.
Artikel 40 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geĆÆntegreerde politiedienst (W.G.P.) bepaalt dat elke gemeenteraad van de zone de dotatie stemt die aan de politiezone wordt gestort.
Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen.
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de door de Stad Turnhout aan de Politiezone Regio Turnhout verschuldigde dotatie voor het dienstjaar 2022 ten bedrage van 8 247 008 euro voor exploitatie en 178 458 euro voor investeringen.
De gemeenteraad verleent goedkeuring aan de door de stad Turnhout aan de hulpverleningszone Taxandria verschuldigde dotatie voor het dienstjaar 2022 ten bedrage van 2 277 375 euro voor exploitatie en 597 236 euro voor investeringen.
Het college van burgemeester en schepenen geeft gunstig advies over de dotatie van dienstjaar 2022 aan de hulpverleningszone Taxandria.
Protocol met betrekking tot de oprichting van de hulperleningszone Taxandria van 02/01/2015 waarin de verdeelsleutel van de dotatie werd bepaald.
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de door de stad Turnhout aan de hulpverleningszone Taxandria verschuldigde dotatie voor het dienstjaar 2022 ten bedrage van 2 277 375 euro voor exploitatie en 597 236 euro voor investeringen.
Volgende raadsleden deden een tussenkomst: Francis Stijnen, Reccino Van Lommel, Eric Vos, Bart Voordeckers, Wout Schafraet, Achraf El Yahkloufi en Peter Segers.
Gedurende 2021 blijken er wijzigingen aan het meerjarenplan 2020-2025 noodzakelijk om de voortzetting van de werking te verzekeren en de vooropgestelde doelstellingen te bereiken. De wijzigingen zijn op te splitsen in wijzigingen omwille van corona en overige wijzigingen.
De dienst Financiën verwerkte de aanvragen waarna het managementteam op 16/11/2021 gunstig advies gaf aan de cijfers. De raad van bestuur van het AGB stelde de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (3-2021) van het AGB Turnhout vast op de zitting van 9 december 2021. Nu worden de gewijzigde cijfers voor goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
Het meerjarenplan en de aanpassing ervan zijn in evenwicht als aan het dubbel evenwichtscriterium wordt voldaan:
Artikel 254 van het Decreet Lokaal Bestuur (DLB) van 22 december 2017.
Het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen.
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
De gemeenteraad stemde met 26 stemmen op 35 stemmers nl. van de heer Peter Segers – voorzitter, de heer Paul Van Miert – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Jan Van Otten, de heer Luc Op de Beeck, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Marc Boogers, mevrouw Els Baeten, mevrouw Kelly Verheyen – schepenen; de heer Eric Vos, de heer Luc Debondt, de heer Hannes Anaf, mevrouw Annemie Der Kinderen, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Paul Moelans, de heer Peter Roes, de heer Koen De Busser, mevrouw Savannah van Dongen, de heer Achraf El Yakhloufi, de heer Stijn Adriaensens, de heer Ludwig Nietvelt, de heer Rudy Elst, de heer Kurt Persegael, de heer Jeff Dierckx, mevrouw Pauline Ceusters en de heer Wilfried Sylverans – raadsleden.
Er waren 9 onthoudingen nl. van de heer Reccino Van Lommel, de heer Eddy Grooten, de heer Bart Voordeckers, de heer Wout Schafraet, , de heer Kevin Janssen, de heer Jan Van Steenbergen, de heer Dieter De Quick, de heer Peter Janssens, de heer Mario Geys – raadsleden.
De gemeenteraad keurt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (3-2021) en de vaststelling van de kredieten van 2022 van AGB Turnhout goed.
Gedurende 2021 blijken er wijzigingen aan het meerjarenplan 2020-2025 noodzakelijk om de voortzetting van de werking te verzekeren en de vooropgestelde doelstellingen te bereiken. De wijzigingen zijn toe te wijzen aan corona, herstelplan-na-corona, beleidsbeslissingen en overige wijzigingen.
De dienst Financiƫn verwerkte de aanvragen van de verschillende diensten waarna het managementteam op 30 november 2021 gunstig advies gaf aan de cijfers.
Het college van burgemeester en schepenen nam kennis van de wijzigingen op 2 december 2021 en gaf gunstig advies.
Nu worden de gewijzigde cijfers voor vaststelling voor gelegd aan de gemeenteraad.
Het meerjarenplan en de aanpassing ervan zijn in evenwicht als aan het dubbel evenwichtscriterium wordt voldaan:
De beleidsrapporten van de stad en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vormen een geĆÆntegreerd geheel.
De gemeenteraad stemt over het eigen deel van het beleidsrapport.
Nadat zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn elk hun deel van het beleidsrapport hebben vastgesteld, keurt de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport goed zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn.
Artikel 254 van het Decreet Lokaal Bestuur (DLB) van 22 december 2017.
Het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen.
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
De gemeenteraad stemde met 21 stemmen op 35 stemmers nl. van de heer Peter Segers – voorzitter, de heer Paul Van Miert – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Jan Van Otten, de heer Luc Op de Beeck, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Marc Boogers, mevrouw Els Baeten, mevrouw Kelly Verheyen – schepenen; de heer Hannes Anaf, mevrouw Annemie Der Kinderen, de heer Paul Moelans, de heer Koen De Busser, mevrouw Savannah van Dongen, de heer Achraf El Yakhloufi, de heer Stijn Adriaensens, de heer Ludwig Nietvelt, de heer Kurt Persegael, de heer Jeff Dierckx, mevrouw Pauline Ceusters en de heer Wilfried Sylverans – raadsleden.
Er waren 14 neen stemmen nl. van de heer Eric Vos, de heer Luc Debondt, de heer Reccino Van Lommel, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, de heer Eddy Grooten, de heer Bart Voordeckers, de heer Wout Schafraet, de heer Kevin Janssen, de heer Rudy Elst, de heer Jan Van Steenbergen, de heer Dieter De Quick, de heer Peter Janssens en de heer Mario Geys – raadsleden.
De gemeenteraad stelt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (3-2021) en de kredieten van 2022 van het deel Stad Turnhout vast.
Gedurende 2021 blijken er wijzigingen aan het meerjarenplan 2020-2025 noodzakelijk om de voortzetting van de werking te verzekeren en de vooropgestelde doelstellingen te bereiken. De wijzigingen zijn toe te wijzen aan de corona, herstelplan-na-corona, beleidsbeslissingen en overige wijzigingen.
De raad van maatschappelijk welzijn stelde de cijfers vast op 20 december 2021. Nu worden de gewijzigde cijfers ter goedkeuring voor gelegd aan de gemeenteraad.
Het meerjarenplan en de aanpassing ervan zijn in evenwicht als aan het dubbel evenwichtscriterium wordt voldaan:
De beleidsrapporten van de stad en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vormen een geïntegreerd geheel.
Nadat zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn elk hun deel van het beleidsrapport hebben vastgesteld, keurt de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport goed zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn.
Artikel 254 van het Decreet Lokaal Bestuur (DLB) van 22 december 2017.
Het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen.
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
De gemeenteraad stemde met 26 stemmen op 35 stemmers nl. van de heer Peter Segers – voorzitter, de heer Paul Van Miert – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Jan Van Otten, de heer Luc Op de Beeck, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Marc Boogers, mevrouw Els Baeten, mevrouw Kelly Verheyen – schepenen; de heer Eric Vos, de heer Luc Debondt, de heer Hannes Anaf, mevrouw Annemie Der Kinderen, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Paul Moelans, de heer Peter Roes, de heer Koen De Busser, mevrouw Savannah van Dongen, de heer Achraf El Yakhloufi, de heer Stijn Adriaensens, de heer Ludwig Nietvelt, de heer Rudy Elst, de heer Kurt Persegael, de heer Jeff Dierckx, mevrouw Pauline Ceusters en de heer Wilfried Sylverans – raadsleden.
Er waren 9 neen stemmen nl. van de heer Reccino Van Lommel, de heer Eddy Grooten, de heer Bart Voordeckers, de heer Wout Schafraet, , de heer Kevin Janssen, de heer Jan Van Steenbergen, de heer Dieter De Quick, de heer Peter Janssens, de heer Mario Geys – raadsleden.
De gemeenteraad geeft goedkeuring aan de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (3-2021) en de vaststelling van de kredieten van 2022 van het deel van het OCMW. Door deze goedkeuring wordt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (3-2021) van het lokaal bestuur Turnhout (Stad en OCMW) in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn.
De opcentiemen op de onroerende voorheffing vormen een belangrijke bron van inkomsten voor de stad Turnhout.
De gemeenteraad stemde met 21 stemmen op 35 stemmers nl. van de heer Peter Segers – voorzitter, de heer Paul Van Miert – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Jan Van Otten, de heer Luc Op de Beeck, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Marc Boogers, mevrouw Els Baeten, mevrouw Kelly Verheyen – schepenen; de heer Hannes Anaf, mevrouw Annemie Der Kinderen, de heer Paul Moelans, de heer Koen De Busser, mevrouw Savannah van Dongen, de heer Achraf El Yakhloufi, de heer Stijn Adriaensens, de heer Ludwig Nietvelt, de heer Kurt Persegael, de heer Jeff Dierckx, mevrouw Pauline Ceusters en de heer Wilfried Sylverans – raadsleden.
Er waren 14 neen stemmen nl. van de heer Eric Vos, de heer Luc Debondt, de heer Reccino Van Lommel, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, de heer Eddy Grooten, de heer Bart Voordeckers, de heer Wout Schafraet, de heer Kevin Janssen, de heer Rudy Elst, de heer Jan Van Steenbergen, de heer Dieter De Quick, de heer Peter Janssens en de heer Mario Geys – raadsleden.
belastbaar voorwerp of belastbaar feit
Voor het aanslagjaar 2022 worden, ten bate van de stad Turnhout, 913 opcentiemen geheven op de onroerende voorheffing.
vestiging en inning
De vestiging en de inning van de gemeentebelasting gebeuren door toedoen van het Agentschap Vlaamse Belastingdienst.
toezicht
Deze beslissing wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.
De aanvullende belasting op de personenbelasting vormt een belangrijke bron van inkomsten voor de stad Turnhout.
De gemeenteraad stemde met 21 stemmen op 35 stemmers nl. van de heer Peter Segers – voorzitter, de heer Paul Van Miert – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Jan Van Otten, de heer Luc Op de Beeck, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Marc Boogers, mevrouw Els Baeten, mevrouw Kelly Verheyen – schepenen; de heer Hannes Anaf, mevrouw Annemie Der Kinderen, de heer Paul Moelans, de heer Koen De Busser, mevrouw Savannah van Dongen, de heer Achraf El Yakhloufi, de heer Stijn Adriaensens, de heer Ludwig Nietvelt, de heer Kurt Persegael, de heer Jeff Dierckx, mevrouw Pauline Ceusters en de heer Wilfried Sylverans – raadsleden.
Er waren 14 neen stemmen nl. van de heer Eric Vos, de heer Luc Debondt, de heer Reccino Van Lommel, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, de heer Eddy Grooten, de heer Bart Voordeckers, de heer Wout Schafraet, de heer Kevin Janssen, de heer Rudy Elst, de heer Jan Van Steenbergen, de heer Dieter De Quick, de heer Peter Janssens en de heer Mario Geys – raadsleden.
belastbaar voorwerp of belastbaar feit
Voor het aanslagjaar 2022 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.
tarief
De belasting wordt vastgesteld op 7,5 % van de overeenkomstig artikel 466 van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.
wijze van inning
De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.
toezicht
Deze beslissing wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.
Volgend raadslid deed een tussenkomst: Wout Schafraet
Het voeren van een eigen beleid ter bestrijding van leegstand, verwaarlozing en verkrotting is aangewezen.
In Turnhout staan heel wat woningen en gebouwen lange tijd leeg, zijn verwaarloosd of verkrot. Hierdoor zijn woningen of gebouwen niet meer beschikbaar op de markt. In Turnhout is er vaak een tekort aan betaalbare en kwaliteitsvolle woningen. De stad streeft ernaar leegstand, verwaarlozing en verkrotting van woningen te ontraden en deze woningen terug op de woningmarkt te brengen, zowel door stimulerende als ontradende maatregelen. Ook ten aanzien van het bestrijden van leegstand en verwaarlozing van gebouwen wordt een actieve politiek gevoerd, vb. in het kernwinkelgebied, de overgangszone en de aanloopstraten.
Door een belasting kan de stad mee helpen sturen om deze woningen en gebouwen terug bruikbaar te maken en beschikbaar te maken en de kwaliteit van deze woningen of gebouwen te verhogen. Langdurige leegstand, verwaarlozing en verkrotting van woningen en gebouwen hebben ook een negatieve impact op de leefomgeving en de uitstraling ervan. De stad investeert in de kwaliteit van openbaar domein en de leefbaarheid van de buurten. Deze belasting beoogt dan ook een ontradend effect om de verloedering van panden en straten zoveel mogelijk te voorkomen en te beperken. In het belastingreglement worden een aantal keuzes vertaald:
1) De belasting is bedoeld zowel voor woningen als voor gebouwen. Een woning wordt gedefinieerd als elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande, met inbegrip van kamers. Gebouwen zijn alle bebouwde onroerende goederen die niet beantwoorden aan de definitie van woning. Met andere woorden, ofwel is een pand een woning ofwel een gebouw. Bij gemengd gebruik, bijvoorbeeld een handelspand, is er een deel woning en een deel gebouw.
2) In het reglement wordt ervoor geopteerd ook alle verkrotte, leegstaande of verwaarloosde gebouwen te belasten, behalve deze die vallen onder de andere Vlaamse heffing, die op leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten (economische activiteit en groter dan 5 are).
Gebouwen met een economische activiteit, maar kleiner dan 5 are (zoals kleine winkelpanden) of panden groter dan 5 are maar zonder economische activiteit, worden dus wel door dit reglement belast.
Er is dus geen overlapping met de Vlaamse heffing op leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten. Een eigen aparte stedelijke heffing of opcentiemen op de Vlaamse heffing op leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten, blijven eveneens mogelijk.
3) Leegstand van een woning wordt gedefinieerd als niet-bewoning gedurende 12 opeenvolgende maanden. Een leegstaand gebouw is een gebouw dat voor meer dan 50 procent van de totale vloeroppervlakte niet effectief wordt gebruikt volgens de bestemming gedurende minstens 12 opeenvolgende maanden. Verwaarlozing wordt gedefinieerd aan de hand van uiterlijke kenmerken van verwaarlozing. RuĆÆnes of restanten van woningen of onafgewerkte woningen worden mee onder verwaarlozing begrepen. Ongeschikte- en onbewoonbare woningen zijn woningen waarvoor door de burgemeester hetzij een besluit tot ongeschikt- of onbewoonbaarverklaring in kader van de Vlaamse Codex Wonen of de Nieuwe Gemeentewet wordt genomen. Onveilige gebouwen zijn gebouwen waarvoor door de burgemeester een ander besluit in kader van de Nieuwe Gemeentewet ter vrijwaring van de openbare veiligheid en gezondheid wordt genomen.
In het reglement wordt voor wat betreft ongeschikt- en onbewoonbaarheid gewerkt op basis van de gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, zoals gedefinieerd in Boek 3, deel 5, titel 2 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021. Voor de andere categorieĆ«n wordt gewerkt op basis van 3 gemeentelijke registers gekend als het āregister onveilige gebouwenā, het āleegstandsregisterā zoals gedefinieerd in het Boek 2, deel 2, titel 3 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het āregister verwaarlozingā, zoals gedefinieerd in het Boek 2, deel 2, titel 4 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021
. Een gebouw of woning dat voorkomt op het register āverwaarlozingā kan eveneens voorkomen op de gewestelijke inventaris āongeschikt en/of onbewoonbaarā, het register āonveilige gebouwenā en het āleegstandsregisterā en omgekeerd.
4) Woningen die voorkomen op de inventaris āongeschikt en/of onbewoonbaarā en gebouwen die voorkomen op het register āonveilige gebouwenā, kunnen niet worden opgenomen in het āleegstandsregisterā.
Een gebouw of woning dat op meerdere inventarissen of registers voorkomt, en waarvoor de overlast ook groter is, wordt daarmee hoger belast.
De vaststelling verloopt verschillend voor āongeschikt en/of onbewoonbaarā, āonveiligā, āverwaarlozingā en āleegstandā. Dit komt omdat de procedure die leidt tot de opmaak van een besluit van de burgemeester in het kader van de Vlaamse Codex Wonen of het Decreet over het Lokaal Bestuur, door dit wettelijk of decretaal kader reeds geregeld wordt naar procedure en beroepsmogelijkheden. Hieraan wordt door het voorgestelde gemeentelijk reglement niets gewijzigd. De procedure voor vaststelling āleegstandā wordt voorgeschreven door de Vlaamse Codex Wonen en overgenomen in het reglement. Voor āverwaarlozingā tenslotte wordt wel een eigen procedure uitgewerkt, die echter gebaseerd is op de procedure voor vaststelling van leegstand en in overeenstemming is met het decretale kader op hoofdlijnen.
Naast deze in de procedure ingeschreven bezwaren tegen de gewestelijke inventarisatie of gemeentelijke registratie, blijft ook de wettelijke voorziene beroepprocedure tegen de heffing zelf mogelijk.
5) De belastingplichtige is de houder van het zakelijk recht, dus in de meeste gevallen de (volle) eigenaar, maar eventueel ook de vruchtgebruiker of de erfpachter. De heffing is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht zodra een woning of gebouw 12 maanden op de inventaris of register is opgenomen. Zolang een woning of gebouw niet geschrapt is, blijft de eigenaar op het moment van de verjaardag van de inventarisatie een heffing verschuldigd.
Om ontradend te werken wordt het bedrag van de heffing verhoogd naarmate een pand langer op de inventaris of het register staat. Het basisbedrag van de heffing, wordt vermenigvuldigd, met een maximum van vijf.
Het heffingsbedrag wordt op een forfaitair bedrag bepaald. Het voorgestelde bedrag van de forfaitaire heffing bedraagt 1 250 euro. Dit bedrag komt tegemoet aan de bepalingen van art. 2.5.1.0.1 van de Vlaamse codex fiscaliteit dat stelt dat de minimumaanslag voor een woning minimaal 990 euro bedraagt.
6) Het is mee de bedoeling om leegstand, ongeschikt- en onbewoonbaarheid en verwaarlozing terug te dringen. Indien houders van het zakelijk recht inspanningen leveren om de ongewenste toestand te beƫindigen moeten zij de kans krijgen dit te doen zonder tegelijk belast te worden. Daarnaast zijn er eveneens redenen tot vrijstelling omwille van vormen van aantoonbare overmacht of om sociale redenen.
Het behouden van de bestaande bronnen van inkomsten is vereist om het begrotingsevenwicht in evenwicht te houden.
De gemeenteraad stemde met 34 stemmen op 35 stemmers nl. van de heer Peter Segers – voorzitter, de heer Paul Van Miert – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Jan Van Otten, de heer Luc Op de Beeck, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Marc Boogers, mevrouw Els Baeten, mevrouw Kelly Verheyen – schepenen; de heer Eric Vos, de heer Luc Debondt, de heer Hannes Anaf, mevrouw Annemie Der Kinderen, de heer Reccino Van Lommel, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Paul Moelans, de heer Peter Roes, de heer Eddy Grooten, de heer Bart Voordeckers, de heer Koen De Busser, de heer Kevin Janssen, mevrouw Savannah van Dongen, de heer Achraf El Yakhloufi, de heer Stijn Adriaensens, de heer Ludwig Nietvelt, de heer Rudy Elst, de heer Kurt Persegael, de heer Jan Van Steenbergen, de heer Dieter De Quick, de heer Peter Janssens, de heer Jeff Dierckx, de heer Mario Geys, mevrouw Pauline Ceusters en de heer Wilfried Sylverans – raadsleden.
Er was 1 neen stem nl. van de heer Wout Schafraet – raadslid.
goedkeuring
De gemeenteraad keurt de aanpassing van het belastingreglement op gebouwen en / of woningen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt, onveilig, verwaarloosd of leegstaand goed.
Dit belastingreglement is een aanpassing op het voorgaande belastingreglement dat werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 16 december 2019.
Artikel 1bis
belastbaar voorwerp of belastbaar feit
Met ingang vanaf 1 januari 2022 en voor een periode eindigend op 31 december 2025 wordt een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op woningen en gebouwen die voorkomen op een van de gemeentelijke registers of in de inventaris ongeschikte en onbewoonbare woningen zoals bedoeld in art. 4.
definities
De volgende begrippen worden gebruikt:
belastingplichtige
§1 Als belastingplichtige (van de eerste belasting) wordt beschouwd de houder van een van de hierna vermelde zakelijke rechten met betrekking tot een gebouw en/of woning op het ogenblik van het verstrijken van de eerste periode van 12 maanden na de opname in één van de in art. 4 bedoelde registers of inventaris ongeschikt en onbewoonbare woningen:
§2 Zolang de woning of het gebouw niet is geschrapt uit de in art. 4 bedoelde registers of inventaris ongeschikt en onbewoonbare woningen, wordt de houder van een van de in vorige § vermelde zakelijke rechten, op het ogenblik dat een nieuwe termijn van 12 maanden verstrijkt, als belastingplichtige beschouwd.
§3 Behoort één van die zakelijke rechten in onverdeeldheid toe aan meer dan één persoon dan geldt de onverdeeldheid als belastingplichtige. De leden van de onverdeeldheid zijn gehouden tot betaling van het verschuldigde bedrag naar rato van hun deel in de onverdeeldheid.
§4 Degene die een zakelijk recht, zoals bedoeld in §1, overdraagt, moet de verkrijger ervan uiterlijk op het ogenblik van de overdracht van het zakelijk recht via een beveiligde zending in kennis stellen van de opname van het gebouw, de woning en/of het perceel in een van de in art.4 bedoelde registers. Deze kennisgeving kan vervangen worden door een vermelding in de notariële akte.
§4/1 De verplichting vermeld in §4 ontslaat de instrumenterend ambtenaar die belast is met de overdracht niet van de verplichting de verkrijger van het zakelijk recht op de hoogte te brengen van de opname van een woning in de inventaris ongeschikt en onbewoonbare woningen, op de wijze bedoeld in art. 3.22 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
§5 Degene die het zakelijk recht overdraagt is tevens verplicht om binnen de maand na het verlijden van de notariële akte, per beveiligde zending, aan de administratie een kopie van de notariële akte over te maken. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens:
§5/1 De verplichting vermeld in §5 ontslaat de overdrager van het zakelijk recht niet van de verplichting de inventarisbeheerder in kennis te stellen van de overdracht van een woning opgenomen in de inventaris ongeschikt en onbewoonbare woningen, op de wijze bedoeld in op de wijze bedoeld in art. 3.22 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
inventaris en registers
§1 De inventarisbeheerder maakt een inventaris ‘ongeschikte en onbewoonbare –woningen' op, zoals bepaald in artikel 3.19 § 1 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
De administratie maakt een register onveilige gebouwen op.
De administratie maakt een register verwaarlozing op. Het register kan uit meerdere lijsten bestaan.
De administratie maakt een leegstandsregister op. Het register kan uit meerdere lijsten bestaan.
§2 De administratie is bevoegd om de leegstand van een woning en/of gebouw op te sporen en in een administratieve akte vast te stellen, overeenkomstig de bepalingen in Boek 2, deel 2, titel 3 'leegstandsregister' van de Vlaamse Codex Wonen van 2021. De administratie is bevoegd om de verwaarlozing van een woning en/of gebouw op te sporen en in een administratieve akte vast te stellen, overeenkomstig de bepalingen in Boek 2, deel 2, titel 4 'register van verwaarloosde woningen en gebouwen' van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
§3 Onverminderd de toepassing van art. 89bis van het wetboek van strafvordering en overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, hebben de genoemde personeelsleden toegang tot de gebouwen en/of woningen om alle voor de inventarisatie noodzakelijke opsporingen en vaststellingen te verrichten wanneer het vermoeden bestaat dat een gebouw en/of woning verwaarloosd is of leegstaat.
INVENTARISATIE EN REGISTRATIE GEBOUWEN EN/OF WONINGEN DIE WORDEN BESCHOUWD ALS ONGESCHIKT, ONBEWOONBAAR OF ONVEILIG
opname op de inventaris ongeschikte- en onbewoonbare woningen
De opname op de inventaris ‘ongeschikte en onbewoonbare woningen’ gebeurt door de inventarisbeheerder overeenkomstig de bepalingen van Boek 3, Deel 5, Titel 2 'Inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen' van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
opname in het register onveilige gebouwen
§1 De administratie maakt een register onveilige gebouwen op.
§2 De registratie van onveilige gebouwen gebeurt op datum van het respectieve besluit van de burgemeester.
§3 De administratie geeft de houder van het zakelijk recht, bedoeld in art. 3, bij beveiligde zending kennis van opname in het register onveilige gebouwen.
betwistingen inzake vaststelling
De opname op de inventaris ‘ongeschikt en onbewoonbaar’ of het register van onveilige gebouwen, kan niet in het kader van dit reglement inhoudelijk betwist worden, behoudens een fiscaal beroep bedoeld in artikel 32. De inhoudelijke betwisting is niet mogelijk aangezien de beroepsprocedure tegen een ongeschikt- en/of onbewoonbaar- of onveiligverklaring wordt behandeld door de bevoegde Vlaamse minister of door de bevoegde rechtbank.
schrapping
§1 De ongeschikt en/of onbewoonbaar verklaarde woningen worden door de inventarisbeheerder geschrapt uit de inventaris ‘ongeschikte en onbewoonbare woningen’ overeenkomstig Boek 3, Deel 5, Titel 2 'Inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen' van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
§2 De gebouwen waarvoor de burgemeester ter vrijwaring van de openbare veiligheid of gezondheid een besluit tot woonverbod heeft uitgevaardigd, worden geschrapt uit het register onveilige gebouwen op de datum van het besluit van de burgemeester tot opheffing van het woonverbod.
§3 De gebouwen en/of woningen waarvoor de burgemeester ter vrijwaring van de openbare veiligheid of gezondheid een bevel tot sloping heeft uitgevaardigd, worden geschrapt uit het register onveilige gebouwen zodra de sloping voltooid en het terrein volledig van puin geruimd is.
§4 De gebouwen waarvoor de burgemeester ter vrijwaring van de openbare veiligheid of gezondheid, saneringswerken of –maatregelen heeft opgelegd, worden geschrapt uit het register onveilige gebouwen zodra het verslag ter controle bevestigt dat de opgelegde werken uitgevoerd zijn.
REGISTRATIE GEBOUWEN EN/OF WONINGEN DIE WORDEN BESCHOUWD ALS VERWAARLOOSD
het register
§1 De administratie maakt een register ‘verwaarlozing’ op met afzonderlijke lijsten van:
§2 Een gebouw of woning kan slechts op één lijst van het register ‘verwaarlozing’ tegelijkertijd worden opgenomen.
vaststelling
§1 De ambtenaren van de administratie zijn bevoegd om de verwaarlozing van een gebouw en/of woning op te sporen en vast te stellen in een administratieve akte, aan de hand van het verslag ‘verwaarlozing’ bijgevoegd als bijlage 1.
§2 Een ruïne of restant wordt beschouwd als de zwaarste staat van verwaarlozing. De vaststelling gebeurt aan de hand van het verslag ‘verwaarlozing’, bijgevoegd als bijlage 1.
§3 De ambtenaren van de administratie zijn bevoegd om de onafgewerktheid van een gebouw en/of woning op te sporen, en vast te stellen in een administratieve akte aan de hand van het verslag ‘onafgewerktheid’, bijgevoegd als bijlage 2.
§4 De houder van het zakelijk recht, bedoeld in art. 3, wordt bij beveiligde zending in kennis gesteld van de administratieve akte.
betwistingen inzake vaststelling
§1 De houder van het zakelijk recht, bedoeld in art. 3, kan de administratieve akte van verwaarlozing of onafgewerktheid binnen een termijn van 30 dagen, ingaand de dag na deze van de betekening, betwisten en binnen dezelfde termijn en met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, met uitzondering van de eed, het bewijs leveren dat het gebouw en/of woning niet verwaarloosd of onafgewerkt is of herstellingen uitvoeren.
§2 De houder van het zakelijk recht, bedoeld in art. 3, die de administratieve akte wenst te betwisten, dient hiervoor zelf alle nodige bewijsstukken voor te leggen aan het college. Het beroepschrift, dat ingediend wordt met een aangetekende brief of door afgifte tegen ontvangstbewijs, dient gedagtekend te zijn en bevat minimaal de volgende gegevens:
§3 Het college doet uitspraak over het beroepschrift en betekent zijn beslissing aan de indiener binnen een termijn van 90 dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend. Bij ontstentenis van kennisgeving wordt het beroep geacht te zijn aanvaard.
opname op het register
Indien de beslissing tot opname in het register ‘verwaarlozing’ niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond is, worden de verwaarloosde en/of onafgewerkte gebouwen en/of woningen opgenomen op het register ‘verwaarlozing’ op de datum van de opmaak van de administratieve akte tot vaststelling van de verwaarlozing of onafgewerktheid.
schrapping
§1 De verwaarloosde woningen en/of gebouwen of ruïnes of restanten worden geschrapt uit het register 'verwaarlozing’ op datum van de vaststelling door de administratie dat de woningen en/of gebouwen volgens de criteria van het technisch verslag niet meer als verwaarloosd of niet meer als ruïne of restant kunnen worden beschouwd.
§2 De onafgewerkte woningen en/of gebouwen worden geschrapt uit het register ‘verwaarlozing’ op datum van de vaststelling door de administratie dat de woningen en/of gebouwen wind- en waterdicht zijn.
§3 Het controleonderzoek gebeurt op schriftelijk verzoek van de belastingplichtige aan de administratie, op de wijze, vermeld in art. 11 §2 van het reglement.
§4 De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping binnen een termijn van orde van twee maanden na de ontvangst van het verzoek. De administratie brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending.
§5 Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag van deze na de betekening van het schrijven, vermeld in art. 13 §4 van het reglement kan een zakelijk gerechtigde, bedoeld in art. 3, bij het college beroep aantekenen tegen de beslissing tot de weigering van schrapping. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend.
Het college doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het beroepsschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.
REGISTRATIE WONINGEN EN GEBOUWEN DIE WORDEN BESCHOUWD ALS LEEGSTAAND
het register
De administratie maakt een leegstandsregister op, samengesteld uit een lijst leegstaande woningen en een lijst leegstaande gebouwen.
vaststelling
§1 Het vermoeden van leegstand van de geheel leegstaande woningen, de geheel of gedeeltelijk leegstaande gebouwen alsook de geheel leegstaande woningen in gebouwen, kan mede gebeuren op basis van een of meerdere van onderstaande indicaties:
§2 Een ander gebruik van een woning dan effectieve bewoning wordt niet aanvaard als zijnde gebruik van de woning. Als effectieve bewoning geldt zowel het effectief gebruik als hoofdverblijfplaats als het effectief gebruik als tweede verblijfplaats.
§3 De ambtenaren van de administratie zijn bevoegd om leegstand van een gebouw en/of woning op te sporen en vast te stellen in een administratieve akte aan de hand van het verslag bijgevoegd in bijlage 3.
§4 De houder van het zakelijk recht, bedoeld in art. 3, wordt per beveiligde zending in kennis gesteld van deze administratieve akte.
betwistingen inzake vaststelling
§1 De houder van het zakelijk recht, bedoeld in art. 3, kan de administratieve akte van leegstand binnen 30 dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van de administratieve akte van leegstand, betwisten en met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, met uitzondering van de eed, het bewijs leveren dat een leegstaand gebouw en/of de woning effectief gebruikt wordt.
§2 De houder van het zakelijk recht, bedoeld in art. 3, die de opname in het leegstandsregister wenst te betwisten dient hiervoor zelf alle nodige bewijsstukken voor te leggen aan het college. Het beroepschrift, dat ingediend wordt met een aangetekende brief of door afgifte tegen ontvangstbewijs, moet gedagtekend zijn en dient minimaal de volgende gegevens te bevatten:
§3 De al dan niet aanvaarding van een beroep kan worden voorafgegaan door een controle van de administratie ter plaatse met het oog op een feitenonderzoek. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.
§4 Het college doet uitspraak over het beroepschrift en betekent zijn beslissing aan de indiener binnen een termijn van 90 dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend. Bij ontstentenis van kennisgeving wordt het beroep geacht te zijn aanvaard.
opname in het leegstandsregister
Indien de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond is, neemt de administratie het gebouw of de woning in het leegstandsregister op vanaf de datum vanaf de opmaak van de administratieve akte tot vaststelling van de leegstand.
schrapping
§1 Een woning wordt geschrapt uit het leegstandsregister als ze meer dan 6 maanden ononderbroken wordt aangewend in overeenstemming met de functie, overeenkomstig de bepalingen in Boek 2, deel 2, titel 3 'leegstandsregister' van de Vlaamse Codex Wonen van 2021. De datum van de schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie.
§2 Een gebouw wordt geschrapt uit het leegstandsregister indien meer dan 50% van de totale vloeroppervlakte van het gebouw, na de periode van leegstand, meer dan 6 opeenvolgende maanden effectief wordt gebruikt overeenkomstig de functie, overeenkomstig de bepalingen in Boek 2, deel 2, titel 3 'leegstandsregister' van de Vlaamse Codex Wonen van 2021. De datum van de schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie.
§3 Een woning en/of gebouw, waarvoor een bestemmingswijziging werd aangevraagd en vergund, wordt geschrapt uit het leegstandsregister op datum van de opmaak van het verslag ter controle van de bestemmingswijziging, dat de wijziging bevestigt, op voorwaarde dat het gebruik in overeenstemming is met de nieuwe functie. De bestemmingswijziging moet door de belastingplichtige gemeld worden aan de administratie en gestaafd worden met een kopie van de omgevingsvergunning tot bestemmingswijziging.
§3/1 Een woning en/of gebouw, waarvoor een sloop werd aangevraagd en vergund, wordt geschrapt uit het leegstandsregister op datum van de opmaak van het verslag dat bevestigt dat de sloop voltooid is en het terrein volledig van puin geruimd is. De sloop moet door de belastingplichtige gemeld worden aan de administratie en gestaafd worden met een kopie van de omgevingsvergunning tot sloop.
§3/2 Een woning of gebouw, waarin een wijziging van het aantal woongelegenheden werd aangevraagd en vergund, wordt geschrapt uit het leegstandsregister op datum van de opmaak van het verslag dat de voltooiing van de werkzaamheden en de wijziging van het aantal woongelegenheden bevestigt. Indien de op deze wijze gerealiseerde woongelegenheden op datum van schrapping niet in overeenstemming met de functie worden gebruikt, worden de woongelegenheden op datum van schrapping opnieuw opgenomen in het leegstandsregister, op de wijze, vermeld in art. 15§4 van het reglement.
§4 Het controleonderzoek gebeurt op schriftelijk verzoek van de belastingplichtige aan de administratie, op de wijze, vermeld in art. 16§2 van het reglement.
De al dan niet inwilliging van een verzoek tot schrapping kan worden voorafgegaan door een controle van de administratie ter plaatse met het oog op een feitenonderzoek. Het verzoek tot schrapping wordt niet ingewilligd als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.
§5 De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping binnen een termijn van orde van twee maanden na de ontvangst van het verzoek. In het geval van een verzoek tot schrapping op basis van art. 18§1 en art. 18§2 gebeurt dit onderzoek binnen een termijn van orde van twee maanden na het verstrijken van de periode van 6 maanden bedoeld in art. 18§1 en art. 18§2. De administratie brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending.
§5/1 Onverminderd §1 tot en met §3, kan de administratie overgaan tot ambtshalve schrapping, maar enkel voor zover de administratie in bezit van afdoende bewijskrachtige gegevens. De administratie brengt de houder van het zakelijk recht op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending.
§6 Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag van deze na de betekening van het schrijven, vermeld in art. 18§5 en art. 18§5/1 van het reglement kan een zakelijk gerechtigde, bedoeld in art. 3, bij het college beroep aantekenen tegen de beslissing tot de weigering van schrapping. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend.
Het college doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het beroepsschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.
SAMEN VOORKOMEN INVENTARIS EN REGISTERS
samen voorkomen inventaris en registers
Onverminderd de toepassing van art.2.13 en art. 2.19 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, kunnen gebouwen die opgenomen zijn in het register onveilige gebouwen niet worden opgenomen in het leegstandsregister en omgekeerd.
BEREKENING VAN DE HEFFING
tarief van de heffing
§1 Het bedrag van de basisbelasting wordt vastgesteld op 1250 euro per belastbaar gebouw en/of woning.
§2 Het bedrag van de belasting is gelijk aan het resultaat van de volgende formule:
Het bedrag basisbelasting vermeld onder §1 vermenigvuldigd met (x +1), waarbij x gelijk is aan het aantal periodes van 12 maanden dat het gebouw en/of de woning zonder onderbreking opgenomen is in de inventaris 'ongeschikt en onbewoonbare woningen' of in een van de artikel 4 bedoelde registers.
X mag niet meer bedragen dan 4.
§3 Indien een woning of gebouw is opgenomen op verschillende registers en/of de inventaris ‘ongeschikt en onbewoonbare woningen' zoals bedoeld in art. 4, is de voormelde belasting verschuldigd per afzonderlijke opname in een inventaris of register.
VRIJSTELLINGEN
aanvraag vrijstelling
§1 Een vrijstelling van de heffing kan aangevraagd worden door middel van een daartoe bestemd aanvraagformulier.
§2 Bij opname in de inventaris of register moet de aanvraag voor vrijstelling van de heffing worden ingediend via beveiligde zending, voor het verstrijken van de toepasselijke inventarisatiedatum.
§3 De houder van het zakelijk recht, bedoeld in art. 3, die gebruik wenst te maken van een vrijstelling zoals beschreven in artikel 21bis tot en met artikel 31ter dient zelf hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen aan de administratie.
§4 De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot het toekennen van een vrijstelling binnen een termijn van orde van twee maanden na de ontvangst van de aanvraag tot vrijstelling. De administratie brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending.
§4/1 Onverminderd §1 tot en met §3, kan de administratie vrijstellingen ambtshalve verlenen, maar enkel voor zover de administratie in bezit is van afdoende bewijskrachtige gegevens. De administratie brengt de houder van het zakelijk recht op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending.
§4/2 Het al dan niet toekennen van een vrijstelling kan worden voorafgegaan door een controle van de administratie ter plaatse met het oog op een feitenonderzoek. De vrijstelling wordt geacht geweigerd te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.
§5 Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag van deze na de betekening van het schrijven, vermeld in art. 21 §4 en art. 21 §4/1 van het reglement kan een zakelijk gerechtigde, bedoeld in art. 3, bij het college beroep aantekenen tegen de beslissing tot de weigering van vrijstelling. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend.
Het college doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het beroepsschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.
Artikel 21bis
vrijstelling voor houder zakelijk recht met beperkte handelingsbekwaamheid
De houder van een zakelijk recht, bedoeld in art. 3, wordt vrijgesteld van belasting indien de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing. De vrijstelling geldt voor een periode die duurt tot 2 jaar na het opheffen van de gerechtelijke beslissing tot beperking van de handelsbekwaamheid.
De maximale duur van de vrijstelling wordt evenwel beperkt tot vijf jaar.
vrijstelling voor woningen waarbij de woning het enige bezit is
§1 De houder van een zakelijk recht, bedoeld in art. 3, wordt vrijgesteld van belasting indien hij houder van het zakelijk recht is van één enkele woning, bij uitsluiting van enige andere woning.
Deze vrijstelling geldt op voorwaarde dat dit enige eigendom ook door de houder van het zakelijk recht zelf effectief wordt bewoond als hoofdverblijfplaats.
Deze vrijstelling kan verleend worden voor woningen die opgenomen zijn in het register verwaarlozing, maar niet voor woningen opgenomen in het ‘leegstandsregister’. Indien de woning is opgenomen op de inventaris ongeschikt en onbewoonbare - woningen, kan de vrijstelling bekomen worden voor woningen die ongeschikt werden verklaard, maar niet voor woningen waarin een ontruiming van de woning is opgelegd via een besluit tot ‘ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring’ of ‘onbewoonbaarverklaring’.
§2 De houder van een zakelijk recht, bedoeld in art. 3, wordt vrijgesteld van belasting indien de houder van het zakelijk recht laatste bewoner is van een woning die hij als hoofdverblijfplaats gebruikte en waarvan de woning de enige woning in zijn bezit is, in een erkende ouderenvoorziening verblijft of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een instelling.
Deze vrijstelling geldt voor een periode van maximaal 3 jaar vanaf de datum van de opname in de erkende ouderenvoorziening of instelling. Deze vrijstelling wordt enkel verleend voor de opname op het leegstandsregister en niet voor de opname op de inventaris ‘ongeschikte en onbewoonbare woningen', in het register 'onveilige gebouwen' of in het register ‘verwaarlozing'.
vrijstelling voor een nieuwe houder van het zakelijk recht
De houder van een zakelijk recht, bedoeld in art. 3, die minder dan twee jaar houder is van het zakelijk recht van de woning en/of het gebouw wordt vrijgesteld van belasting gedurende een periode van 2 jaar vanaf het moment van overdracht van het zakelijk recht.
vrijstelling voor renovatie
§1 Er wordt in een periode van 10 jaar aan de houder van het zakelijk recht éénmaal een vrijstelling van maximaal 3 jaar gegeven voor de renovatie van de woning en/of het gebouw, waarbij de problematische situatie ten gronde wordt aangepakt.
Wat betreft ongeschikt of onbewoonbaar verklaarde woningen, onveilige, onafgewerkte of verwaarloosde gebouwen of woningen kan de vrijstelling voor renovatie maar worden verleend voor zover de renovatie ook effectief gericht is op het volledig wegwerken van de vastgestelde gebreken.
§2 De geplande renovatiewerken dienen aangetoond te worden aan de hand van ofwel:
a) indien het gaat om werken waarvoor een omgevingsvergunning nodig is een goedgekeurde niet-vervallen omgevingsvergunning of een schriftelijke bevestiging van de volledig bevonden aanvraag voor een omgevingsvergunning opgemaakt door de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar, zijn gemachtigde of de gemeentelijke administratie;
b) indien het gaat om niet-vergunningsplichtige werken aan de hand van een renovatienota zoals bedoeld in art. 2 lid 19 van dit reglement.
Uit deze documenten moet duidelijk blijken dat de problematische situatie ten gronde zal worden aangepakt.
§3 De vrijstelling wordt verleend op voorwaarde dat de werken ook effectief worden uitgevoerd. Daarom wordt de vrijstelling verleend in twee schijven van respectievelijk één en maximaal twee jaar.
§4 De eerste schijf van één jaar gaat in op datum van ontvangst van ofwel de omgevingsvergunning of de schriftelijke bevestiging van de volledig bevonden aanvraag voor een omgevingsvergunning, ofwel de volledige renovatienota. In het geval dat de eerste schijf wordt verleend op basis van een schriftelijke bevestiging van de volledig bevonden aanvraag voor een omgevingsvergunning, wordt de vrijstelling ongedaan gemaakt als de omgevingsvergunning geweigerd wordt of de aanvrager zelf de aanvraagprocedure stopzet.
§5 De aanvraag van de tweede schijf van twee jaar moet gebeuren via een schriftelijke en gemotiveerde vraag aan de administratie. In deze gemotiveerde vraag wordt onder andere een gedetailleerde stand van zaken van de werken opgenomen. Deze stand van zaken wordt onder andere aangetoond aan de hand van foto’s.
§5/1 Indien de renovatiewerken waarvoor de vrijstelling wordt verleend enkel betrekking hebben op sloopwerkzaamheden, wordt de tweede schijf beperkt tot één jaar.
§6 De aanvraag van de tweede schijf moet ingediend worden voor de eerste schijf verstrijkt. Om voor de tweede schijf in aanmerking te komen, moet uit de stand van zaken blijken dat de werken gestart zijn. De toekenning van de tweede schijf kan worden voorafgegaan door een plaatsbezoek van de administratie ter controle. Indien blijkt uit de stand van zaken of uit het verslag van het plaatsbezoek dat de werken nog niet zijn gestart, dan wordt de tweede schijf geweigerd.
§7 Indien een plaatsbezoek tot vaststelling van de voortgang van de werken wordt geweigerd of indien aan de administratie geen toegang wordt verleend tot de woning en/of gebouw, dan wordt de toekenning van een tweede schijf automatisch geweigerd.
§8 Woningen of gebouwen die zowel in het register ‘verwaarlozing’ als in het leegstandsregister voorkomen en die dankzij een renovatie geschrapt worden uit het register ‘verwaarlozing’, maar nog wel leegstaan, krijgen een extra vrijstelling van één jaar voor het wegwerken van de leegstand.
Artikel 24bis
vrijstelling voor woningen of gebouwen die voorwerp uitmaken van een brownfieldconvenant
De houder van een zakelijk recht, bedoeld in art. 3, wordt vrijgesteld van belasting indien de woning of het gebouw het voorwerp uitmaakt van een Brownfieldconvenant, definitief gesloten overeenkomstig hoofdstuk III van het decreet van 30 maart 2007 betreffende de Brownfieldconvenanten. Deze vrijstelling geldt tot aan de beëindiging van het Brownfieldconvenant, overeenkomstig art. 10§3 van het decreet van 30 maart 2007 betreffende de Brownfieldconvenanten.
De maximale duur van de vrijstelling wordt evenwel beperkt tot vijf jaar.
Artikel 24ter
vrijstelling voor woningen en gebouwen die voorwerp uitmaken van een door de OVAM conform verklaard bodemsaneringsproject
De houder van een zakelijk recht, bedoeld in art. 3, wordt vrijgesteld van belasting indien de woning of het gebouw dat het voorwerp uitmaakt van een door de OVAM conform verklaard bodemsaneringsproject overeenkomstig titel III, hoofdstuk V van het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming. Deze vrijstelling gaat in op de datum van de aanvraag van de vrijstelling tot aan de datum van de eindverklaring van OVAM overeenkomstig art. 68 van het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming.
De maximale duur van de vrijstelling wordt evenwel beperkt tot vijf jaar.
Artikel 24quater
vrijstelling voor leegstaande sociale woningen opgenomen in een goedgekeurd renovatieplan
De houder van het zakelijk recht, bedoeld in art. 3, wordt vrijgesteld van de belasting, indien de leegstaande woning een sociale huurwoning is, en dit op voorwaarde dat de woning is opgenomen in een renovatieplan voor sociale woningen zoals bedoeld in art. 2 lid 20. De maximale duur van de vrijstelling wordt evenwel beperkt tot vijf jaar.
vrijstelling voor woningen waarvoor renovatiehuurcontract werd afgesloten met een sociaal verhuurkantoor
De houder van een zakelijk recht, bedoeld in art. 3, wordt vrijgesteld van belasting indien voor de woning een renovatiehuurcontract werd afgesloten met een sociaal verhuurkantoor, gedurende een periode van twee jaar vanaf de datum van de het renovatiehuurcontract.
vrijstelling voor woningen en /of gebouwen binnen onteigeningsplan
De houder van een zakelijk recht, bedoeld in art. 3, wordt vrijgesteld van belasting indien de gebouwen en/of woningen binnen de grenzen liggen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan of waarvoor geen omgevingsvergunning meer wordt afgeleverd omdat een onteigeningsplan wordt voorbereid.
vrijstelling voor woningen en /of gebouwen erkend als monument
§1 De houder van een zakelijk recht, bedoeld in art. 3, wordt vrijgesteld van belasting indien de gebouwen en/of woningen die krachtens het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 zijn beschermd als monument en waarvoor bij de bevoegde overheid een ontvankelijk verklaard onderzoeks- of erfgoedpremiedossier is ingediend, gedurende de termijn van behandeling of waarvoor de bevoegde overheid attesteert dat het monument in de bestaande toestand bewaard mag blijven.
§2 De maximale duur van de vrijstelling wordt evenwel beperkt tot vijf jaar. Deze beperking geldt niet in het geval dat de bevoegde overheid attesteert dat het monument in de bestaande toestand bewaard mag blijven.
vrijstelling voor woningen en/of gebouwen die getroffen worden door een ramp
De houder van een zakelijk recht, bedoeld in art. 3, wordt vrijgesteld van belasting indien de gebouwen en/of woningen getroffen zijn door een ramp, die zich heeft voorgedaan onafhankelijk van de wil van de belastingplichtige, gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de ramp.
vrijstelling voor woningen en/of gebouwen die onderwerp vormen van een gerechtelijke procedure
De houder van een zakelijk recht, bedoeld in art. 3, wordt vrijgesteld van belasting indien de gebouwen en/of woningen waarvan het effectief gebruik onmogelijk is omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een van een gerechtelijke procedure, vanaf het begin van de onmogelijkheid tot effectief gebruik tot 2 jaar na het einde van de onmogelijkheid. Bij deze aanvraag moeten stukken zijn gevoegd op basis waarvan de stand van zaken van het strafrechtelijk onderzoek of de gerechtelijke procedure kan worden afgeleid, en waaruit blijkt dat het effectief gebruik van het gebouw en/of woning onmogelijk is omwille van deze procedure.
vrijstelling voor de leegstand van een woning gelegen boven een gebouw
§1 De houder van een zakelijk recht, bedoeld in art. 3, wordt vrijgesteld van belasting voor leegstand van de woning indien deze woning gelegen is boven een gebouw, maar enkel voor zover aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan:
§2 Deze vrijstelling is niet van toepassing indien een bestaande afzonderlijke toegang verwijderd werd zonder dat hiervoor de noodzakelijke omgevingsvergunningen werden bekomen.
(opgeheven)
Artikel 31bis
vrijstelling voor leegstaande gebouwen en woningen waarvoor een verzoek tot schrapping is ingediend
Woningen en gebouwen waarvoor overeenkomstig de bepalingen in art. 18 §4 een schriftelijk verzoek tot schrapping is ingediend, maar waarvoor de periode van 6 maanden zoals bedoeld in art. 18 §1 en art. 18 §2 nog niet is verstreken, worden tijdelijk vrijgesteld van belasting gedurende een periode van 6 maanden volgend op de ontvangst van het schriftelijk verzoek tot schrapping.
De vrijstelling wordt ongedaan gemaakt indien de schrapping geweigerd wordt.
Artikel 31ter
vrijstelling voor de geplande overdracht van het zakelijk recht van gebouwen en woningen waarvoor een onderhandse overeenkomst (compromis) is opgemaakt
§1 Er wordt in een periode van 10 jaar aan de houder van het zakelijk recht éénmaal een vrijstelling gegeven op basis van een verbintenis tot overdracht gedurende een periode van 4 maanden ingaand op datum van de ondertekening van de verbintenis, maar enkel voor zover aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan:
§2 (opgeheven)
§3 De vrijstelling wordt verleend op voorwaarde dat de overdracht ook effectief plaatsvindt, en de authentieke akte wordt verleden binnen de 4 maanden na de datum van ondertekening van de onderhandse overeenkomst. De vrijstelling wordt ongedaan gemaakt als de onderhandse overeenkomst niet binnen de 4 maanden heeft geleid tot een authentieke akte. In dit geval is de heffing alsnog verschuldigd.
INKOHIERING EN REGELING VAN GESCHILLEN
wijze van inning en bezwaarprocedure
De belasting wordt ingevorderd via een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
De belasting moet worden betaald binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen de belastingaanslag een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven.
Het bezwaarschrift kan via één van de volgende kanalen worden ingediend:
Andere vormen van doorsturen zoals fax of elektronische toezending naar andere mailboxen van de Stad Turnhout zijn niet geldig en worden als onbestaande beschouwd.
OVERGANGSMAATREGELEN
Art 32 bis
overgangsmaatregelen
§1 Gebouwen die werden geïnventariseerd als ‘onveilig’, woningen en/of gebouwen die werden geïnventariseerd als leegstaand, en woningen en/of gebouwen die werden geïnventariseerd als verwaarloosd overeenkomstig de bepalingen van de verordening van belasting op gebouwen en/of woningen die beschouwd worden als onveilig, verwaarloosd of leegstaand zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 21 december 2007, 17 december 2008, 16 december 2009, 15 december 2010, 21 december 2011, 24 juni 2013, 30 december 2013, 15 december 2014, 12 december 2016, 27 maart 2017, 2 september 2019 en 16 december 2019 en die op datum van inwerkingtreding van dit besluit nog niet zijn geschrapt, worden opgenomen in een van de art. 4 bedoelde registers met behoud van de oorspronkelijke inventarisatiedatum en met behoud van reeds toegekende vrijstellingen.
§2 Woningen die als ‘ongeschikt en/of onbewoonbaar werden geïnventariseerd op de voormalige gemeentelijke inventaris ongeschikt-onbewoonbaar-onveilig, overeenkomstig de bepalingen van de verordening van belasting op gebouwen en/of woningen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt, onveilig, verwaarloosd of leegstaand zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 21 december 2007, 17 december 2008, 16 december 2009, 15 december 2010, 21 december 2011, 24 juni 2013, 30 december 2013, 15 december 2014, 12 december 2016, werden geschrapt uit deze voormalige gemeentelijke inventaris, op datum van inwerkingtreding van het besluit van 27 maart 2017. Op datum van de inwerkingtreding van het besluit van 27 maart 2017 werd de genoemde gemeentelijke inventaris stopgezet.
§2/1 Aangezien de woningen die op basis van art 32bis §2 geschrapt werden uit voormalige gemeentelijke inventaris ongeschikt-onbewoonbaar-onveilig, eveneens opgenomen waren en blijven op de gewestelijke inventaris ongeschikt en onbewoonbare woningen zoals bedoeld in art. 5, verhindert de genoemde schrapping geenszins dat zij in kader van voorliggend reglement belast worden.
§2/2 Indien er voor een woning die op basis van art 32bis §2 geschrapt werd uit voormalige gemeentelijke inventaris ongeschikt-onbewoonbaar-onveilig, een lopende vrijstelling was die was toegekend op basis van de bepalingen van de verordening van belasting op gebouwen en/of woningen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt, onveilig, verwaarloosd of leegstaand zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 21 december 2007, 17 december 2008, 16 december 2009, 15 december 2010, 21 december 2011, 24 juni 2013, 30 december 2013, 15 december 2014 en 12 december 2016, dan werd deze vrijstelling ambtshalve en onder dezelfde voorwaarden toegekend aan dezelfde woning die is opgenomen op de gewestelijke inventaris ongeschikt en onbewoonbare woningen zoals bedoeld in art. 5. Vrijstellingen toegekend aan woningen op de gewestelijke inventaris ongeschikt en onbewoonbare woningen op basis van de bepalingen van de verordening van belasting op gebouwen en/of woningen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt, onveilig, verwaarloosd of leegstaand zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 27 maart 2017, 2 september 2019 en 16 december 2019 blijven behouden.
1. De stad Turnhout heft een belasting op de tweede verblijven en weekendverblijven op het grondgebied. Het tweede verblijf en weekendverblijf wordt immers niet geregistreerd als hoofdverblijfplaats waardoor de gebruiker, zijnde de eigenaar, huurder of een andere gebruiker, niet bijdraagt in de aanvullende personenbelasting, hoewel de betrokkene wel gebruik maakt van de gemeentelijke infrastructuur en dienstverlening. De stad Turnhout levert belangrijke financiƫle inspanningen om een kwaliteitsvolle dienstverlening aan te bieden en om het openbaar domein en de stedelijke infrastructuur te onderhouden.
2. Het bijhouden van de bevolkingsregisters is de taak en de verantwoordelijkheid van de gemeenten. Correcte informatie is noodzakelijk omwille van statistische redenen en omwille van de veiligheid en identificatie van personen. Het is daarmee belangrijk dat diegene die zich op het verblijfsadres kan inschrijven dit ook effectief doet. Een belasting op tweede verblijven kan er toe bijdragen dat personen die hun feitelijke hoofdverblijfplaats in de gemeente hebben, zich laten inschrijven in de bevolkingsregisters. Uit ervaring van de voorgaande jaren blijkt dat heel wat eigenaars van leegstaande woningen claimen dat ze de woningen gebruiken als tweede verblijf waardoor er een aanvoelen is dat een aangifte als tweede verblijf een manier was om een heffing op leegstand te vermijden. Om deze reden is het aangewezen om een voldoende hoog basistarief te hanteren.
3. Het is niet aangewezen om het basistarief op alle situaties toe te passen aangezien sommige panden bestemd zijn voor specifieke doelgroepen. Het betreft:
Om deze reden wordt voorgesteld te werken met een gedifferentieerd tarief en een belastingvermindering toe te staan in bovengenoemde situaties.
Om recht te hebben op het verminderd tarief voor studenten en seizoensarbeiders worden een aantal bewijsstukken opgevraagd. Indien deze bewijsstukken laattijdig worden toegevoegd, veroorzaakt dit extra administratiekosten en wordt de belasting verhoogd met 50 euro.
4. De belasting wordt geheven op de volle eigenaar, vruchtgebruiker, erfpachter of opstalhouder van het tweede verblijf of weekendverblijf, daar deze als enige met zekerheid is gekend en de belasting desgewenst contractueel doorgerekend kan worden aan een eventuele gebruiker.
5. Het behouden van de bestaande bronnen van inkomsten is vereist om het begrotingsevenwicht in evenwicht te houden.
De gemeenteraad stemde met 27 stemmen op 35 stemmers nl. van de heer Peter Segers – voorzitter, de heer Paul Van Miert – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Jan Van Otten, de heer Luc Op de Beeck, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Marc Boogers, mevrouw Els Baeten, mevrouw Kelly Verheyen – schepenen; de heer Eric Vos, de heer Luc Debondt, de heer Hannes Anaf, mevrouw Annemie Der Kinderen, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Paul Moelans, de heer Peter Roes, de heer Bart Voordeckers, de heer Koen De Busser, mevrouw Savannah van Dongen, de heer Achraf El Yakhloufi, de heer Stijn Adriaensens, de heer Ludwig Nietvelt, de heer Rudy Elst, de heer Kurt Persegael, de heer Jeff Dierckx, mevrouw Pauline Ceusters en de heer Wilfried Sylverans – raadsleden.
Er was 1 neen stem nl. van de heer Wout Schafraet – raadslid.
Er waren 7 onthoudingen nl. van de heer Reccino Van Lommel, de heer Eddy Grooten, de heer Kevin Janssen, de heer Jan Van Steenbergen, de heer Dieter De Quick, de heer Peter Janssens en de heer Mario Geys – raadsleden.
goedkeuring
De gemeenteraad beslist om het belastingreglement op tweede verblijven en weekendverblijven goed te keuren.
Vanaf de inwerkingtreding vervangt dit belastingreglement het voorgaande belastingreglement op de tweede verblijven dat werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 16 december 2019.
belastbaar voorwerp of belastbaar feit
Met ingang van 1 januari 2022 en voor een periode eindigend op 31 december 2025 wordt een gemeentebelasting geheven op tweede verblijven en weekendverblijven, zoals bedoeld in artikel 3, op het grondgebied van de stad Turnhout op 1 januari van het aanslagjaar.
definities
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
A. Tweede verblijf
Als tweede verblijf wordt beschouwd: elke woning op het grondgebied van de stad Turnhout die niet leegstaat, die de eigenaar, de huurder of de gebruiker niet tot hoofdverblijfplaats dient of kan dienen, maar die door hen voor bewoning wordt gebruikt . Dit houdt onder meer in dat de woning door hen, op een veilige manier, op elk ogenblik voor bewoning kan worden gebruikt, er effectieve aansluiting op nutsvoorzieningen is, er een minimale infrastructuur is met betrekking tot kook- en slaapgelegenheid, er sanitaire voorzieningen zijn en er een minimale bemeubeling is.
Als woning wordt beschouwd: een onroerend goed of gedeelte ervan dat hoofdzakelijk is bestemd voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande. Het gaat hier over elke woning dus onder meer over landhuizen, bungalows, appartementen, studio’s, studentenhuizen, (studenten)kamers, kamerwoningen, en alle andere vaste woongelegenheden. Dit betreft geen limitatieve opsomming.
Als hoofdverblijfplaats wordt beschouwd de plaats waar het gezin of de alleenstaande gedurende het grootste deel van het jaar effectief verblijft. Voor de toepassing van dit reglement wordt de verklaring van hoofdverblijf enkel aanvaard wanneer er op 1 januari van het aanslagjaar een inschrijving is in het bevolkingsregister, vreemdelingenregister of wachtregister of waarvoor er een aanvraag tot inschrijving is ingediend die naderhand wordt ingewilligd.
Een student is een persoon die is ingeschreven bij een instelling van het hoger onderwijs, zoals vermeld in art.3.2 §3 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex wonen van 2021 en latere wijzigingen.
B. Weekendverblijf
Als weekendverblijf wordt beschouwd: elk verblijf andere dan woning, zoals bedoeld in A hiervoor, op het grondgebied van de stad Turnhout dat in hoofdzaak bestemd is voor en gebruikt wordt als verblijf voor recreatieve doeleinden, en dat niet voor permanente bewoning bestemd is of kan bestemd worden. Dit betreft onder meer grote of kleine weekendhuizen of buitengoederen, optrekjes, chalets, met chalets gelijkgestelde caravans/stacaravans en alle andere vaste weekendverblijven. Dit betreft geen limitatieve opsomming.
Verplaatsbare caravans, tenten en woonaanhangwagens worden niet als weekendverblijf beschouwd tenzij deze ten minste drie maanden van een jaar opgesteld blijven op dezelfde locatie.
Het oneigenlijk gebruik van een weekendverblijf als woning wordt als een tweede verblijf zoals bedoeld in A hiervoor beschouwd en wordt dan ook als zodanig belast.
belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die op 1 januari van het aanslagjaar houder is van een van de hierna vermelde zakelijke rechten op het tweede verblijf of het weekendverblijf:
Behoort één van die zakelijke rechten in onverdeeldheid toe aan meer dan één persoon dan geldt de onverdeeldheid als belastingplichtige. De leden van de onverdeeldheid zijn gehouden tot betaling van het verschuldigde bedrag naar rato van hun deel in de onverdeeldheid.
De belastingplicht geldt ook wanneer het tweede verblijf of het weekendverblijf verhuurd wordt of door een derde feitelijk gebruikt wordt.
De belastingplicht geldt ongeacht het feit of de belastingplichtige al dan niet is ingeschreven in de bevolkingsregisters van de stad Turnhout.
tarief
De belasting is ondeelbaar en voor het ganse jaar verschuldigd, welke ook de datum is waarop de belastingplichtige ophoudt houder van het zakelijk recht van het belaste goed te zijn.
Indien een gebouw meerdere entiteiten bevat die als tweede verblijf kunnen beschouwd worden, is de belasting verschuldigd per entiteit.
A. Tweede verblijf
5.1. tarief voor een tweede verblijf
De belasting voor een tweede verblijf dat niet voldoet aan de criteria van de artikels 5.2 en 5.3 wordt vastgesteld op 1 000 euro.
5.2. tarief voor studentenkamers
De belasting bedraagt 40 euro per tweede verblijf indien de belastingplichtige een bewijs kan voorleggen dat het tweede verblijf betrokken wordt door een student(e) gedurende het schooljaar waarin 1 januari van het aanslagjaar valt.
In geval van tijdelijke leegstand van een studentenkamer wordt de belasting eveneens verminderd tot 40 euro per tweede verblijf indien de belastingplichtige een bewijs kan voorleggen dat het tweede verblijf betrokken werd door een student gedurende het schooljaar waarin 1 januari van het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar valt.
De belastingplichtige kan het bewijs van het gebruik door een student leveren door het voorleggen van volgende documenten:
Deze beide bewijsstukken dienen bij de aangifte aangeleverd te worden.
Indien de bewijsstukken, of een deel ervan, pas na de in het aangifteformulier gestelde periode worden voorgelegd, bedraagt het tarief van de belasting 90 euro per tweede verblijf.
5.3. tarief voor een tweede verblijf in agrarisch gebied dat wordt gebruikt als huisvesting van seizoensarbeiders
De belasting bedraagt 40 euro per tweede verblijf indien de houder van het zakelijk recht van het tweede verblijf een bewijs kan voorleggen dat het tweede verblijf gebruikt wordt voor kortverblijf door seizoenarbeiders in de land- en tuinbouwsector op 1 januari van het aanslagjaar of gedurende het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar. Een seizoensarbeider is een gelegenheidsarbeider zoals vermeld in art. 1.2 , 120° van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en latere wijzigingen.
Deze vermindering kan enkel worden toegestaan indien het tweede verblijf dat door de seizoenarbeiders betrokken wordt, gelegen is in agrarisch gebied.
De houder van het zakelijk recht kan het bewijs van het gebruik leveren door het voorleggen van volgende documenten:
Deze beide bewijsstukken dienen bij de aangifte aangeleverd te worden.
Indien de bewijsstukken, of een deel ervan, pas na de in het aangifteformulier gestelde periode worden voorgelegd, bedraagt het tarief van de belasting 90 euro per tweede verblijf.
B. Weekendverblijf
5.4. tarief voor een weekendverblijf in een gebied voor verblijfsrecreatie
De belasting bedraagt 150 euro per weekendverblijf indien het weekendverblijf gelegen is in een gebied bestemd voor verblijfsrecreatie.
Een belastingvermindering van 50 % voor 1 belastbaar goed wordt verleend aan de belastingplichtige die het bewijs voorlegt dat hij, of een inwonend familielid, voor ten minste 66 % getroffen is door een lichamelijke of geestelijke handicap.
5.5. tarief voor een vergund weekendverblijf gelegen buiten het gebied voor verblijfsrecreatie
De belasting bedraagt 500 euro per weekendverblijf indien tegelijk wordt voldaan aan volgende twee voorwaarden:
vrijstellingen
6.1 Vrijstelling voor leegstaande of ongeschikte- of onbewoonbare woningen of gebouwen
§1 Vrijstelling wordt verleend voor tweede verblijven, waarvan het bewijs wordt voorgelegd dat zij in de loop van het aan het aanslagjaar voorafgaande kalenderjaar meer dan 6 maanden als hoofdverblijfplaats werd aangewend zoals blijkt uit de gegevens van de bevolkingsregisters of het wachtregister.
§2. Vrijstelling wordt verleend voor tweede verblijven of weekendverblijven die langer dan één jaar leegstaan. Door de houder van het zakelijk recht worden bewijsstukken voorgelegd waaruit blijkt dat de woning of het gebouw langer dan één jaar niet overeenkomstig de functie wordt gebruikt. De indicaties voor leegstand zijn deze zoals opgenomen in art. 15 van het belastingreglement op gebouwen en/of woningen die beschouwd kunnen worden als onbewoonbaar, ongeschikt, onveilig, verwaarloosd of leegstaand zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 20 december 2021 en latere wijzigingen. Op basis van deze bewijsstukken kan de administratie overgaan tot een opname van de woning of het gebouw in het leegstandsregister.
§3. Vrijstelling wordt verleend voor tweede verblijven of weekendverblijven die werden opgenomen in het leegstandsregister of de Vlaamse inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen.
6.2. Vrijstelling voor toeristische logies
§1. Vrijstelling wordt verleend voor kamergerelateerde logies zoals bedoeld in het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies en latere wijzigingen en het besluit van de Vlaamse regering van 17 maart 2017 tot uitvoering van het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristisch logies en latere wijzigingen, indien wordt voldaan aan volgende twee voorwaarden:
§2. Vrijstelling wordt verleend voor verblijven zoals bedoeld in het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende de verblijven en verenigingen, die een werking uitoefenen in het kader van ‘Toerisme voor Allen’.
6.3. Vrijstelling voor collectieve voorzieningen
Vrijstelling wordt verleend voor woningen in collectieve verblijfsaccomodaties zoals ziekenhuizen, woonzorgcentra, rust- en verzorgningstehuizen, woningen die gebruikt worden voor beschermd en/of begeleid wonen, internaten, kloosters, opvangcentra of gevangenissen.
6.4. Tijdelijke vrijstelling wegens verblijf in een erkende ouderenvoorziening of een instelling
Vrijstelling wordt verleend voor de woning waarbij de houder van het zakelijk recht laatste bewoner is van de woning die hij als hoofdverblijfplaats gebruikte en in een erkende ouderenvoorziening verblijft of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een instelling.
Deze vrijstelling kan slechts éénmaal worden toegekend en geldt voor een periode van maximaal twee jaar vanaf de datum van het vertrek van de houder van een zakelijk recht uit zijn woning.
Deze vrijstelling geldt niet wanneer de woongelegenheid verhuurd of ter beschikking wordt gesteld aan personen die daar niet zijn gedomicilieerd.
6.5. Tijdelijke vrijstelling wegens nieuwe houder van het zakelijk recht
Vrijstelling wordt verleend voor woningen en weekendverblijven waarvan de houder van een zakelijk recht minder dan twee jaar houder is van het zakelijk recht van de woning en/of het gebouw. De vrijstelling geldt voor een periode van twee jaar vanaf de datum van de overdracht van het zakelijk recht.
6.6. Tijdelijke vrijstelling wegens renovatie
§1. Vrijstelling wordt verleend voor woningen en weekendverblijven die tijdelijk niet bewoonbaar zijn door ingrijpende renovatiewerken. Renovatie is het geheel of gedeeltelijk vernieuwen van een woning of verblijf, met inbegrip van sloop- of herbestemmingswerkzaamheden. Werken die enkel betrekking hebben op het onderhoud van de woning of verblijf worden niet als renovatie beschouwd. Onder onderhoud verstaat men werkzaamheden die noodzakelijk periodiek uitgevoerd moeten worden om de constructie te beschermen tegen vroegtijdige veroudering en abnormale schade (zoals o.m. het ontmossen van daken, reinigen en schilderen of impregneren van elementen, uitvoeren van beperkte herstellingen, …).
Er wordt in een periode van 10 jaar aan de houder van het zakelijk recht éénmaal een vrijstelling van 2 jaar gegeven voor de renovatie van de woning en/of het gebouw, waarbij de problematische situatie ten gronde wordt aangepakt.
§2. De geplande renovatiewerken dienen aangetoond te worden aan de hand van ofwel:
Uit deze documenten moet duidelijk blijken dat de problematische situatie ten gronde zal worden aangepakt.
§3. In het geval dat de vrijstelling wordt verleend op basis van een schriftelijke bevestiging van de volledig bevonden aanvraag voor een omgevingsvergunning, wordt de vrijstelling ongedaan gemaakt als de omgevingsvergunning geweigerd wordt of de aanvrager zelf de aanvraagprocedure stopzet.
wijze van inning
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
aangifteplicht
Elke belastingplichtige heeft een jaarlijkse aangifteplicht.
De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd.
De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden uiterlijk op 1 mei van het aanslagjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.
Een belastingplichtige die niet spontaan een aangifteformulier gekregen heeft, kan dit op eenvoudig verzoek bekomen.
De aangifte, het doorgeven van wijzigingen of de aanvraag van een aangifteformulier kan gebeuren via één van volgende kanalen:
procedure van ambtshalve vaststelling
Bij gebrek aan aangifte binnen de voorziene termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige bedoeld onder artikel 4, kan de belasting ambtswege worden ingekohierd.
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag gebaseerd is evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan 25% van de verschuldigde belasting.
controlebevoegdheid
De door het gemeentebestuur aangestelde controleurs zijn gemachtigd om de toepassing van dit belastingreglement, te allen tijde gedurende het jaar, te controleren. Van elke controle wordt een proces-verbaal opgemaakt.
De al dan niet aanvaarding van een vrijstelling of bezwaar kan worden voorafgegaan door een controle van de administratie ter plaatse met het oog op een feitenonderzoek. De vrijstelling of het bezwaar wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.
bezwaarprocedure
De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen de belastingaanslag een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven.
Het bezwaarschrift kan via één van de volgende kanalen worden ingediend:
Andere vormen van doorsturen zoals fax of elektronische toezending naar andere mailboxen van de Stad Turnhout zijn niet geldig en worden als onbestaande beschouwd.
Volgende raadsleden deden een tussenkomst: Reccino Van Lommel, Bart Voordeckers, Els Baeten, Francis Stijnen en Paul Van Miert.
Deze verkooppunten zijn op het gebied van leefmilieu meestal oorzaak van het verspreiden van allerlei afval. Dit veroorzaakt voor de gemeente extra kosten voor opruiming. Het plaatsen van automaten aan de openbare weg brengt ook een last mee voor de gebruikers van het voetpad. Om alle voedingsautomaten aan eenzelfde tarief te belasten, wordt er een belastingreglement opgemaakt dat van toepassing is op zowel de automaten die geplaatst werden op openbaar of privƩdomein langsheen de openbare weg alsook op de automaten in een automatenshop.
Het behouden van de bestaande bronnen van inkomsten is vereist om het begrotingsevenwicht in evenwicht te houden.
goedkeuring
De gemeenteraad beslist het aangepaste belastingreglement op automaten goed te keuren.
belastbaar voorwerp of belastbaar feit
Voor de aanslagjaren 2022 tot en met 2025 wordt een jaarlijkse gemeentebelasting geheven op automaten die vrij toegankelijk voor iedere willekeurige gebruiker langsheen de openbare weg staan opgesteld, alsook op de automaten die ondergebracht zijn in automatenshops.
Vanaf de inwerkingtreding vervangt dit reglement het voorgaande dat werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 29 juni 2020.
definities
Automaat: als automaat wordt beschouwd elk voor het publiek vrij toegankelijk apparaat, bestemd voor de verkoop van voedingswaren ( zoals ondermeer brood, charcuterie, voorbereide maaltijden, snacks, groenten, fruit, snoep, dranken, ... ) dat een mechanisch, elektrisch of elektronisch onderdeel bevat, dienstig voor het in gang brengen of voor de bediening ervan en waarvan de start veroorzaakt wordt door het inbrengen van een geldstuk, door middel van een digitaal betaalsysteem (zoals een bankkaart) of door gelijk welk ander middel dat hiervoor in de plaats komt.
belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die de automaat exploiteert.
Als de exploitant onbekend of onbestaande is, is de belasting verschuldigd door de eigenaar van de grond waarop de automaat zich bevindt.
tarief
Het tarief van de jaarlijkse belasting bedraagt 125 euro per begonnen lengte van 110 cm gemeten aan de voorzijde van de automaat of reeks van naast elkaar staande automaten.
De belasting is verschuldigd voor de automaten opgesteld tijdens een onbepaalde periode van het aanslagjaar.
De belasting is ondeelbaar en voor het ganse jaar verschuldigd.
vrijstelling
Per belastingplichtige wordt er een vrijstelling verleend voor één automaat met een maximale lengte van 110 cm, op voorwaarde dat de automaat op de eigendom van de handelszaak staat waar dezelfde producten worden verkocht als deze die zich in de automaat bevinden.
wijze van inning
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier. Het belastingkohier wordt opgesteld door het college van burgemeester en schepenen op grond van de aangifte van de belastingplichtige.
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
aangifteplicht
Elke belastingplichtige heeft een jaarlijkse aangifteplicht.
De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd.
De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden uiterlijk op 31 augustus van het aanslagjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.
Een belastingplichtige die niet spontaan een aangifteformulier gekregen heeft, kan dit op eenvoudig verzoek bekomen.
De aangifte of de aanvraag van een aangifteformulier kan gebeuren via één van volgende kanalen:
Andere vormen van doorsturen zoals fax of elektronische toezending naar andere mailboxen van de Stad Turnhout zijn niet geldig en worden als onbestaande beschouwd.
controlebevoegdheid
De door het gemeentebestuur aangestelde controleurs zijn gemachtigd om de toepassing van dit belastingreglement, te allen tijde gedurende het jaar, te controleren. Van elke controle wordt een proces-verbaal opgemaakt.
procedure van ambtshalve vaststelling
Bij gebrek aan aangifte binnen de voorziene termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden gevestigd.
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag gebaseerd is evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan 25% van de verschuldigde belasting.
bezwaarprocedure
De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen de belastingaanslag een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven.
Het bezwaarschrift kan via één van de volgende kanalen worden ingediend:
- e-mail: gemeentebelasting@turnhout.be;
- post: College van burgemeester en schepenen t.a.v. dienst financiën, Campus Blairon 200, 2300 Turnhout.
Andere vormen van doorsturen zoals fax of elektronische toezending naar andere mailboxen van de Stad Turnhout zijn niet geldig en worden als onbestaande beschouwd.
Globaal vraagt het gebruik van de stedelijke sportaccommodaties een extra administratieve- en onderhoudslast waardoor het aangewezen is hiervoor een retributie te vragen.
Er wordt een tariefonderscheid inwoners/niet inwoners toegepast omdat inwoners van Turnhout reeds bijdragen aan de gemeentefinanciƫn en de instandhouding van de gemeentelijke infrastructuur, onder andere door de betaling van de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting en door de betaling van de algemene dienstenbelasting voor gezinnen.
Voor de klimmuur wordt er een tariefonderscheid toegepast voor Klim T omdat deze vereniging financieel bijdraagt in de uitbouw van de klimmuur en instaat voor het onderhoud van de klimmuur.
Door de meer afgelegen ligging van de tennisterreinen is het niet rendabel om er toezicht te organiseren en werd ervoor gekozen om deze gratis ter beschikking te stellen.
De Stad Turnhout heeft met Thomas More Kempen een samenwerkingsovereenkomst āPartners in Educationā afgesloten. Op basis hiervan wordt aan Thomas More Kempen, als structurele partner van de stad Turnhout, vrijstelling verleend van retributie op het gebruik van de sportinfrastructuur die eigendom is van de Stad Turnhout.
De gemeenteraad stemde met 30 stemmen op 35 stemmers nl. van de heer Peter Segers – voorzitter, de heer Paul Van Miert – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Jan Van Otten, de heer Luc Op de Beeck, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Marc Boogers, mevrouw Els Baeten, mevrouw Kelly Verheyen – schepenen; de heer Hannes Anaf, mevrouw Annemie Der Kinderen, de heer Reccino Van Lommel, de heer Paul Moelans, de heer Eddy Grooten, de heer Bart Voordeckers, de heer Wout Schafraet, de heer Koen De Busser, de heer Kevin Janssen, mevrouw Savannah van Dongen, de heer Achraf El Yakhloufi, de heer Stijn Adriaensens, de heer Ludwig Nietvelt, de heer Kurt Persegael, de heer Jan Van Steenbergen, de heer Dieter De Quick, de heer Peter Janssens, de heer Jeff Dierckx, de heer Mario Geys, mevrouw Pauline Ceusters en de heer Wilfried Sylverans – raadsleden.
Er waren 5 neen stemmen nl. van de heer Eric Vos, de heer Luc Debondt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes en de heer Rudy Elst – raadsleden.
De fractie Vlaams Belang keurt het reglement goed met uitzondering van artikel 5.
goedkeuring
De gemeenteraad beslist het aangepaste retributiereglement op het gebruik van stedelijke sportaccommodaties en bijhorende materialen goed te keuren.
Vanaf de inwerkingtreding vervangt dit retributiereglement het voorgaande dat werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 27 januari 2020.
voorwerp van de retributie
Met ingang vanaf 1 januari 2022 en voor een periode eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie geheven op het gebruik van de stedelijke sportaccommodaties en bijhorende materialen.
definities
In dit tariefreglement worden bedoeld met:
erkende Turnhoutse verenigingen: Een vereniging is aangesloten bij een stedelijke Turnhoutse adviesraad en erkend is door het lokaal bestuur Turnhout. Een erkenning en/of subsidiëring, wijst op een inbedding in de stad.
Enkel verenigingen aangesloten bij volgende adviesraden komen in aanmerking voor de categorie ‘erkende Turnhoutse verenigingen’: buurtraad, forum Cultuur, stedelijke cultuurraad, stedelijke jeugdraad, Turnhoutse sportraad, museumraad, mondiale raad, seniorenraad of gezins- en gezondheidsraad. Landelijke, Vlaamse of Regionale organisaties (sportbonden, Sport Vlaanderen en dergelijke) kunnen voor bepaalde reservaties, voor wat de toepassing van de tarieven betreft, gelijkgesteld worden met een erkende vereniging.
Turnhoutse scholen: Altijd Turnhoutse onderwijsinstellingen, mits aanvraag van de schooldirectie. Scholen van buiten Turnhout vallen onder "anderen", indien er voor dit onderdeel van het reglement geen specifieke retributie voor hen voorzien is.
personen jonger dan -18 jaar : - 18 jarigen, op vertoon van het identiteitsbewijs.
60-plussers: Op vertoon van het identiteitsbewijs en vanaf de leeftijd van 60 jaar.
personen met een beperking: Op vertoon van een attest van invaliditeit, afgeleverd door de Federale Overheidsdienst (FOD) Sociale Zekerheid. Op vertoon van een attest van invaliditeit afgeleverd door het ziekenfonds met vermelding van het invaliditeitspercentage. Enkel wanneer het invaliditeitspercentage hoger is dan 66%, komt men in aanmerking.
UiTPAS aan kansentarief ( UiT(korting)PAS genoemd): UiTPAS kempen is een spaar- en kortingskaart die je gebruikt als je deelneemt aan een UiTPAS activiteit. Met deze pas kan je punten sparen en omruilen tegen allerlei voordelen. Mensen in armoede krijgen een UiTPAS aan kansentarief en kunnen deelnemen aan activiteiten aan een kortingsprijs.
per halve dag of avond: Er wordt altijd minimaal een halve dag aangerekend, ook wanneer het gebruik eventueel korter is. Een begonnen halve dag/avond is een halve dag/avond. Tijdens de voormiddagen is een halve dag tot maximum 12.30 uur. Tijdens de namiddagen is een halve dag ten vroegste vanaf 12.30 uur en ten laatste tot 17 uur. Avondgebruik is ten vroegste vanaf 18 uur.
forfaitair: Dit betekent ondeelbaar, ook wanneer minder of korter gebruikt wordt.
tarief
4.1 Stedelijke sporthal Stadspark
(gelegen Steenweg op Zevendonk 18, Turnhout)
4.1.1 Sportfaciliteiten
Sporthal |
1/3de hal |
1/2de hal |
3/3de hal |
* Erkende Turnhoutse verenigingen en Turnhoutse scholen: |
€ 4,50 |
€ 8,50 |
€ 13,00 |
* Alle anderen: |
€ 7,50 |
€ 12,50 |
€ 20,00 |
Polyvalente sportzalen |
per uur en per zaal |
* Erkende Turnhoutse verenigingen en Turnhoutse scholen: |
€ 4,50 |
* Alle anderen: |
€ 6,00 |
Klimmuur |
|
* Klim T (de erkende Turnhoutse klimvereniging): |
€ 11,50 per 4 uren |
* Erkende Turnhoutse verenigingen en Turnhoutse scholen: |
€ 4,50 per uur |
* Alle anderen: |
€ 7,50 per uur |
Tafeltennis |
per uur en per tafel |
* Reservatie door Turnhoutenaar (alle leeftijden): |
€ 2,00 |
* Reservatie door niet-Turnhoutenaar (alle leeftijden): |
€ 2,50 |
* Niet terugbrengen van batjes en/of balletje(s): |
€ 1 per balletje |
Bij de reservatie van tafeltennis is er steeds een batje en balletjes inbegrepen
Badmintonveld |
per uur en per veld |
* Reservatie door Turnhoutenaar (alle leeftijden): |
€ 2,50 |
* Reservatie door niet-Turnhoutenaar (alle leeftijden): |
€ 3,00 |
* Niet terugbrengen van racketjes en/of shuttle: |
€ 1,00 per shuttle |
Bij de reservatie van een badmintonveld is er steeds een racketje en shuttle inbegrepen
4.1.2 Stedelijke minigolf
Tarief voor individuen: |
ticket per omloop |
10-beurtenkaart |
* Turnhoutenaren: volwassenen (vanaf 18 jaar): |
€ 2,50 |
€ 20,00 |
* Turnhoutenaren: -18 jarigen, 60-plussers, personen met een beperking: |
€ 1,50 |
€ 10,00
|
* Turnhoutenaren: Bezitters van een UiT(korting)PAS aan kansentarief: |
€ 0,60 |
niet van toepassing
|
* Niet-Turnhoutenaren: volwassenen (vanaf 18 jaar): |
€ 3,00 |
€ 25,00 |
* Niet-Turnhoutenaren: -18 jarigen, 60-plussers, personen met een beperking: |
€ 2,00 |
€ 15,00
|
* Niet-Turnhoutenaren: bezitters van een UiT(korting)PAS aan kansentarief: |
€ 0,60 |
niet van toepassing
|
Tarief voor groepsgebruik bij wedstrijden en tornooien: |
forfaitair per halve dag of avond: |
* Erkende Turnhoutse verenigingen en Turnhoutse scholen: |
€ 60,00 |
* Alle anderen: |
€ 75,00 |
Bepalingen specifiek voor de stedelijke minigolf:
Groepen:
- Een groep mensen wordt aanzien als groep wanneer ze uit minimum 10 personen bestaan.
Turnhoutenaren en niet-Turnhoutenaren:
- Het tarief van Turnhoutenaren kan enkel toegepast worden wanneer de desbetreffende persoon op basis van een rechtsgeldig document kan bewijzen dat deze woonachtig is in Turnhout. Per definitie wordt het tarief niet-Turnhoutenaar aangerekend, tenzij de persoon het tegendeel kan bewijzen.
4.1.3 Andere faciliteiten
Vergaderzaal |
per dagdeel |
* Erkende Turnhoutse verenigingen en Turnhoutse scholen: |
€ 6,00 |
* Alle anderen: |
€ 14,50 |
Stortbaden / kleedkamers | |
* Afzonderlijk gebruik stortbad, individueel, gebruik kleedkamer inbegrepen, of enkel gebruik van kleedkamer (prijs per persoon): |
€ 1,00
|
* Afzonderlijk groepsgebruik van kleedkamer met of zonder stortbaden (of twee in geval van gemengde groep) – (prijs per groep): |
€ 10,00
|
Dit wordt enkel aangerekend wanneer er geen accommodatie wordt gebruikt waar de stortbaden en/of kleedkamers inbegrepen zijn.
4.1.4 Uitlenen materialen sporthal
Te ontlenen materialen sporthal |
tarief per uitleenperiode voorTurnhoutenaren* |
* Kleine handchronometer: |
€ 4,50* - € 5,00** |
* Startpistool (inclusief munitie): |
€ 10,00* - € 11,00** |
* Grote digitale chronometer: |
€ 17,50* - € 22,00** |
Bepalingen specifiek voor het ontlenen van materialen:
Turnhoutenaren en niet-Turnhoutenaren:
Afspraken bij het ontlenen van materialen:
4.2 Stedelijke multisportsite – Sporthoeve
(gelegen Steenweg op Merksplas 80-82, Turnhout)
(wedstrijd)veld |
per uur |
* Erkende Turnhoutse verenigingen en Turnhoutse scholen: |
€ 14,00 |
* Alle anderen: |
€ 23,50 |
Trainingszone |
per uur |
* Erkende Turnhoutse verenigingen en Turnhoutse scholen: |
€ 6,00 |
* Alle anderen: |
€ 8,00 |
Cricketveld met pitch |
per periode van 3 uur |
* Erkende Turnhoutse verenigingen en Turnhoutse scholen: |
€ 42,00 |
* Alle anderen: |
€ 70,00 |
Bepalingen specifiek voor de Sporthoeve Turnhout:
(wedstrijd)veld versus trainingzone:
4.3 Stedelijke sportaccommodatie gelegen in het stadspark - Sportcentrum
4.3.1 Stedelijke openlucht tennisvelden
(Gelegen Parklaan 58, Turnhout)
Openlucht tennisvelden |
per uur en per terrein |
* Alle gebruikers: |
€ 0,00 |
4.3.2 Kunstgrasveld Sportcentrum
(gelegen Parklaan 50, Turnhout)
Kunstgrasveld Sportcentrum |
per uur |
* Erkende Turnhoutse verenigingen en Turnhoutse scholen: |
€ 10,00 |
* Alle anderen: |
€ 15,00 |
4.3.3 Voetbalveld stadion
(gelegen Parklaan 50, Turnhout)
Voetbalveld (natuurgras) |
per uur |
* Erkende Turnhoutse verenigingen en Turnhoutse scholen: |
€ 14,00 |
* Alle anderen: |
€ 23,50 |
4.3.4 Atletiekaccommodatie
Tarief voor individuen:
Omvat enkel de huur van de atletiekpiste, exclusief materialen.
Deze reservatie is onder voorbehoud van andere/eerdere reserveringen en onderhoudswerken en dit enkel tijdens de kantooruren (9u-16u).
Voor individuen wordt er geen exclusief gebruik gegarandeerd.
Atletiekaccommodatie |
per ondeelbare periode van een dagdeel: |
* Turnhoutenaren: volwassenen (vanaf 18 jaar): |
€ 3,00 |
* Turnhoutenaren: -18 jarigen, 60-plussers, personen met een beperking: |
€ 1,50
|
* Turnhoutenaren: Bezitters van een UiT(korting)PAS aan kansentarief: |
€ 0,80
|
* Niet-Turnhoutenaren: volwassenen (vanaf 18 jaar): |
€ 4,00 |
* Niet-Turnhoutenaren: -18 jarigen, 60-plussers, |
€ 2,00
|
* Niet-Turnhoutenaren: bezitters van een |
€ 0,80
|
Tarief voor groepsgebruik:
De atletiekaccommodatie omvat de atletiekpiste en de zones voor andere atletieknummers ( bv. verspringen, hoogspringen, kogelstoten en andere), inclusief het gebruik van het voetbalveld voor het beoefenen van de atletieksport en exclusief de materialen.
Atletiekaccommodatie |
forfaitair volledige accommodatie |
* Erkende Turnhoutse verenigingen en Turnhoutse scholen: |
€ 18,00 |
* Alle anderen: |
€ 23,00 |
4.3.5 Visvijver stadspark
* Visvergunning voor volledig seizoen, met 2 lijnen of werphengels (en enkel voor Turnhoutenaren): |
€ 10,00 |
* Visvergunning voor volledig seizoen, met 2 lijnen of werphengels (en enkel voor Turnhoutenaren): bezitters van een UiT(korting)PAS aan kansentarief: |
€ 2,00
|
Bepalingen specifiek voor de visvijver stadspark
Visvergunningen zijn aan te kopen op het stadskantoor (Campus Blairon 200, Turnhout).
4.4 Andere sportaccommodaties
Deze sportaccommodaties zijn enkel naschools te reserveren in afstemming met de Sportdienst.
4.4.1 Sporthal Horito
(gelegen Hertoginstraat 90, Turnhout)
Sporthal Horito |
grote sporthal per uur |
enkel bovenzaal per uur |
* Erkende Turnhoutse verenigingen en Turnhoutse scholen: |
€ 13,00 |
€ 7,50 |
* Alle anderen: |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
4.4.2 Sportzaal GO! Boomgaardplein
Sportzaal GO! Boomgaardplein |
per uur |
* Erkende Turnhoutse verenigingen en Turnhoutse scholen: |
€ 7,50 |
* Alle anderen: |
Niet van toepassing |
gebruik van de sporthal Stadspark buiten de reguliere openingsuren
Erkende Turnhoutse sportverenigingen kunnen voor de organisatie van een sportevenement die de reguliere werking overstijgt, gebruik maken van de sporthal Stadspark (infrastructuren opgenomen onder punt 4.1) buiten de reguliere openingsuren. Dit kan enkel met de goedkeuring van de Sportdienst.
Het gebruik van de sporthal Stadspark buiten de reguliere openingsuren kan op een vrijdag- of zaterdagavond, niet op feestdagen en op weekdagen. Op zondagavond kan dit enkel op voorwaarde dat het voorziene gebruik op de volgende dag (maandag) dit toelaat (o.a. geen schoolactiviteiten).
Voorwaarden bij het gebruik van de sporthal Stadspark buiten de regulieren openingsuren:
schuldenaar
De retributie is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die gebruiker is van de accommodatie en/of het materiaal. De gebruiker is verantwoordelijk voor de betaling van de retributies, de annulatievergoeding en van de onkosten in geval van schade aan de accommodatie en/of het materiaal.
verminderingen en vrijstellingen
Erkende verenigingen kunnen éénmaal per jaar, gedurende de reguliere openingsuren, voor één sportief evenement, gespreid over maximum 2 opeenvolgende dagen, tegen het normaal toepasbaar retributietarief verminderd met 50%, gebruik maken van de daarvoor noodwendige sportinfrastructuur. Om hiervoor in aanmerking te kunnen komen, dient de aard van het evenement ruimer te worden opgevat dan een normale trainings-, competitie- of gebruiksactiviteiten.
Evenementen en acties georganiseerd door Stad Turnhout, OCMW Turnhout, AGB Turnhout en de intern- of extern verzelfstandigde agentschappen worden vrijgesteld van retributie indien de accommodaties of het materiaal gebruikt wordt voor de door hen ingerichte evenementen.
Thomas More Kempen krijgt als structurele partner (Partners in Education) van de stad Turnhout, voor de duurtijd van de samenwerkingsovereenkomst, vrijstelling van retributie op de sportinfrastructuur die in eigendom is van de Stad Turnhout, maar geniet geen voorrang tot reservatie.
Voor evenementen ter bevordering van het leven in de gemeente, bedoeld om de contacten tussen de bewoners te bevorderen of om bezoekers de gemeente te laten ontdekken door middel van feestelijkheden waarbij Stad Turnhout, ingevolge een beslissing van het college van burgemeester en schepenen, medeorganisator is, kan eveneens een vrijstelling van retributie worden toestaan.
Er wordt een vrijstelling toegestaan aan door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurde evenementen die duidelijk in functie van het goede doel worden georganiseerd en waarvan de opbrengst integraal wordt overgemaakt aan dat goede doel.
Voor cursussen ingericht door daarvoor bevoegde instanties (Sport Vlaanderen, SVS, Sportregio Noorderkempen ILV, Vlaamse Trainersschool, Provinciale Sportdienst enz.) zijn minimaal dezelfde tarieven als voor erkende verenigingen van toepassing. De infrastructuur kan gratis ter beschikking gesteld worden in geval van cursussen op vraag van de Sportdienst.
De erkende stedelijke adviesraden (enkel wanneer ze in 2019 een erkenning ontvingen door de gemeenteraad) kunnen voor hun noodzakelijke werking gratis gebruik maken van de vergaderzalen, mits voorafgaandelijke schriftelijke aanvraag.
Medewerkers van de Stad Turnhout, AGB Turnhout, EVA’s en IVA’s Stad Turnhout en OCMW Turnhout kunnen op vertoon van hun Plus Pas gratis gebruik maken van de visvijver en een tafeltennistafel + bijhorend materiaal.
niet gebruik, na reservatie
Wanneer na reservatie, er niet geannuleerd wordt, en het gereserveerde niet gebruikt wordt, is er een vergoeding verschuldigd.
Ingeval van enerzijds wanbeleid of anderzijds herhaling binnen de 6 maanden kunnen verdere gebruiksaanvragen geweigerd worden.
wijze van inning
De retributie is eisbaar vanaf het ogenblik dat er gereserveerd wordt.
De retributie zal ter gelegenheid van het gebruik contant geïnd worden.
In het geval van seizoensaanvragen of bij aanvragen voor een langere periode kan de verschuldigde retributie via een schuldvordering ingevorderd worden. Deze is betaalbaar binnen dertig dagen na de toezending ervan.
Bij gebrek aan betaling kan verdere dienstverlening stopgezet worden.
dwangbevel
Conform het artikel 177, tweede lid van het decreet over het lokaal bestuur, kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen om onbetwiste en opeisbare niet -fiscale schuldvorderingen in te vorderen.
Dat dwangbevel wordt betekend bij gerechtsdeurwaardersexploot. De hieraan verbonden kosten zijn volledig ten laste van de debiteur van de openstaande schuldvordering.
Bij betwisting van een niet -fiscale schuldvordering kan het stadsbestuur zich tot de burgerlijke rechtbank wenden om de openstaande schuld in te vorderen.
Bij het organiseren van evenementen wordt er dikwijls beroep gedaan op administratieve en logistieke ondersteuning van de stadsdiensten, wordt er openbaar domein ingenomen en wordt er gebruik gemaakt van materialen van de stad. Het is billijk dat de stad Turnhout hiervoor een vergoeding vraagt.
Er wordt een hoger tarief voor de dossierkost bij laattijdige aanvragen toegepast omdat dit voor een extra werkdruk zorgt.
Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen.
goedkeuring
De gemeenteraad beslist om het aangepaste retributiereglement op de tijdelijke inname van het openbaar domein, het ontlenen van materialen en het verlenen van toelatingen bij evenementen goed te keuren.
voorwerp van de retributie
Met ingang vanaf 1 januari 2022 en voor een periode eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie geheven op de administratieve en logistieke ondersteuning, de inname van het openbaar domein en op het gebruik van stedelijke materialen naar aanleiding van de organisatie van een evenement op het grondgebied van de stad Turnhout.
Vanaf de inwerkingtreding vervangt dit retributiereglement het voorgaande dat werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 16 december 2019.
schuldenaar
De retributie is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die de vergunning voor het organiseren van het evenement heeft aangevraagd.
aanvraag vergunning
De schuldenaar dient, vooraleer hij op het grondgebied van de stad Turnhout een evenement organiseert, bij het stadsbestuur een aanvraag in te dienen om een vergunning te bekomen.
Alle informatie betreffende het organiseren van een evenement of activiteit alsook het aanvraagformulier evenementen is beschikbaar via het webadres www.turnhout.be/evenementen .
tarief
Tarief 1 geldt voor:
Tarief 2 geldt voor:
Dit steeds op voorwaarde dat het evenement duidelijk geen commercieel doel heeft.
Indien wordt vastgesteld dat het tarief 2 onrechtmatig werd aangevraagd, zal het tarief 1 alsnog worden toegepast.
Tarief 2 geldt eveneens voor:
RETRIBUTIE |
|
|
dossierkost per vergunning |
Tarief 1 |
Tarief 2 |
Dossierkost per vergunning. |
20 EUR |
gratis |
Dossierkost bij hoogdringendheid per vergunning (Laattijdige aanvragen). Opmerking: laattijdige dossiers kunnen uiteraard ook geweigerd worden. |
300 EUR |
150 EUR
|
De retributie ‘dossierkost per vergunning’ geldt voor de opmaak van een burgemeesters- of collegebesluit en is niet van toepassing voor evenementen waarvoor geen vergunning nodig is of waarbij enkel materialen ontleend worden. | ||
toelatingen |
Tarief 1 |
Tarief 2 |
Hangen spandoek: per begonnen week per stuk. |
40 EUR |
20 EUR |
Plaatsen van beachflag: per begonnen week per stuk. |
10 EUR |
gratis |
Plaatsen van reclame- of sandwichbord ( max. 4 m² ): per begonnen periode van 10 dagen. |
10 EUR |
gratis |
Plaatsen van led-scherm voor aankondiging van een evenement |
60 EUR |
30 EUR |
Er wordt een vrijstelling toegekend voor commerciële reclame ( plaatsen van eigen kramen, tenten, flyeren, sampling, beachvlaggen, spandoeken …) tijdens en op de locatie van een vergund evenement. | ||
Zelf plaatsen wegwijzers, per begonnen week per stuk. |
2 EUR |
gratis |
Plaatsen van signalisatie op parcours van wandel- en fietstochten.(Wegwijzers naar het evenement vallen onder het tarief ‘plaatsen Wegwijzers’ ). |
gratis |
gratis |
Melding muziekactiviteit in café, feestzaal, school… zonder afwijking op de geluidsnormen. |
gratis |
gratis |
Straatmuzikanten waarbij producten te koop worden aangeboden (CD, merchandising, …) tarief per persoon per dag. |
10 EUR |
gratis |
technische prestaties stadsdiensten |
Tarief 1 |
Tarief 2 |
Werkuren herstellen materiaal per uur. |
35 EUR |
35 EUR |
Aansluiting elektriciteit |
|
|
Aan- of afsluiting water en plaatsen van kraantjes |
|
|
Vervoer voor leveren of ophalen van materialen |
|
|
Afsluiten van straten en/of plaatsen parkeerverbod in volledige straat |
80 EUR |
40 EUR |
Er wordt een vrijstelling toegekend voor het afsluiten van straten, voor de inname van het openbaar domein en het plaatsen van verkeersbord en andere verkeersborden voor buurtfeesten en wielerwedstrijden. | ||
- Plaatsen van parkeerverbod per dag per plaats |
20 EUR 60 EUR |
20 EUR n. v. t. |
Inname van een volledige of een deel van een parking valt onder de onderstaande retributie ‘inname openbaar domein’ | ||
ontleningen |
Tarief 1 |
Tarief 2 |
Laattijdig binnenbrengen van materiaal ( tarief per extra dag ). |
65 EUR |
40 EUR |
Aansluitkast/paddenstoel elektriciteit per stuk (max. 3 dagen). |
140 EUR |
70 EUR |
Aansluitkast/paddenstoel elektriciteit per stuk (max. 5 dagen). |
180 EUR |
90 EUR |
Aansluitkast/paddenstoel elektriciteit per stuk (meer dan 5 dagen). |
0,35 EUR/kWh met minimum van 180 EUR |
0,35 EUR/kWh |
Podiumelementen - per stuk: 2m² – max. 1 week. |
10 EUR |
gratis |
Trapje voor podiumelementen. |
gratis |
gratis |
Nadarhekken - per stuk: 2,5 m – max. 1 week. |
2 EUR |
gratis |
Er wordt een vrijstelling toegekend voor het leveren en ontlenen van nadarhekken indien dit volgens de politie en/of brandweer verplicht is voor de veiligheid (bv. wielerwedstrijden). | ||
Plooitafels 70 x 200 cm - per stuk - max. 1 week. |
6 EUR |
3 EUR |
Vouwstoelen - per stuk - max. 1 week. |
0,60 EUR |
0,30 EUR |
Banken – per stuk - max. 1 week. |
2 EUR |
1 EUR |
Mobiele fietsnadar - per stuk - max. 1 week. |
2 EUR |
gratis |
Vlag - per stuk - max. 1 week. |
4 EUR |
gratis |
Vlaggenmast - per stuk - max. 1 week. |
10 EUR |
gratis |
Blusapparaat incl. pictogram (mits goedkeuring door het college). |
gratis |
gratis |
Wastafel - per stuk - max. 1 week. | 30 EUR | 15 EUR |
Geldispenser - per stuk - max. 1 week. | 2 EUR | gratis |
Volksspelen (o.a. kegelbol, pitjesbak, ringwerpen, sjoelbak, tonspel, toptafel,troumadame, klimbak, hamertjesspel, ...) - per stuk - max. 1 week. Grote spelen (o.a. vier op één rij, schaakspel, ...) - per stuk - max. 1 week. | 5 EUR 18 EUR | 5 EUR 18 EUR |
Podiumwagen
De podiumwagen wordt: |
760 EUR |
510 EUR |
inname openbaar domein |
Tarief 1 |
Tarief 2 |
Grote Markt: - Tot 500 m² - per dag: - Meer dan 500 m² - per dag: |
200 EUR 300 EUR |
50 EUR 75 EUR 37,50EUR |
Warandeplein en stadspark: - Meer dan 500 m² - per dag: |
160 EUR |
40 EUR |
Parking Stadspark: - (middelste gedeelte) - per dag: |
120 EUR |
30 EUR |
Nieuwe Kaaiplein: |
|
|
Andere locaties: |
|
|
Voor het plaatsen van een voertuig op een openbaar plein voor promotieactiviteiten – per dag en per voertuig: OPGELET: het is verboden om reclamevoertuigen langer dan 3 uur op de openbare weg te parkeren. |
|
|
Parking Stadspark: ( Specifiek tarief voor rondreizende betalende evenementen, zoals circussen, op voorwaarde dat zij vrijkaarten voor alle omwonenden voorzien ter compensatie van de overlast.) |
|
wijze van inning
Aan de retributieplichtige wordt een schuldvordering met het verschuldigde bedrag bezorgd.
Het verschuldigde bedrag moet betaald worden binnen dertig dagen vanaf de bezorging van de schuldvordering.
bijkomende vrijstellingen
Er wordt een vrijstelling verleend voor dossierkosten, toelatingen, ontleningen (met uitzondering van de podiumwagen), technische prestaties en inname openbaar domein voor:
Er wordt een vrijstelling toegekend voor volgende prestaties bij de onderstaande evenementen:
bijkomende bepalingen
Bij reservaties van materialen, hebben Turnhoutse verenigingen en scholen voorrang op de particulieren en bedrijven.
Bedrijven en particulieren mogen enkel materialen ontlenen voor de organisatie van een publiek toegankelijk evenement. Bij reservaties van materialen voor bedrijven en particulieren wordt de reservatie pas geldig indien er twee maanden voor het evenement geen reservaties zijn voor dezelfde datum voor het gebruik van de materialen.
Andere gemeentebesturen kunnen materialen ontlenen aan tarief 1, maar kunnen deze gratis ontlenen als stad Turnhout ook bij hen gratis materialen mag ontlenen. De toezegging van ontlening aan andere gemeenten kan enkel als twee maanden voor het evenement blijkt dat de gevraagde materialen beschikbaar zijn en als de gemeente de materialen zelf ophaalt en terugbrengt. Het betrokken gemeentebestuur draagt in dit geval de verantwoordelijkheid voor eventuele schade of verlies.
Turnhoutse verenigingen die een evenement organiseren in een andere gemeente, dienen de vergunningen en materialen aan te vragen bij de betrokken gemeente. Stad Turnhout kan materialen ontlenen indien de gemeente waar het evenement doorgaat niet beschikt over deze materialen. Het vervoer van materialen is echter beperkt tot evenementen georganiseerd op het grondgebied van de stad Turnhout.
De ontlener van materialen dient bij levering ter plaatse of bij afhaling de schade, tekortkomingen of gebreken aan de materialen aan te geven. Zo niet wordt verondersteld dat het materiaal in optimale staat verkeert. Beschadiging of verlies van materialen moet altijd gemeld worden bij inlevering. Bij beschadiging of verlies zal het bedrag van de herstellingskosten of vervangingswaarde gefactureerd worden.
Elke organisator staat steeds zelf in voor het verwijderen van het afval. Het achterlaten van afval is sluikstorten.
Elke organisator mag pas communiceren over een evenement na goedkeuring en ontvangst van een vergunning en/of goedkeuring van het College van Burgemeester en Schepenen.
Dit reglement is niet van toepassing indien:
annuleringen
Betaalde retributies kunnen terugbetaald worden als een vergund evenement of een aangevraagde ontlening uiterlijk 14 dagen voor de start van het evenement afgezegd wordt. De dossierkost per vergunning dient evenwel betaald te worden.
Indien een evenement minder dan 14 dagen voor de start van het evenement wordt geannuleerd, blijft de retributie volledig verschuldigd.
Aangevraagde materialen die niet afgehaald worden, dienen toch betaald te worden.
dwangbevel
Conform het artikel 177, tweede lid van het decreet over het lokaal bestuur, kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen om onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen in te vorderen.
Dat dwangbevel wordt betekend bij gerechtsdeurwaarderexploot. De hieraan verbonden kosten zijn volledig ten laste van de debiteur van de openstaande schuldvordering.
Bij betwisting van een niet-fiscale schuldvordering kan het stadsbestuur zich tot de burgerrechtelijke rechtbank wenden om de openstaande schuld in te vorderen.
Volgende raadsleden deden een tussenkomst: Eric Vos en Jan Van Otten.
Kernvraag bij het opstellen van een kader voor dit advies is: waar kan de organisator zich best vestigen, waarom en welk advies kan het lokaal bestuur hierin geven? Het lokaal bestuur neemt zijn regierol op en ondersteunt (startende) organisatoren door een opportuniteitsadvies te geven.
Er wordt 1 contactpunt geïnstalleerd waar alle organisatoren terecht kunnen voor advies. Het doel van het opportuniteitsadvies ligt erin om in gesprek te gaan met de organisator over de noden binnen de gemeente, er inzicht in te geven en bezorgdheden te bespreken. Dit eerste contact tussen de organisator en het lokaal bestuur zorgt voor een meer actieve samenwerking en betekent de start van een dialoog tussen organisatoren en het lokaal bestuur over het kinderopvangaanbod binnen de gemeente. Het lokaal bestuur behoudt zo het overzicht over het aantal kinderopvangplaatsen en de spreiding van deze kinderopvangplaatsen in de gemeente.
Voldoende aanbod op de juiste locaties op het grondgebied in de gemeente is belangrijk, het zorgt ervoor dat jonge ouders arbeid en gezin kunnen combineren, helpt de activeringsdoelstelling te realiseren en draagt bij tot de ontwikkeling van jonge kinderen. Een goede spreiding van het aanbod verlaagt de drempel naar kinderopvang voor deze gezinnen.
Vanaf 1 januari 2022 bezorgt het lokaal bestuur een opportuniteitsadvies aan elke aanvrager. Bij het opstellen van het advies zal er rekening gehouden worden met 4 criteria:
- de opvangcapaciteit ten aanzien van het aantal 0-3 jarige kinderen woonachtig in de wijk
- de kwetsbaarheid van de wijk waarin het pand gelegen is
- geschiktheid van het pand om kinderopvang uit te baten (advies dienst Ruimtelijke Ordening)
- van de aanvrager is aangesloten bij het Lokaal Loket Kinderopvang
Het Lokaal Overleg Kinderopvang werd geraadpleegd op voor advies over de opmaak van de procedure en criteria. Dit advies werd meegenomen in de opmaak van de criteria en procedure.
De regelgeving bepaalt een strikte termijn van 30 dagen na het volledig en ontvankelijk verklaren van de aanvraag voor het afleveren van dit advies. De aanvrager heeft na ontvangst van het advies 30 dagen tijd om gehoord te worden. Om aan deze strikte deadlines te kunnen voldoen, geeft het College van Burgemeester en Schepenen het mandaat om te beslissen over de goedkeuring of nood aan aanpassingen van het voorgelegde advies aan de manager Welzijn. VVSG werd geconsulteerd over de opmaak van de procedure en hun advies wordt hiermee gevolgd.
Besluit van de Vlaamse Regering van 22 november 2013 houdende de vergunningsvoorwaarden en het kwaliteitsbeleid voor gezinsopvang en groepsopvang Baby's en Peuters.
Besluit van de Vlaamse Regering van 29 januari 2021 tot wijziging van de regelgeving over de voorwaarden en procedure in het kader van toekenning van een vergunning of subsidie aan een organisator van kinderopvang en buitenschoolse opvang en over voorwaarden voor het lokaal bestuur in het kader van het lokaal beleid kinderopvang, hoofdstuk 2, artikel 5
Deze beslissing wordt genomen met eenparigheid van stemmen.
De Gemeenteraad keurt de criteria en procedure voor het geven van een opportuniteitsadvies bij vergunning goed.
De procedure en criteria worden gepubliceerd op de stedelijke website opdat deze publiek raadpleegbaar zijn.
statuten EVA VZW Kinderopvang Turnhout
titel ll,art. 5. :de algemene vergadering bestaat uit twee categorieƫn van leden:
1) het stadsbestuur van Turnhout, vertegenwoordigd door:
a) de schepen bevoegd voor kinderopvang van de Stad Turnhout en
b) maximum 9 afgevaardigden gekozen door en uit de leden van de Turnhoutse gemeenteraad. Hierbij wordt een evenredige verdeling van de fracties in de gemeenteraad voorzien volgens het systeem D'Hondt. Wanneer het zo onmogelijk is om met 9 afgevaardigden elke politieke fractie minsten Ć©Ć©n vertegenwoordiger aan te laten duiden, wordt het aantal leden opgetrokken tot maximaal 11 waarbij een afvaardiging van elke fractie gegarandeerd wordt. de evenredigheid vereist in ieder geval dat de som van het aantal afgevaardigden, dat toekomt aan de fracties waarvan leden deel uitmaken van het college van burgemeester en schepenen steeds hoger is dan de som van het aantal afgevaardigden dat toekomt aan de andere fracties. De vertegenwoordigers van het stadsbestuur van Turnhout handelen overeenkomstig de instructies van de gemeenteraad.
2) maximaal evenveel leden als er vertegenwoordigers zijn uit categorie 1 b: aangeduid door het lokaal overleg kinderopvang
titel lll, art. 10.: de algemene vergadering bestaat uit alle leden en is bevoegd voor: 7) de goedkeuring van de begroting en rekeningen
de agenda van de algemene vergadering van 21 december 2021 bestaat uit:
Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen.
De gemeenteraad keurt de dagorde van de algemene vergadering van 21 december 2021 en de begroting 2022 van de EVA VZW Kinderopvang goed.
De eerstvolgende algemene vergadering vindt plaats op 12 januari om 19.30u en zal omwille van de bijzondere omstandigheden online doorgaan.
Volgende punten worden geagendeerd:
Goedkeuring en opvolging vorig verslag.
Goedkeuring van de begroting 2022 van JEP vzw.
Goedkeuring van de benoeming van Geertrui Meeuws als nieuwe ondervoorzitter.
Decreet lokaal bestuur - titel VII - Hoofdstuk ii: de gemeentelijke extern verzelfstandigde agentschappen - afdeling III Het gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap in privaatrechtelijke vorm - Artikel 246. Ā§ 2. De vertegenwoordigers van de gemeente in de algemene vergadering van de gemeentelijke vennootschap en vereniging worden door de gemeenteraad uit zijn leden gekozen. De vertegenwoordigers van de gemeente in de algemene vergadering handelen overeenkomstig de instructies van de gemeenteraad.
Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen.
Artikel 1
De gemeenteraad gaat over tot inname van standpunten over de dagorde van de algemene vergadering van vzw JeP. De eerstvolgende algemene vergadering vindt plaats op 12 januari 2022 om 19.30u. Door de Corona-crisis is de vzw verplicht om de bijeenkomst online te organiseren.
De agenda is als volgt:
1. Goedkeuring en opvolging vorig verslag
2. Goedkeuring begroting 2022
3. Goedkeuring van de benoeming van Geertrui Meeuws als nieuwe ondervoorzitter.
De gemeenteraad gaat over tot de goedkeuring van de begroting van JEP 2022.
De gemeenteraad gaat akkoord om Geertrui Meeuws voor te dragen als nieuwe ondervoorzitter.
Volgende raadsleden deden een tussenkomst: Bart Voordeckers en Luc Op de Beeck.
Om de oprichting van het INNOVATIECENTRUM WERK te realiseren, hebben de stichtende leden (Provincie Antwerpen, VDAB, de stad Turnhout en de stad Antwerpen) een samenwerkingsovereenkomst opgemaakt die de oprichting en werking van het innovatiecentrum werk vastlegt.
De missie van het INNOVATIECENTRUM WERK is het verhogen van de tewerkstelling van kansengroepen in de provincie Antwerpen. Het innovatiecentrum wil een motor zijn van innovatie, moet wendbaar, onafhankelijk, geconnecteerd, schaalbaar en effectief zijn, met voldoende ruimte om te testen. De doelgroepen van het innovatiecentrum werk zijn kwetsbare werkzoekenden die in andere samenwerkingen, concepten en/of regulier aanbod nog te weinig bediend worden. De toegankelijke projecten activeren kwetsbare werkzoekenden en niet-beroepsactieven die nu te weinig benaderd worden via klassieke arbeidsmarktrecepten.
Het INNOVATIECENTRUM WERK zal worden aangestuurd door een drieledige structuur:
Elk jaar zal er een jaaractieplan worden opgemaakt dat inhoudelijk wordt opgemaakt door de algemeen manager en de klankbordgroep en dat daarna moet worden goedgekeurd door de stuurgroep. Hierin zal bewaakt worden dat er voldoende acties in Turnhout plaats vinden.
POM Antwerpen treedt in deze samenwerkingsovereenkomst op als faciliterende partij om het INNOVATIECENTRUM WERK op te starten en de dienstverlening mogelijk te maken. POM Antwerpen staat binnen deze samenwerkingsovereenkomst in voor:
Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen.
De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst goed en engageert zich om jaarlijks een bedrag van 45.000 euro (incl. btw) vrij te maken voor eerst de uitbouw en vervolgens de kernwerking van het INNOVATIECENTRUM WERK.
Volgende raadsleden deden een tussenkomst: Wout Schafraet, Luc Op de Beeck en Astrid Wittebolle.
Stad Turnhout wil graag de Turnhoutse ondernemers extra stimuleren om te investeren in duurzaamheid. Daarom wenst ze een subsidiereglement op te starten dat aansluit bij de Vlaams ecologiepremie+.
Het voordeel hiervan is dat dit een duidelijk subsidiereglement is en geen extra werk vraagt voor de ondernemer.
Via de subsidie innovatieve ecologie-investeringen voorziet de stad Turnhout een bijkomende subsidie van 20% van het door VLAIO toegekende bedrag met een maximum van 10 000 euro per ondernemer per jaar.
De gemeenteraad stemde met 27 stemmen op 35 stemmers nl. van de heer Peter Segers – voorzitter, de heer Paul Van Miert – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Jan Van Otten, de heer Luc Op de Beeck, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Marc Boogers, mevrouw Els Baeten, mevrouw Kelly Verheyen – schepenen; de heer Eric Vos, de heer Luc Debondt, de heer Hannes Anaf, mevrouw Annemie Der Kinderen, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Paul Moelans, de heer Peter Roes, de heer Bart Voordeckers, de heer Koen De Busser, mevrouw Savannah van Dongen, de heer Achraf El Yakhloufi, de heer Stijn Adriaensens, de heer Ludwig Nietvelt, de heer Rudy Elst, de heer Kurt Persegael, de heer Jeff Dierckx, mevrouw Pauline Ceusters en de heer Wilfried Sylverans – raadsleden.
Er was 1 neen stem nl. van de heer Wout Schafraet – raadsleden.
Er waren 7 onthoudingen nl. van de heer Reccino Van Lommel, de heer Eddy Grooten, de heer Kevin Janssen, de heer Jan Van Steenbergen, de heer Dieter De Quick, de heer Peter Janssens en de heer Mario Geys – raadsleden.
De gemeenteraad keurt het subsidiereglement “Subsidie innovatieve ecologie-investeringen” goed.
Het reglement start vanaf heden en loopt tot en met 31 december 2025.
Enkel ondernemingen die voldoen aan alle onderstaande voorwaarden, komen in aanmerking voor de Turnhoutse subsidie ecologie-investeringen:
De stedelijke subsidie bedraagt 20% van het door VLAIO als ecologiepremie+ toegekende bedrag, met een maximum van 10 000 euro per ondernemer per jaar, binnen de perken van de door de gemeenteraad goedgekeurde kredieten en de op het volgnummer meerjarenplan goedgekeurde middelen.
Om de subsidie ecologie-investeringen aan te vragen, vult u het invulformulier op de website www.turnhout.be/ecologie-investeringen in.
Deze subsidie aanvragen kan vanaf de startdatum van het subsidiereglement tot en met 30/11/2025. Laattijdige aanvragen worden niet meer in aanmerking genomen.
In de aanvraag moet u een kopie toevoegen van de formele bevestiging van de toekenning van de Vlaamse ecologiepremie+. Hierop staat duidelijk de naam van de onderneming, de ondernemingsnummer, de technologie en het bedrag vermeld.
Een stadsmedewerker controleert de ingediende aanvragen. Indien de aanvraag rechtmatig is, wordt dit aan u per mail bevestigd met daarin het toegekende bedrag van de stedelijke subsidie. De subsidie worden overgeschreven op het opgegeven rekeningnummer.
Bij een volledige en conforme aanvraag zal deze binnen de termijn van 30 werkdagen vanaf de datum van de ontvangst van de aanvraag afgehandeld worden.
Bij een onvolledige of onduidelijke aanvraag zal er bijkomende informatie en/of bewijsstukken opgevraagd worden en begint de termijn van 30 werkdagen te lopen vanaf het moment dat de aanvraag volledig en in orde is.
Iedere begunstigde van de subsidie moet deze gebruiken voor het doel waarvoor zij is toegekend.
Wanneer VLAIO de ecologiepremie+ terugvordert bij een ondernemer, zal ook de stad Turnhout haar stedelijke subsidie integraal terugvorderen.
In geval van onjuiste informatie, misbruik of wanneer de premie onrechtmatig werd verkregen, kan de subsidie door het stadsbestuur integraal teruggevorderd wordenZorggroep Orion heeft inmiddels bijna vijf werkingsjaren doorlopen. De huidige Samenwerkingsovereenkomst heeft daarbij nood aan een aantal actualisaties. Zo werd de missie en visie herschreven, werden er ikv seniorenzorg gebouwen opgeleverd en nieuwe contracten gesloten, en werden nieuwe afspraken gemaakt onder meer over onderlinge dienstverlening.
Om de leesbaarheid te bevorderen, werd ervoor gekozen om de wijzigingen niet op te nemen in een addendum, maar om deze te verwerken in een geactualiseerde Samenwerkingsovereenkomst, die de huidige overeenkomst vervangt met terugwerkende kracht per 1 januari 2020.
Op 10 november 2021 werd het geactualiseerd ontwerp van Beheersovereenkomst tussen OCMW Turnhout en Zorggroep Orion en het geactualiseerd ontwerp van Samenwerkingsovereenkomst tussen Stad Turnhout en Zorggroep Orion goedgekeurd door de Raad van Bestuur van Zorggroep Orion.
- Statuten van Zorggroep Orion, laatst gewijzigd op 19 februari 2020 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 24 februari 2020
- Decreet over het lokaal bestuur van 22/12/2017, B.S. 15/02/2018, Art 2 en Art 41, 5Ā° met betrekking tot de bevoegdheden van de gemeenteraad
De gemeenteraad stemde met 33 stemmen op 35 stemmers nl. van de heer Peter Segers – voorzitter, de heer Paul Van Miert – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Jan Van Otten, de heer Luc Op de Beeck, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Marc Boogers, mevrouw Els Baeten, mevrouw Kelly Verheyen – schepenen; de heer Eric Vos, de heer Luc Debondt, de heer Hannes Anaf, mevrouw Annemie Der Kinderen, de heer Reccino Van Lommel, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Paul Moelans, de heer Peter Roes, de heer Eddy Grooten, de heer Koen De Busser, de heer Kevin Janssen, mevrouw Savannah van Dongen, de heer Achraf El Yakhloufi, de heer Stijn Adriaensens, de heer Ludwig Nietvelt, de heer Rudy Elst, de heer Kurt Persegael, de heer Jan Van Steenbergen, de heer Dieter De Quick, de heer Peter Janssens, de heer Jeff Dierckx, de heer Mario Geys, mevrouw Pauline Ceusters en de heer Wilfried Sylverans – raadsleden.
Er was 1 neen stem nl. van de heer Bart Voordeckers – raadslid.
Er was 1 onthouding nl. van de heer Wout Schafraet – raadslid.
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de geactualiseerde Samenwerkingsovereenkomst tussen Stad Turnhout en Zorggroep Orion. Deze nieuwe Samenwerkingsovereenkomst vervangt per 1 januari 2020 integraal de Samenwerkingsovereenkomst goedgekeurd in zitting van 18/12/2017.
De gemeenteraad neemt kennis van de geactualiseerde Beheersovereenkomst tussen OCMW Turnhout en Zorggroep Orion, welke per 1 januari 2020 integraal de lopende Beheersovereenkomst vervangt.
De voormalige werkingsprincipes van en tussen de lokale besturen en Kempens Landschap worden hernomen, weliswaar rekening houdende met de nieuwe rechtsvorm als stichting van openbaar nut. In het bijzonder:
Stichting Kempens Landschap verwerft domeinen om deze te bewaren voor de toekomst en coördineert in afstemming met het lokaal bestuur de inrichting, het beheer, de openstelling en de promotie van de gebieden. Stichting Kempens Landschap maakt een visie op voor het domein en zoekt relevante partners en mogelijke alternatieve financieringsbronnen.
De samenwerking draagt bij aan klimaatdoelstellingen door bestaande bosarealen te beheren en nieuwe bossen aan te planten. Storende of zonevreemde bebouwing maken plaats voor natuurontwikkeling. In sommige domeinen worden maatregelen genomen om specifieke fauna en flora een handje te helpen. Bij restauratie- en renovatie van historische gebouwen kiest Kempens Landschap voor duurzame materialen en energie-efficiënte oplossingen.
Stichting Kempens Landschap heeft een jarenlange expertise opgebouwd inzake landschapsinrichting en -beheer. Ze zijn een waardevolle partner voor een duurzaam en toekomstgericht park- en bosbeheer.
Artikel 41.5Ā° van het Decreet Lokaal Bestuur: [...] De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd:
[...]
5Ā° het goedkeuren van beheersovereenkomsten en samenwerkingsovereenkomsten als vermeld in artikel 196, 234 en 247;
Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen.
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de samenwerkingsovereenkomst tussen stad Turnhout en Stichting Kempens Landschap m.b.t. het verwerven, opwaarderen en openstellen van waardevolle gebieden (natuur- en bosgebieden en erfgoed) en machtigt de voorzitter en de algemeen directeur om deze samenwerkingsovereenkomst namens de stad Turnhout te ondertekenen.
De elementen functiebeschrijving en evaluatie die wijzigen in het decreet, moeten uiteraard aangepast worden in het arbeidsreglement van Campos. We konden ons hiervoor baseren op goedgekeurde documenten ontwikkeld door onze onderwijskoepel OVSG.
De functiebeschrijvingen zijn niet langer geĆÆndividualiseerd, maar bevatten de kerntaken per ambt. De bijlagen van het arbeidsreglement werden dan ook aangepast. We konden ons hiervoor baseren op goedgekeurde documenten ontwikkeld door onze onderwijskoepel OVSG.
De instellingsgebonden taken maken niet langer deel uit van de geĆÆndividualiseerde functiebeschrijving, maar zijn een afzonderlijke bijlage bij het arbeidsreglement. Deze lijst werd opgemaakt op basis van de bestaande taken in het verleden.
Het laatste goedgekeurde arbeidsreglement van Campos dateerde van 2010, in overleg met personeelspunt bleek ook het gedeelte omtrent 'welzijn' gedateerd. Om dit onderdeel aan te passen in ons arbeidsreglement, konden we steunen op het algemeen arbeidsreglement van stad Turnhout.
Het volledige arbeidsreglement werd daarom gescreend - verdere aanpassingen betreffen eerder terminologie of aanpassingen van namen.
Het aangepaste arbeidsreglement, de aangepaste functiebeschrijvingen en de lijst instellingsgebonden taken, weden voorgelegd op de directieraad van 11 oktober 2021 (zie verslag als bijlage).
Het aangepaste arbeidsreglement, de aangepaste functiebeschrijvingen en de lijst instellingsgebonden taken werden ook voorgelegd aan het overlegcomitƩ met de vakbonden (ABOC) op 8 november 2021 (zie verslag als bijlage).
Decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs - gewijzigd 26/08/2021
Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017
Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen.
De gemeenteraad keurt het geactualiseerde arbeidsreglement van Campos goed.
De gemeenteraad keurt de functiebeschrijvingen en het overzicht van instellingsgebonden opdrachten goed.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om Leo De Houwer aan te stellen als plaatsvervangend Gecoro-lid voor de geleding Sportverenigingen. De verplichte man-vrouw verhouding blijft zo bewaard.
Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening, in het bijzonder art.1.3.3 en van toepassing zijnde uitvoeringsbesluiten.
De gemeenteraad keurt de wijziging in de samenstelling van de Gecoro goed.
De uitslag van de geheime stemming is als volgt: Leo De Houwer heeft 34 stemmen op 35 stemmers, er was 1 blanco stem.
De heer Leo De Houwer wordt aangeduid als plaatsvervangend lid van de Gecoro voor de geleding Sportverenigingen.
Uitgebrachte externe adviezen
Gezien de gemeenteraad enkel bevoegd is de rooilijn, worden in dit besluit enkel de ontvangen adviezen vermeld die geheel of gedeeltelijke betrekking hebben op de rooilijn of op het geplande openbaar domein. Zo heeft het advies van het Directoraat-Generaal van de Luchtvaart enkel betrekking op de voorschriften van de gebouwen in deze aanvraag. Tevens werd ook (nog) geen advies ontvangen van Pidpa.
Het advies van Infrabel heeft wel gedeeltelijk betrekking op openbaar domein. Zo stelde Infrabel in haar voorwaardelijk gunstige advies dd. 13 augustus 2021:
“(…)
- De nieuwe tunnel onder de sporen voor fietsers en voetgangers (in het verlengde van de Diksmuidestraat) dient mee ingetekend te worden.
(…)”
De tunnel, waarnaar Infrabel verwijst, zit echter nog in een onderzoeksfase binnen het stadsvernieuwingsproject Stationsomgeving Turnhout en is dus (nog) niet vergund. Bovendien maakt deze zone geen deel uit van de voorliggende aanvraag, noch maakt ze deel uit van de aangevraagde handelingen. In het voorliggende dossier kan deze voorwaarde dus niet opgelegd worden aangezien ze simpelweg buiten de aanvraag valt. Het advies kan in dat opzicht niet bijgetreden worden.
Het advies van Fluvius dd. 23 augustus 2021 is voorwaardelijk gunstig. De adviesinstantie legt de randvoorwaarden vast waaraan voldaan moet worden om het project aan te sluiten op het elektriciteits- en gasnet en van openbare verlichting te voorzien.
Het advies van Telenet dd. 9 september 2021 is voorwaardelijk gunstig. De adviesinstantie meldt dat er aanpassingen aan het kabelnet nodig zijn en dat de kosten hiervoor ten laste van de aanvrager zijn.
Het advies van Proximus dd. 24 augustus 2021 is voorwaardelijk gunstig. Proximus geeft de randvoorwaarden mee voor wijzigingen aan de telecominfrastructuur van het bedrijf.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om de vermelde adviezen, die betrekking hebben op het geplande openbaar domein, op de bovenstaande wijze bij te treden en de voorwaarden uit de adviezen van Fluvius, Telenet en Proximus te bekrachtigen. Voor het advies van Infrabel wordt voorgesteld dit niet bij te treden, gezien dit buiten de aanvraag valt.
Uitgebrachte interne adviezen
Het advies van de dienst Patrimonium dd. 7 oktober 2021 is voorwaardelijk gunstig.
“(…)
Voor de zones binnen het vastgestelde rooilijnplan welke zich boven ondergrondse private constructies bevinden en na realisatie zullen toebehoren tot het openbaar domein, dient een eeuwigdurend recht van opstal gevestigd in het voordeel van de stad. De exacte modaliteiten dienen verder uitgewerkt bij de betreffende omgevingsvergunningen.
(…)”
Het is aangewezen deze voorwaarde op te nemen in de verkavelingsvoorschriften, zodat dat mogelijke toekomstige eigenaars / bouwheren hiervan op de hoogte zijn.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om het advies van de dienst Patrimonium bij te treden en te bekrachtigen. Aan de gemeenteraad wordt tevens voorgesteld om aan de het schepencollege op te leggen de voorwaarde uit het advies van de dienst Patrimonium in de verkavelingsvoorschriften op te nemen.
Openbaar onderzoek
Tijdens het openbaar onderzoek van 30 augustus 2021 t.e.m. 28 september 2021 werden 7 bezwaarschirften ingediend. Gezien de gemeenteraad enkel bevoegd is voor de rooilijn (en het openbaar domein) in dit dossier worden in dit besluit enkel de bezwaarpunten die hier rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking op hebben behandeld. De volgende bezwaarpunten dienen dan ook behandeld te worden:
1/ Buurtbewoners uiten bezorgheden over het verdwijnen van (een 20-tal) parkeerplaatsen op het openbaar domein. Men geeft aan dat er in de wijk al een hoge parkeerdruk is door een tekort aan parkeerplaatsen.
2/ Men hekelt ook de geplande buurtparking om de hoek van de Bareelstraat en de Diksmuidestraat, terwijl de Bareelstraat doodlopend wordt. Men beschouwt deze parking niet als een goede oplossing aangezien dit voor de bewoners van de Bareelstraat en de Prinsessenstraat ver omrijden betekent. Zo zou men wel 1km moeten rondrijden om een parkeerplaats te zoeken/vinden. Men vreest hierdoor ook veel zoekverkeer in de wijk (zoekend naar een parkeerplaats).
3/ Men stelt voor om een tijdelijke parking op Park Spooreinde (zone kantoren) te voorzien.
4/ Een andere bezwaarindiener stelt een braakliggend perceel op het “einde van de Prinsenstraat” als perfecte locatie voor parkeerplaatsen voor.
5/ Sommige buurtbewoners vragen zich af waarom er in de Bareelstraat geen parkeervakken geschilderd zijn. Hierdoor zouden automobilisten efficiënter parkeren.
6/ Eén buurtbewoner uit ook zijn ongenoegen over de staat van de voetpaden in Prinsessenstraat.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om met betrekking tot deze bezwaarpunten de volgende standpunten in te nemen:
In eerste instantie kan opgemerkt dat verschillende bemerkingen omtrent parkeren geen betrekking hebben op de voorliggende verkavelingsaanvraag. Ze gaan immers over zones die buiten het projectgebied van de aanvraag vallen en/of geen betrekking hebben op de aangevraagde handelingen. Hierdoor is het onmogelijk om in het kader van een vergunningsaanvraag hieromtrent bepaalde zaken te weigeren of bepaalde voorwaarden aan de vergunningsaanvrager op te leggen. De betrokken punten vallen immers buiten de aanvraag. Om deze reden alleen al kunnen verschillende bezwaarpunten niet bijgetreden worden in het kader van deze vergunningsaanvraag. Er wordt in de onderstaande uiteenzetting echter wel getracht om ook een inhoudelijk antwoord te formuleren op de bemerkingen.
1+2/ De stelling dat er 20 parkeerplaatsen zouden verdwijnen is niet correct. Ten eerste voorziet de voorliggende aanvraag enkel een inrit naar de gewenste ondergrondse parking en een aansluiting van het geplande openbaar domein op de Bareelstraat. Beide bevinden zich ter hoogte van de bestaande poorten van de voormalige Atelfond-fabriek. Het betreffen dus toegangen tot een perceel, waar strikt genomen nu al niet geparkeerd mag worden. Mogelijk moeten er in de Bareelstraat beperkte aanpassingen komen in functie van kruisende en kerende wagens (cfr. uitwijkhaven, keerpunt). Dit gaat echter slechts over een 8-tal parkeerplaatsen en dit zal pas noodzakelijk zijn wanneer er op de aangevraagde bouwkavels gebouwen opgericht worden. In dat geval kan er in de bouwdossiers van die gebouwen rekening gehouden worden met compensaties (of kunnen randvoorwaarden opgelegd worden). In het voorliggende verkavelingsdossier is dit op dit ogenblik dus (nog) niet noodzakelijk / aangewezen. Vanuit dit oogpunt wordt het bezwaarpunt niet bijgetreden.
Verschillende bezwaarindieners verwijzen met “het verdwijnen van 20 parkeerplaatsen” mogelijk naar de aanleg van het centrale plein uit de vergunning van het Pioniersgebouw (OMV/2019/410). Dat dossier werd echter reeds vergund op 30 juli 2020, is nu reeds in uitvoering en ligt nu dus niet meer voor. In dat dossier werd een tijdelijke openbare parking met 44 parkeerplaatsen en een private ondergrondse parking met 145 staanplaatsen vergund. Bij de vergunning van dat dossier werd geoordeeld dat dat in het kader van het aangevraagde aanvaardbaar was. Het bezwaarpunt wordt ook vanuit dat oogpunt verworpen.
Het gegeven dat gemotoriseerd verkeer ter hoogte van het geplande plein “geknipt” wordt (cfr. doodlopend), is net om te voorkomen dat er doorgaand verkeer over het plein en door de aanliggende straten zal rijden. Mogelijk zal dit voor buurtbewoners en bezoekers enige tijd vragen om hieraan te wennen, maar het uiteindelijke opzet is dat het plein autovrij is en dat er door de aanliggende straten enkel bestemmingsverkeer rijdt. Het gegeven dat sommige buurtbewoners de afstand tot de tijdelijke openbare parking te ver vinden, is relatief. Zowel de locatie van deze parking als de gemiddelde loopafstand voor buurtbewoners is in een stedelijke context aanvaardbaar. Verder is het onmogelijk om in elke straat een grote parking aan te leggen (waar sommige bezwaarindieners op lijken te doelen). Bovendien kan nog opgemerkt worden dat de bewoners van de wijk (Bareelstraat – Prinsessenstraat – Diksmuidestraat) met hun bewonerskaart eveneens op de stationsparking kunnen parkeren. Op die manier zijn er voldoende parkeermogelijkheden voor de buurtbewoners. Om deze reden wordt het bezwaarpunt niet bijgetreden.
3/ De zone voor kantoren maakt geen deel uit van de aanvraag. Dit is een keuze van de aanvrager, die daar zijn / haar redenen voor heeft. Mogelijk plant men om in een volgende fase op deze locatie te bouwen, houdt men deze zone vrij als werfzone etc. Het heeft immers geen zin om een tijdelijke parking in te richten om ze na enkele maanden alweer weg te doen voor andere ontwikkelingen. Het gegeven, dat men de tijdelijke openbare parking aan de andere zijde van de Diksmuidestraat ingeplant heeft, maakt vermoedelijk deel uit van de strategie en planning van de aanvrager binnen het stadsvernieuwingsproject.
Alleszins is het echter niet mogelijk om de inhoud of de perimeter van een aanvraag te wijzigen. Dit komt enkel de aanvrager zelf toe. Aangezien het bezwaarpunt betrekking heeft op een zone buiten het projectgebied van de aanvraag en aangezien het punt geen betrekking heeft op de aangevraagde handelingen, kan het bezwaarpunt niet bijgetreden worden. Verder kan herhaald worden dat bewoners ook op de stationsparking kunnen parkeren, wat de nood aan een bijkomende parking opvangt.
4/ Het is onduidelijk of de bezwaarindiener (net als punt 3) Park Spooreinde of het private perceel afd.4, sectie P nr. 142F2 (achter het adres de Merodelei 140 en tegen de site van De Lijn) bedoeld. In beide gevallen geldt hetzelfde als bij punt 1c. De terreinen en handelingen vallen buiten de voorliggende aanvraag. Het terrein achter de Merodelei 140 is tevens een volledig privaat terrein, dat verder niets met de aanvraag noch met het stadsvernieuwingsproject te maken heeft. Het bezwaarpunt wordt dan ook verworpen.
5+6) Ook deze punten vallen buiten de voorliggende aanvraag, dus kunnen ze in het kader van de voorliggende aanvraag tot omgevingsvergunning niet behandeld worden. Het zijn wel bemerkingen, die doorgegeven worden aan de betrokken stadsdiensten. Zulke maatregelen vallen immers onder het dagdagelijks beheer van het openbaar domein en kunnen, los van de voorliggende aanvraag, bekeken worden.
Watertoets
Overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid wordt de aanvraag onderworpen aan de watertoets.
Het voorliggende project heeft een omvangrijke oppervlakte en is niet gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied. De voorliggende aanvraag omvat een verkavelingsaanvraag zonder dat effectieve verharde opervlakten of dakoppervlakten voorzien worden. De aangevraagde voorschriften voorzien echter wel de mogelijkheid om aanzienlijke verharde oppervlakten en dakoppervlakten te voorzien, terwijl er weinig tot geen ruimte gevrijwaard wordt, die niet bebouwd of niet onderkelderd kan worden. Op zich is dit aanvaardbaar, maar bij deze wordt reeds opgemerkt dat, ongeacht de verkavelingsvoorschriften, bij elke aanvraag tot omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voldaan moet worden aan de bepalingen van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater. In elke aanvraag tot omgevingsvergunning zal aangetoond moeten worden op welke wijze hieraan voldaan wordt.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld de bovenstaande bezorgdheid m.b.t. de verordening hemelwater te formuleren. Gezien dit geldende wetgeving is (inherent aan elke aanvraag tot omgevingsvergunning), moet dit niet als voorwaarde opgelegd worden.
Verordening wegen voor voetgangersverkeer
De verordening inzake wegen voor voetgangersverkeer dd. 29 april 1997 is steeds van toepassing op openbaar domein. De voorliggende aanvraag omvat echter enkel het vastleggen van de rooilijn en geen concrete invulling van dit openbaar domein, bijgevolg kan de voorliggende aanvraag niet getoetst worden aan de verordening. Bij de toekomstige invulling van het geplande openbaar domein moet echter wel voldaan worden aan de bepalingen uit de verordening voetgangersverkeer.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het bovenstaande te concluderen. Ook dit is inherente wetgeving, waardoor het opleggen van voorwaarden niet vereist is.
Project-MER-screening
Het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening is van kracht sinds 29 april 2013 (publicatie in het Belgisch Staatsblad). Die nieuwe regelgeving was nodig nadat het Hof van Justitie in een arrest van 24 maart 2011 oordeelde dat de Vlaamse regelgeving niet in overeenstemming was met de project-m.e.r.-richtlijn. Wanneer een project onder één van de rubrieken van bijlage III van het project-m.e.r.-besluit valt kan de initiatiefnemer ervoor opteren om ofwel een project-MER op te maken, ofwel de project-m.e.r.-screeningsprocedure te doorlopen.
Het voorliggende project valt onder rubriek 10 b van bijlage III van het project-m.e.r.-besluit, met name stadsontwikkelingsprojecten.
Bij de voorliggende aanvraag zijn voldoende gegevens m.b.t. de project-m.e.r.-screening gevoegd om de milieueffecten van de voorliggende aanvraag in kaart te brengen. Deze gegevens bieden voldoende inzicht om te oordelen dat de milieueffecten van de aanvraag op zich beperkt zijn en dat de impact ervan niet aanzienlijk is. De permanent milieueffecten (die zich zullen voordoen na oprichting van gebouwen) omvatten voornamelijk de mobiliteitsimpact. In het kader van de voorliggende verkavelingsaanvraag werd een MOBER opgesteld om de mobiliteitsimpact van de voorliggende fase (fase III) van het stadsvernieuwingsproject ‘Stationsomgeving Turnhout’ en van de voorliggende aanvraag in kaart te brengen. Uit de MOBER blijkt dat er voor de realisatie van ganse fase III ingrijpende ontsluitings- en verkeersaanpassingen in de omgeving noodzakelijk zijn. Door de aanvraag echter te beperken tot het voorliggende zijn er geen (of zeer beperkte) maatregelen nodig. Op deze wijze kan dan ook gesteld worden dat de mobiliteitsimpact van de voorliggende aanvraag niet aanzienlijk en aanvaardbaar is.
De meest hinderlijke aspecten van het voorliggende project zullen zich voordoen tijdens de (latere) bouwfase van de gebouwen. Deze hinder is echter eigen aan bouwen en is tijdelijk. Verder dienen tijdens de werken alle nodige maatregelen getroffen te worden om hinder tot een minimum te beperken. Ten slotte dient bij de latere (bouw)aanvragen de afvoer van hemelwater en afvalwater gescheiden te gebeuren en bovendien moet voldaan worden aan de bepalingen van de gewestelijke verordening hemelwater.
Het geplande project is verder gelegen in een stedelijke omgeving. Gezien de aard, ligging en beperkte omvang van de potentiële effecten ten gevolge van het project, zal cumulatie met andere projecten in de buurt niet tot aanzienlijke milieueffecten leiden. Het voorgenomen project zal dus geen aanzienlijke milieueffecten veroorzaken zodat de opmaak van een project-MER niet vereist is.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld te besluiten dat de project-m.e.r.-screeningsnota voldoende inzichten verschaft om te oordelen dat de milieueffecten van de voorliggende aanvraag niet aanzienlijk zijn.
Archeologienota
De regelgeving inzake onroerend erfgoed verplicht de aanvrager van een omgevingsvergunning om in bepaalde gevallen een bekrachtigde archeologienota bij de vergunningsaanvraag te voegen. Gezien de totale perceelsoppervlakte van de kadastrale percelen waarop de (verkavelings)aanvraag betrekking heeft meer dan 3000m² bedraagt, is dit in het voorliggende dossier het geval.
Bij de voorliggende aanvraag werd een archeologische nota (ID19277) gevoegd, opgesteld door ABO consultancy. De studie stelt voor om verder archeologisch onderzoek met ingreep in de bodem (proefsleuvenonderzoek) uit te voeren in uitgesteld traject. Van de bevindingen uit deze nota werd stilzwijgend aktegenomen door het schepencollege van Stad Turnhout (erkend als Onroerenderfgoedgemeente).
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om de conclusie uit de archeologienota (ID19277) te bekrachtigen en als voorwaarde op te leggen dat het programma van maatregelen uit deze archeologienota nageleefd moet worden. Bijkomend wordt aan de gemeenteraad voorgesteld om op te leggen dat van de resultaten van het archeologisch onderzoek nog een bijkomende nota opgesteld moet worden waarvan ook nog eens akte genomen moet worden.
Stedenbouwkundige beoordeling
De voorliggende aanvraag omvat naast de opdeling van het perceel in bouwkavels ook zones voorzien als openbaar domein. Bij de voorliggen de aanvraag werd een rooilijnplan gevoegd om het openbare wegtracé vast te leggen.
Rekening houdend met de boordelingsgronden uit artikel 4 van het decreet kan gesteld worden dat er geen bezwaar is tegen de voorgestelde rooilijn. Zo is de wijziging van de rooilijn noodzakelijk bij de voorliggende aanvraag. Hoewel de geplande loten A en C palen aan een voldoende uitgeruste weg (Bareelstraat), is voor het functioneren van deze kavels en voor de volwaardige ontsluiting ervan openbaar domein naast en achter deze kavels noodzakelijk. Deze wijzigingen staan tevens ten dienste van het algemeen belang aangezien het geplande openbaar domein in de toekomst voor iedereen toegankelijk zal zijn. De wijziging van de rooilijn heeft verder geen gevolgen voor de ontsluitingsmogelijkheden van omliggende percelen. De wijziging van de rooilijn heeft op de voorliggende wijze ook geen invloed op de verkeersveiligheid in de omgeving. Een aanpassing van het gemeentelijke wegennet vormt verder een uitzonderingsmaatregel. Een bewijs hiervan is het gegeven dat de gemeenteraad hiervoor bevoegd is, terwijl de verantwoordelijkheid bij een klassieke vergunningsaanvraag bij het schepencollege ligt.
De voorliggende aanvraag bevat nog geen uitgewerkt ontwerp voor het geplande openbaar domein (cfr. zaak der wegen). Uit de aanvraag blijkt dat dit samenhangt met de verdere uitwerking van de gebouwen op de verschillende kavels en met de samenhang tussen de bouwblokken op zich.
Het is in het voorliggende dossier dan ook (nog) niet mogelijk om het geplande openbaar domein te toetsen aan de bepalingen omtrent de goede ruimtelijke ordening zoals bepaald in artikel 4.3.1. §2 van de VCRO. Ook kan in het voorliggende dossier nog niet ingeschat worden welke extra taken het stadsbestuur erbij krijgt met het nieuwe openbaar domein (onderhoud, verantwoordelijkheid, …). Er kunnen in dat opzicht dan ook geen lasten opgelegd worden m.b.t. het gemeentelijke reglement omtrent de wegenis, de borgstelling ervan, de overdracht ervan etc..
Al deze zaken zullen beoordeeld worden in een latere fase wanneer de inrichting van het openbaar domein aangevraagd wordt. En dit dient dan opnieuw voorgelegd te worden aan de gemeenteraad.
In een eenzijdige verbintenis geeft de aanvrager aan een aanvraag tot omgevingsaanleg van Lot E als openbaar domein in te zullen dienen:
- Hetzij bij de aanvraag tot omgevingsvergunning voor lot A.
- Hetzij bij de aanvraag van een volgende projectzone binnen zone 3 zoals ze voorkomen op het masterplan maar niet opgenomen is in de aanvraag, in het bijzonder gebouwen 3a, 3b, 3c en/of 3d.
Deze werkwijze is aanvaardbaar, maar hierbij dient opgemerkt te worden dat het voorgestelde onvoldoende is om tot een samenhangend geheel te komen. Zo vermeldt de verbintenis niets over wat er zal gebeuren als op lot C de eerste aanvraag ingediend wordt en staat er niets bepaald over de aanleg van de zones openbaar domein op de kavels D1 en D2. Indien een bepaalde zone openbaar domein echter noodzakelijk is voor de ontsluiting en het functioneren van een bepaalde kavel dan dient deze zone openbaar domein mee aangevraagd te worden bij de gebouwen op die kavel. Zo is het bijvoorbeeld nodig dat de zones D1 en D2 bij een aanvraag voor lot A reeds (gedeeltelijk) uitgewerkt moeten worden. Hetzelfde geldt voor het ontwerp van de centrale zone op lot E (tussen A, C en kantoren) wanneer een aanvraag ingediend wordt voor lot C.
Met betrekking tot het aanvragen van het openbaar domein dienen de bepalingen uit de eenzijdige verbintenis overgenomen te worden in de verkavelingsvoorschriften, aangevuld met de bovenstaande bepalingen omtrent het “voor de aangevraagde kavel noodzakelijke” openbaar domein.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld de aangevraagde rooilijn op de bovenstaande wijze gunstig te beoordelen.
Conclusie
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld de aangevraagde rooilijn goed te keuren mits aan de volgende voorwaarden en lasten voldaan wordt.
VOORWAARDEN:
* Er moet voldaan worden aan de voorwaarden uit de externe adviezen van Fluvius, Telenet en Proximus.
* Er moet voldaan worden aan de voorwaarden uit het advies van de dienst Patrimonium van Stad Turnhout.
* De voorwaarde uit het advies van de dienst Patrimonium moet in de verkavelingsvoorschriften opgenomen worden
* Het programma van maatregelen uit archeologienota (ID19277) moet nageleefd worden.
* Van de resultaten van het archeologisch onderzoek moet een bijkomende nota opgesteld worden waarvan ook nog akte genomen moet worden.
* Met betrekking tot het aanvragen van het openbaar domein moet het volgende in de verkavelingsvoorschriften opgenomen worden:
Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen.
De gemeenteraad keurt het rooilijnplan van de aanvraag tot omgevingsvergunning VK/2021/5 (verkavelen van gronden in functie van wonen inclusief een woonzorgcentrum - SLIM Turnhout) goed, mits aan de onderstaande voorwaarden en lasten voldaan wordt.
De gemeenteraad legt de onderstaande voorwaarden en lasten op.
VOORWAARDEN:
In het convenant zijn 'Algemene Bepalingen' opgenomen. Deze bepalingen worden voortaan in alle convenanten vermeld om een eenvormigheid te krijgen en het lokaal bestuur juridisch in te dekken. Zo worden afspraken gemaakt over geheimhouding en beveiliging (oa. informatieveiligheid), communicatie en publiciteit, financiering, beƫindiging en wijzigbaarheid en aansprakelijkheid. Daarnaast zijn er ook organisatiebrede afspraken gemaakt om de opvolging en evaluatie van de convenanten te versterken. Naast de jaarlijkse evaluatie zal er bijvoorbeeld halverwege de looptijd van het convenant een diepgaande evaluatie gebeuren die beleidsmatig wordt afgetoetst.
Artikel 41.5Ā° van het Decreet Lokaal Bestuur: [...] De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd:
[...]
5Ā° het goedkeuren van beheersovereenkomsten en samenwerkingsovereenkomsten als vermeld in artikel 196, 234 en 247;
Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen.
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan het addendum de convenant tussen de stad Turnhout en Stebo vzw m.b.t. de realisatie van het project The Box.
The Box is reeds sinds maart 2017 gevestigd in Turnhout en kan hierdoor van naamsbekendheid genieten. Op 14 december 2020 werd er een convenant afgesloten met Stebo vzw om eenvormigheid te krijgen en het lokaal bestuur juridisch in te dekken. Zo werden afspraken gemaakt over geheimhouding en beveiliging (oa. informatieveiligheid), communicatie en publiciteit, financiering, beëindiging en wijzigbaarheid en aansprakelijkheid. Daarnaast zijn er ook organisatiebrede afspraken gemaakt om de opvolging en evaluatie van de convenanten te versterken.
De administratieve opvolging van The Box Turnhout verloopt sinds 3 december 2020 via Stad Turnhout. Om kandidaatgebruikers van The Box een uniforme werking aan te bieden, werd er aan Stebo vzw gevraagd om de administratieve opvolging over te nemen. Naar aanleiding hiervan wordt er een subsidieovereenkomst afgesloten tussen Stad Turnhout en Global bvba so. Global bvba so is een vennootschap die specifiek gebruikt wordt door Stebo vzw om The Boxen in Genk, Hasselt, Gent en Oostende uit te baten. Stebo vzw zal ook in Turnhout Global gebruiken hiervoor: alle juridische en administratieve handelingen die betrekking hebben op het inrichten en uitbaten van The Box zullen gebeuren via Global bvba so.
In de subsidieovereenkomst zijn de uitbatingsvoorwaarden en te leveren prestaties opgenomen. Om de uitbating van The Box Turnhout te kunnen uitvoeren en te waarborgen wordt er een subsidie van 20 000 euro per jaar toegekend aan Global bvba so. Dit bedrag dient enkel om elk mogelijk uitbatingsrisico van Global bvba so af te dekken. Om een transparant correct beeld te kunnen geven welke kosten/opbrengsten aan The Box Turnhout worden toegekend, zal Global bvba so een analytische boekhouding uitvoeren.
De administratieve opvolging door Global bvba so valt onder de convenant afgesloten tussen Stad Turnhout en Stebo vzw. Hierdoor worden er geen bijkomende kosten gevraagd en wordt enkel het reeds voorziene budget van The Box Turnhout gebruikt als subsidie om het uitbatingsrisico af te dekken. De gesprekken met en ondersteuning voor de kandidaten gebeuren nog steeds vanuit de dienst Ondernemen & Werk.
De dienst Ondernemen & Werk heeft aan de eigenaar gevraagd om het handelspand aan dezelfde voorwaarden te verhuren aan Global bvba so. De eigenaar is hiermee akkoord.
Artikel 41.5Ā° van het Decreet Lokaal Bestuur: [...] De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd:
[...]
5Ā° het goedkeuren van beheersovereenkomsten en samenwerkingsovereenkomsten als vermeld in artikel 196, 234 en 247;
Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen.
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de subsidieovereenkomst tussen de stad Turnhout en Global bvba so m.b.t. de uitbating van het project The Box.
Volgend raadsleden deden een tussenkomst: Dieter De Quick en Kelly Verheyen.
De schepenen bevoegd voor de thema’s integratie en inburgering van de lokale besturen van Geel, Herentals, Hoogstraten, Mol en Turnhout willen een setting waarin ze samen met het Agentschap maar ook van elkaar kunnen leren.
Vandaag zijn er daarbij 2 inhoudelijke thema’s die de 5 besturen gemeenschappelijk hebben: (1) activeringstrajecten en mogelijke versnelling in tijd en (2) polarisering/beeldvorming.
(1) Het lokaal bestuur heeft een belangrijke rol in de activering (in het voorstel verder benoemd als ‘participatie aan de arbeidsmarkt’) van de meest kwetsbare groepen. Zij stellen hierbij vast dat deze groepen moeilijk toe te leiden zijn naar de arbeidsmarkt omwille van een aantal drempels zoals kennis van de taal, culturele verschillen, motivatie. Wat kunnen we als lokaal bestuur doen om deze mensen sneller toe te leiden naar een job?
(2) Polarisering (beeldvorming) in onze samenleving steekt steeds meer de kop op. Er lijkt een negatieve perceptie van de verkleuring van de lokale samenleving te zijn ontstaan en deze lijkt alleen maar toe te nemen. Is dat zo? En welke hefbomen hebben we dan als lokaal bestuur in handen om hiermee aan de slag te gaan? Wat werkt en wat werkt niet?
De gemeenteraad stemde met 28 stemmen op 35 stemmers nl. van de heer Peter Segers – voorzitter, de heer Paul Van Miert – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Jan Van Otten, de heer Luc Op de Beeck, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Marc Boogers, mevrouw Els Baeten, mevrouw Kelly Verheyen – schepenen; de heer Eric Vos, de heer Luc Debondt, de heer Hannes Anaf, mevrouw Annemie Der Kinderen, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Paul Moelans, de heer Peter Roes, de heer Bart Voordeckers, de heer Wout Schafraet, de heer Koen De Busser, mevrouw Savannah van Dongen, de heer Achraf El Yakhloufi, de heer Stijn Adriaensens, de heer Ludwig Nietvelt, de heer Rudy Elst, de heer Kurt Persegael, de heer Jeff Dierckx, mevrouw Pauline Ceusters en de heer Wilfried Sylverans – raadsleden.
Er waren 7 neen stemmen nl. van de heer Reccino Van Lommel, de heer Eddy Grooten, de heer Kevin Janssen, de heer Jan Van Steenbergen, de heer Dieter De Quick, de heer Peter Janssens en de heer Mario Geys – raadsleden.
De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst tussen het Agentschap Integratie en Inburgering en de lokale besturen van Geel, Herentals, Hoogstraten, Mol en Turnhout goed voor een leer- en coachingstraject betreffende activering/participatie aan de arbeidsmarkt en polarisering/beeldvorming.
Ruim 1 kind op 4 in Turnhout groeit op in kansarmoede (kansarmoede-index Kind en gezin). Voor kinderen in armoede is deelname aan het reguliere vrijetijdsaanbod niet evident. Financiële, communicatieve en socio-emotionele drempels staan deelname in de weg. Kinderen missen hierdoor kansen in hun ontwikkeling, zowel op fysiek vlak (fijne en grove motoriek) als op sociaal en persoonlijk vlak (samen leren spelen, teamsport, opkomen voor zichzelf, …).
In het kader van het herstelplan Covid-19 welzijnsheropleving is het belangrijk om te kunnen inzetten op de preventie van geestelijke gezondheidszorg bij kinderen en jongeren. Verschillende onderzoeken tonen de positieve correlatie aan tussen sporten, vrijetijdsparticipatie en bewegen én mentale gezondheid. Sportpret kan via deze convenant een bijdrage leveren aan het mentaal welbevinden van hun doelgroep door de organisatie van activiteiten en/of actieve toeleiding naar bestaand aanbod waardoor sociaal isolement doorbroken wordt en een gezonde geest in een gezond lichaam wordt nagestreefd.
Het lokaal armoedebeleid van Turnhout is erop gericht om ervoor te zorgen dat elke Turnhoutenaar, ongeacht zijn afkomst of de inhoud van zijn portemonnee, kan deelnemen aan onze Turnhoutse samenleving en zichzelf kan ontplooien en ontwikkelen.
Door de samenwerking met de vzw Sportpret te structureren kan deze partner drempels wegwerken zodat kwetsbare kinderen volwaardig kunnen participeren aan het Turnhoutse vrijetijdsaanbod.
Concreet biedt deze partner een eigen laagdrempelig vrijetijdsaanbod aan voor kwetsbare kinderen:
Daarnaast leidt Sportpret kinderen actief toe naar het reguliere vrijetijdsaanbod in Tunrhout (sportclubs, jeugdverenigingen, academie, …) én biedt de vzw vorming en ondersteuning aan de clubs en verenigingen over hoe drempels kunnen worden weggewerkt.
Artikel 41. 5Ā° van het Decreet Lokaal Bestuur: [ā¦ ] De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd:
[ā¦ ]
5Ā° het goedkeuren van beheersovereenkomsten en samenwerkingsovereenkomsten als vermeld in artikel 196, 234 en 247;
Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen.
De gemeenteraad keurt het convenant met de vzw Sportpret met betrekking tot toegankelijk vrijetijdsaanbod voorkwetsbare kinderen goed.
Deze vraag wordt samen behandeld met vraag 6.
volgende raadsleden deden een tussenkomst: Dieter De Quick, Wout Schafraet en Els Baeten.
Stad Turnhout verbiedt het houden van dieren in de volkstuintjes waarvan zij eigenaar is.
Vanaf 24 januari zou dit verbod ingaan en de dierenhouders krijgen tijd om tegen dan hun dieren te herplaatsen.
We kunnen in de pers vernemen dat de aanleiding hiervoor zou zijn dat dit ongedierte zoals ratten en muizen zou aantrekken. Enkele tuinders zouden het ook niet te nauw nemen met het dierenwelzijn en de ophokplicht voor pluimvee.
Wie dieren houdt, moet daarvoor zijn verantwoordelijkheid nemen en de nodige zorgen voor zijn beesten voorzien. Uiteraard hoort de opvolging van de regelgeving rond dierenwelzijn hierbij.
En dat er een rattenprobleem is, kunnen we niet ontkennen. Als een van de tuinders vermeldt dat hij zelf al meer dan zestig ratten op één dag gevangen had, kan je niet anders als over een probleem spreken.
Een en ander is echter wel jaren lang getolereerd. Daar is op zich niets mis mee, maar in zo’n geval is het de taak van de toezichthoudende diensten om een en ander in goede banen te leiden of van meet af aan elke reglementsovertreding te sanctioneren. Dat laatste is klaarblijkelijk nooit gebeurd.
Volgende raadsleden deden een tussenkomst: Bart Voordeckers en Els Baeten.
De fiets is een ongelooflijk belangrijke schakel om de ambities waar te maken inzake duurzame mobiliteit. Er wordt in Turnhout al bijzonder veel gefietst, maar niettemin is er nog heel veel werk aan de winkel, zowel qua verkeersveiligheid, infrastructuur als qua veilige fietsenstallingen. Zeker voor gebruikers van dure (elektrische) fietsen is kwaliteitsvolle fietsenstalling een essentiële voorwaarde om de fiets te gebruiken voor dagdagelijkse verplaatsingen.
Vanuit het stadsbestuur is er de voorbije jaren sterk ingezet op het voorzien van veilige fietsenstallingen langs de openbare weg. Zeker rond de Grote Markt, de Gasthuisstraat, het station en Turnova blijken deze stallingen vaak nog ruim onvoldoende.
Bij nieuwe stedenbouwkundige projecten wordt fietsinfrastructuur in veel gevallen al opgenomen als noodzakelijke voorwaarde voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning. Bij reeds bestaande infrastructuur is het minder evident om als stadsbestuur sturend op te treden.
Het is bijvoorbeeld opvallend dat verschillende grote winkels aan de stadsrand niet of nauwelijks beschikken over kwaliteitsvolle fietsenstallingen en dat het bovendien niet eenvoudig is om deze stallingen op een veilige manier te bereiken. Nochtans blijken ook de winkels aan de stadsrand druk bezocht te worden door fietsende klanten.
Daarom had ik volgende vragen:
1. Welke normen worden er gehanteerd bij aanvragen voor omgevingsvergunningen inzake fietsparkeren? Wordt bij deze normen rekening gehouden met de evoluties in het fietsgebruik, zoals bijvoorbeeld de stijgende populariteit van elektrische fietsen of het gebruik van bakfietsen?
2. Ziet het stadsbestuur mogelijkheden om bij reeds vergunde infrastructuur sturend of ondersteunend op te treden inzake fietsinfrastructuur?
Volgende raadsleden deden een tussenkomst: Reccino Van Lommel en Paul Van Miert.
In de voorbije weken werd bekend dat winkelketen Zara niet langer gevestigd zal zijn in Turnhout. Helaas is dit niet de eerste keten die uit onze stad verdwijnt. De shoppingmogelijkheden zijn een belangrijke factor om mensen aan te trekken naar onze stad. De bezorgdheid groeit dat de Gasthuisstraat veel van haar glorie heeft verloren. Volgens de voorwaarden in de afgeleverde socio-economische vergunning was het niet de bedoeling om bestaande winkels in de binnenstad te doen verhuizen naar Turnova. Nochtans kan worden vastgesteld dat dit niet altijd even correct werd gehonoreerd. Ook werden de kansen rond het LeBon-project in het verleden geregeld in vraag gesteld. In de jaren ’90 stond Turnhout steevast in de top 10 van Vlaamse winkelsteden.
Deze vraag werd samen behandeld met vraag 1.
Op 13 december verstuurde de stad een persbericht met daarin de aankondiging dat in de Turnhoutse volkstuintjes niet langer dieren, zoals kippen of konijnen, mogen worden gehouden. Aanleiding zou zijn dat het voedsel voor de dieren ratten en muizen aantrekt, dat bepaalde dieren verwaarloosd worden en dat bepaalde eigenaars hun kippen niet ophokken.