In de atlas van de waterlopen van 1877 werd de Slagmolenloop opgenomen. Deze werd hierin als waterloop opgenomen ongeveer vanaf de gemeentegrens met Oud-Turnhout en vormt ook de gemeentegrens tot op het punt waar de Slagmolenloop naast de Slagmolenstraat loopt. Het historische tracé van de Slagmolenloop loopt vanaf huisnummer 158 tussen de weilanden. In de Slagmolenstraat komt bij hevige neerslag de straat en het fietspad op deze locatie onder water te staan. De verbinding met de oude waterloop is hier verbroken.
De gracht maakt dus deel uit van een watersysteem en heeft een belangrijke functie in de waterveiligheid, het in stand komen en in stand houden van een goed watersysteem.
Vanuit de stad wordt er bij de heraanleg van de Slagmolenstraat voorgesteld om de verbinding te herstellen, ter hoogte van huisnummer 154 en de gracht zo in te richten dat deze haar waterbufferende en waterafvoerende taak zo goed mogelijk kan uitvoeren binnen het totale watersysteem.
Het beheer en onderhoud van private grachten moet gebeuren door de aangelanden. Aangezien deze gracht niet enkel dient om het teveel aan water op de aanpalende percelen af te voeren, is het wenselijk om de last van het onderhoud van deze gracht niet op de aangelanden af te wentelen. Evenmin is het wenselijk om de verantwoordelijkheid voor het verzekeren van de goede toestand van de gracht bij hen te leggen.
De voormalige Slagmolenloop zal als niet- en oud geklasseerde waterloop nu worden aangeduid als een publieke gracht op het trace waar de gracht zich nu bevindt vanaf achterzijde huisnummer 154 tot aan de Pikloop.
De Stad Turnhout zal het beheer van deze gracht overnemen.
Voor de definities wordt verwezen naar bestaande definities in de wet op de onbevaarbare waterlopen en in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Het recht van doorgang en het recht van deponie langs publieke grachten zijn wettelijke (en dus geen consensuele) erfdienstbaarheden van openbaar nut en moeten bijgevolg niet in een overeenkomst worden vastgelegd.
De gemeente, polder of watering kan ten behoeve van het beheer van de publieke grachten een erfdienstbaarheid opleggen met betrekking tot het recht van doorgang dat kan worden voorzien voor personeelsleden van het bestuur en de aangestelden met het nodige materieel die met de uitvoering van werken zijn belast en de deponie van ruimingproducten en maaisel uit de gracht. Er kan maximum een erfdienstbaarheidszone van vijf meter landinwaarts van de rand van de gracht bepaald worden. Andere erfdienstbaarheden of gebruiksbeperkingen kunnen niet opgelegd worden. Deze erfdienstbaarheden kunnen niet gezien worden als gebruiksbeperkingen die aanleiding kunnen geven tot financiële compensatie vanwege de overheid.
De gemeenteraad ging in zitting van 7 maart 2022 akkoord met de vaststelling van de Slagmolenloop als publieke gracht.
Op 18 maart 2022 werd dit gemeenteraadsbesluit van 7 maart 2022 bekendgemaakt volgens de bepalingen van artikel 23ter, §3, van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen. In het kader van deze aanvraag werd een openbaar onderzoek georganiseerd.
Het dossier heeft vanaf 28 maart 2022 tot 26 april 2022 ter inzage gelegen van het publiek.
Er werden geen bezwaren ingediend, noch schriftelijke vragen of bedenkingen bezorgd.
Volgende vragen/bedenkingen werden mondeling geformuleerd:
Naar aanleiding van deze vragen werden volgende antwoorden geformuleerd:
Het proces-verbaal van sluiting van het openbaar onderzoek werd opgesteld waarin bovenstaande punten werden opgenomen.
Naar aanleiding van de gelopen procedure wordt aan de gemeenteraad gevraagd om de aanduiding van de Slagmolenloop als publieke gracht te bekrachtigen.
Het gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid artikel 2;
De wet van 26 mei 1989 tot bekrachtiging van KB 24.06.1988 tot codificatie van de gemeentewet onder het opschrift 'Nieuwe gemeentewet'; artikel 135, §2
De bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20
De wet van 28.12.1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen, artikel 23ter;
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van diverse bepalingen uit de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, wat betreft het toezicht op de naleving van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen;
het decreet van 18 juli 2003 houdende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, inzonderheid artikel 1.1.3, § 2, 17°
Definities:
Publieke gracht: zie artikel 1 van de wet van 28.12.1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen
Overname van het beheer van een gracht: zie artikel 23ter §1 de wet van 28.12.1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen
Constructie: constructie zoals gedefinieerd in artikel 4.1.1, 3°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Nieuwe constructie/beplanting: elke constructie/beplanting die geplaatst werd nadat het beheer van de gracht door de gemeente en de erfdienstbaarheid ten behoeve van dit beheer ingaat, zoals bepaald in het raadsbesluit of zoals bepaald door vroegere statuten van de gracht.
De gemeenteraad duidt de gracht aangeduid op het plan in bijlage 1 aan als publieke grachten.
De Stad Turnhout neemt het beheer van deze publieke gracht over. Ten behoeve van het beheer van deze publieke grachten geldt een erfdienstbaarheid met betrekking tot het recht van doorgang voor personeelsleden van het bestuur en de aangestelden met het nodige materieel die met de uitvoering van werken zijn belast en de deponie van ruimingsproducten en maaisel uit de gracht.
Op het plan in bijlage 1 staat voor elke publieke gracht de aslijn van de publieke gracht en de breedte van de erfdienstbaarheidszone langs één of beide kanten van de gracht. De aangeduide breedte geldt vanaf de rand van de gracht. Voor publieke grachten kan deze op elke kant maximaal 5 meter bedragen landinwaarts vanaf de rand van de gracht.
De motiveringsnota in bijlage 2 geeft aan waarom de overname van het beheer nuttig is voor het watersysteem en/of waarom een bepaalde erfdienstbaarheidszone aangewezen is en wat de erfdienstbaarheid inhoudt.
Het plan met de publieke gracht en de erfdienstbaarheidszones en de motiveringsnota ligt ter inzage bij de dienst Wegen en Riolen van de stad Turnhout. Tijdens de aanplakking van de bekendmaking van deze beslissing zal het grondplan en de motiveringsnota ook raadpleegbaar zijn op de website van de stad Turnhout bij de lopende openbare onderzoeken. De ligging van de publieke gracht en de erfdienstbaarheidszones zullen worden opgenomen in de digitale atlas voor de waterlopen die raadpleegbaar is via het internetadres https://www.integraalwaterbeleid.be
De erfdienstbaarheid met betrekking tot het recht van doorgang ten behoeve van het beheer van de publieke grachten en het recht op deponie houdt in dat personeelsleden van het bestuur en de aangestelden van dat bestuur die met de uitvoering van werken zijn belast, met machines afgestemd op de breedte van de erfdienstbaarheidszone moet kunnen passeren om de gracht te beheren (slib ruimen, rijten, kruid ruimen, herstellingen uitvoeren, de oever verstevigen, ...). De beheerder heeft ook het recht om binnen de erfdienstbaarheidszone ruimingsproducten en maaisel uit de gracht te deponeren voor zover deze voldoen aan de geldende normen.
Hiervoor moet de erfdienstbaarheidszone vrij zijn van om het eender welke nieuwe constructie en nieuwe beplanting die deze doorgang/deponie onmogelijk maakt.
Het beheer door de stad en de erfdienstbaarheid ten behoeve van dit beheer gaan in vanaf 1 oktober 2022.
Deze beslissing wordt bekendgemaakt conform de bepalingen in het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van diverse bepalingen uit de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, wat betreft het toezicht op de naleving van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen.
Elke belanghebbende kan beroep instellen bij de provincie in kwestie tegen de beslissingen vermeld in art. 9 van het “Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van diverse bepalingen uit de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, wat betreft het toezicht op de naleving van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen”. De procedures hiervoor zijn beschreven in datzelfde artikel 9.